Persoonlijk feit

Nog voordat Van Meijeren (FvD) op 20 januari j.l. aan zijn inbreng in het debat met de nieuwe minister van VWS begon, stond het Lid Westerveld (GroenLinks) al aan de interruptiemicrofoon. Westerveld maakt een persoonlijk feit, over iets wat Van Meijeren eerder in januari op Twitter had geschreven en wat maar zijdelings met dit debat te maken had. Van Meijeren voorspelde daarin dat veel politici zich op een dag zullen moeten verantwoorden.

Het debat liep vervolgens compleet uit de hand, in het bijzonder omdat Bikker (CU) en Van den Berg (CDA) ook nog even een onzinnige duit in het zakje deden. Het viel nog het meest op dat Kamervoorzitter Bergkamp opnieuw de regie totaal niet meer in handen had. Wat ook opvalt is dat Bergkamp het vaak zo tracht uit te leggen of doen voorkomen dat het FvD louter bestaat uit vervelende pubers die kennelijk op grond daarvan vaker dan anderen de mond gesnoerd moet worden. Ook de PVV heeft daar steeds meer last van. Erg democratisch ziet het er in de Tweede Kamer (en ook de Eerste Kamer) inmiddels niet meer uit en dat is voor iedere niet-D66-er ernstiger en gevaarlijker dan een halve gek voor de deur met een fakkel. De dagen van Bergkamp als Kamervoorzitter lijken geteld, want zij interpreteerde ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’ in relatie tot artikel 8.16 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer ook nog eens verkeerd. En precies daar wilde ik het vandaag met jullie over hebben.

Confessie

In het rond 1550 door predikanten in Maagdenburg (Luther) uitgegeven ‘Confessie en Apologie’ worden vier graden van onrecht onderscheiden in de uitvoering van staatsmacht. De eerste is het onrecht die een overheid begaat uit zorgeloosheid. Dat zou volgens de Confessie echter nog geen reden zijn tot daadwerkelijk verzet. De tweede graad omvat alle gevallen waar het leven van mensen in gevaar komt. Zelfs dat moet geduldig gedragen worden; men kan immers vluchten en zich op die manier aan dat gevaar onttrekken. In de derde graad worden onderdanen tot de zonde gedwongen. Die zonde moet men afwijzen maar vormt volgens de Confessie ook geen reden tot gewelddadig verzet. De vierde graad getuigt van onophoudelijke en bewuste activiteiten om de goede werken van eenieder te vernietigen. Dat laatste maakt verzet daartegen zelfs tot een morele plicht aldus de Confessie.

Thoreau

in 1849 weigerde de Amerikaan Henry Thoreau belasting te betalen uit onvrede met de slavernij in de VS en de Mexicaans-Amerikaanse Oorlog. Thoreau stelde dat het voor een hoger doel moreel verantwoord is ‘om de overheid tegen te werken of niet te steunen’, zonder de overheid actief en met geweldsmiddelen te bevechten. Zijn essay Civil Disobedience behandelt dit thema meer uitgebreid. Thoreau stelt hierin dat individuen de plicht hebben hun geweten te volgen, zelfs als dit ingaat tegen de wetten en regels die de overheid hun oplegt. Dergelijke (geweldsloze) handelwijzen vonden later onder andere in India (1947), Polen (1989) en Zuid-Afrika (1994) plaats, telkens met het doel om de onvrijheid uit te bannen. Dat in die landen op die momenten inderdaad onvrijheid heerste en compleet mismanagement door de betreffende overheden (respectievelijk het Britse koninkrijk, de communistische/socialistische partij in Polen en het apartheidsregime in Zuid-Afrika) werd gepleegd, zal momenteel niemand meer durven betwisten. Niet ten onrechte worden Ghandi, Walesa en Mandela wereldwijd gewaardeerd en geprezen voor het geweldloze verzet tegen hun respectievelijke overheden, al kunnen we daar in het geval van Mandela nog vraagtekens bijzetten (halsbandmoorden door aanhangers van het ANC). In onze tijd noemen we de door Thoreau gehanteerde verzetsstijl tegen een overheid ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’.

Geweldloos

Van Meijeren

Wat Van Meijeren in de Kamer, als antwoord op het persoonlijke feit van Westerveld, onder andere naar voren bracht, was zijn regelmatige oproep tot ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. Een burgerlijk gedrag dus wat niet voldoet aan de geldende wet, omwille van de reden dat die wet volgens Van Meijeren kennelijk voldoet aan de vierde graad uit de bovengenoemde ‘Confessie’, namelijk de ‘onophoudelijke en bewuste activiteiten om de goede werken van eenieder te vernietigen’. Een overheid dus, die niet langer de belangen van land en bevolking dient, maar andere – ongewenste – doelen nastreeft. Van Meijeren meent dus dat het zijn morele plicht is om geweldloos verzet te plegen tegen wetten waarvan hij de stellige overtuiging heeft dat die voldoen aan het Lutherse criterium dat zij de goede werken van eenieder vernietigen, en roept ook anderen tot dat geweldloos verzet op.

Volgens Kamervoorzitter Bergkamp mag Van Meijeren dat in de Tweede Kamer niet zeggen, “dat is nu eenmaal het reglement dus ik ga dat niet toestaan”. In het reglement staat onder artikel 8.16 het volgende:

  1. Tijdens de vergadering onthoudt een ieder zich van:
    1. het gebruik van beledigende uitdrukkingen;
    1. het verstoren van de orde;
    1. het niet in acht nemen van de geheimhouding ten aanzien van de gedachtewisseling in een besloten vergadering;
    1. het niet in acht nemen van de vertrouwelijkheid ten aanzien van de inhoud van een vertrouwelijk stuk;
    1. enhet instemming betuigen met of aansporen tot onwettige handelingen
  2. Indien een spreker hieraan niet voldoet, waarschuwt de Voorzitter hem en stelt hem in de gelegenheid de woorden terug te nemen die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, of terug te komen van het gedrag dat tot de waarschuwing aanleiding gaf.

Het is nu dus de vraag of de oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid gelijkgesteld kan worden met het begrip ‘onwettige handelingen’. Volgens Thomas van Aquino, Luther, Thoreau, Ghandi, Walesa en Mandela, is dat dus niet zo. Als (een oproep tot) burgerlijke ongehoorzaamheid voortkomt uit een diepgevoelde overtuiging dat de uitoefening van staatsmacht is ontaard in een soort van wanbeleid met een verhuld en geheel ander oogmerk dan het welbevinden van de bevolking en voorspoed van een land, dan is ongehoorzaamheid aan de uitgeoefende staatsmacht een morele plicht.

De Tweede Kamer is bij uitstek de plaats waar alles gezegd moet kunnen worden. Zelfs al wil een Kamerlid artikel 1 van de Grondwet schrappen of compleet herzien, dan is het niet alleen zijn recht om dat voorstel te doen, maar zelfs zijn plicht.

Voor Kamervoorzitter Bergkamp voorzie ik nog één belangrijke taak: haar functie neerleggen.


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

7 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
koddebeier
2 jaren geleden

Het kartel en hun handlangers zijn gewoon en geestesziek zooitje, die dankzij een oliedom stemvee in de 2e kamer zitten.
Jammer dat het IQ jaar na jaar afneemt in dit land.

Cornelia
2 jaren geleden

De dagelijkse klucht is al zo zo afgezakt dat ik eigenlijk alleen naar de inbreng van Gideon, Wilders, Pepijn, Thierry, Fleur of Caroline kijk, dat inclusief de interrupties, al moet ik bekennen dat ik vaak tijdens die interrupties een biertje of een stukje kaas ga halen…

A.R. Girbes sr
2 jaren geleden

Ik volg regelmatig meerdere debatten van Van Meijeren ,FvD in de Tweede Kamer, en ik vind dat hij dat goed doet……… maar Vere Bergkamp is constant is de strijd met haar eigen Ego en onbegrip.
Vere Bergkamp is zeker “verbaal” begaafd, maar……….. dat zegt helemaal niets. Verbaal begaafd waren ook de Kwakzalvers in de Middeleeuwen en Markt Rutte als Pseudoloog…….. pathologische leugenaars hebben ook nog een goed geheugen maar……. hun “pseudologia Fantastica” is dominant.

Mr Gideon van Meijeren poneert feiten, en juist feiten zijn voor velen te zwaar beladen mét de waarheid. Wie goed oplet zal steeds merken dat “de waarheid” bij velen een “onwelgevallige” melding is……. omdat “men” droomt en het altruïsme als weldoener, vol emotie, het gemoed, volgens hen, beter bestuurd door de “”afwezigheid van acceptatie“” van de harde realiteit Dat is geen nieuws en het is al eeuwen bekend. Staatsman Hallifax, ( 1633-1696 ) zei ook toen al dat:”” Wie de waarheid zegt, wordt als een gemeenschappelijke vijand beschouwd en durft niet meer over straat te gaan. “”
Mr Gideon van Meijeren zei ook: ( Youtube ) dat in 1933 juist de “gehoorzame massa” die “verschrikkelijke ” ( 1933- 1945) tijd hebben geaccepteerd.

En, zoals de heer Nijhof meent:” Voor Kamervoorzitter Bergkamp voorzie ik nog één belangrijke taak: haar functie neerleggen.””

Dat zou ik van Vera Bergkamp een uitstekende beslissing hebben gevonden. Maar, over “onwettig handelen” gesproken……… !!!!

Immers: Het “Testimonium Paupertatis“……. lokt het ” summum jus summa inju’ria” uit, door gebrek aan kennis……….!!!

r dunki
2 jaren geleden

Zelfverklaarde ‘hoogopgeleide’ stumpers in de 2e Kamer zullen geen rechten gestudeerd hebben en zich, in die context, met rechtsfilosofie en het daaruit voortvloeiend ‘natuurrecht’ hebben bezig gehouden. Natuurrecht staat lijnrecht tegenover rechtspositivisme: ‘Befehl ist Befehl’ waarop iedere starre ‘Holzkopf’ met ‘verstand op nul’ zich kan beroepen.

Het natuurrecht ziet juist een intelligentere relatie tussen recht en moraal omdat ‘recht’ niet per se ‘rechtvaardig’ is. Er zijn morele criteria die ertoe kunnen leiden dat de letter van de wet in deze filosofie niet gehoorzaamd hoeft te worden, zeker als die wet tot stand is gebracht door een onscrupuleuze Mark Rutte, om hem zelf de gelegenheid te bieden om de voltallige bevolking een ‘corona-oor’ aan te naaien met louter slechte bedoelingen – die de laatse weken steeds meer aan het licht komen… (luister maar naar Gideon van Meijeren en Sta-Pal).

Het natuurrecht concludeert dat er dan géén sprake is van recht, laat staan dat dat nageleefd dient te worden! Is daar wellicht een criterium voor?
Jazeker, dat vloeit voort uit de universele mensenrechten waaraan de ‘hoogopgeleiden’ duidelijk geen boodschap hebben in hun neurose om iedere vorm van oppositie te censureren en liefst volledig de kop in te drukken.

Dat burgerlijke gehoorzaamheid per definitie geweldloos is lijkt mij een vrome wens, maar als een overheid te ver gaat in hun totalitaire escapade’s komen wij in een grijze zone, waarin de fascisten het wèl zo prettig vinden als de onderdrukten geen wapens tot hun beschikking hebben.

Daarom is de vooruitziende blik der ‘Founding Fathers’ bij de geboorte van de USA zo opmerkelijk, want kijk eens wat het tuig van Antifa en BLM momenteel allemaal uitvreet in de laatste 2 jaren… Dit zei Thomas Jefferson ervan :

“No free man shall ever be debarred the use of arms.” — Proposed Virginia Constitution, 1776

“Laws that forbid the carrying of arms. . . disarm only those who are neither inclined nor determined to commit crimes. . . Such laws make things worse for the assaulted and better for the assailants; they serve rather to encourage than to prevent homicides, for an unarmed man may be attacked with greater confidence than an armed man.”

Geen wonder dat de Amerikaanse versie van D66 zo graag het grondwettelijke recht der Amerikaanse burgers om wapens te dragen wil afschaffen en geen wonder dat het in onze 2e Kamer altijd dezelfde clowns zijn die op het verkeerde moment hun mond opendoen… Vera voorop!

koddebeier
2 jaren geleden

De hele politiek is drama circus geworden, een voor het merendeel walgelijke vertoning die de naam democratie niet waardig is !!

Joost
2 jaren geleden

Wat een dommerikken zitten er in de Tweede Kamer. De meesten zouden zonder lid te zijn van een fractie en bewezen lippendiensten aan het bestuur van hun partij, daar nooit zitten.

rafi
2 jaren geleden

Zo eens met het laatste zinnetje! En met de rest. Nog een toevoeging: Van Meijeren gaf dacht ik toe dat hij opriep tot onwettige handelingen, en ik zou toch vooral willen benadrukken, dat de meest absurde wetjes democratisch tot stand kunnen worden gebracht, zonder dat zij daarmee rechtvaardige wetten, in lijn liggend met de grondwet, worden. Onrechtvaardige wetten hoeven niet gehoorzaamd te worden door de burger (of lagere overheden).