
Met de oprichting van de ‘Luchtvaartafdeeling’, als onderdeel van de Koninklijke Landmacht, wordt op 1 juli 1913 de kiem gelegd voor de Nederlandse militaire luchtvaart. De ‘aviatiek’ staat dan nog in de kinderschoenen, maar al snel is het luchtwapen niet meer weg te denken uit het krijgsbedrijf. Binnen enkele decennia ontwikkelt de legervliegdienst zich van een bescheiden hulpwapen tot een modern zelfstandig krijgsmachtdeel.