Route naar evenwichtig natuurbeleid

Het Nederlandse stikstofbeleid is binnen Europa vrijwel uniek. Uniek in een negatieve toonzetting. Alle andere Europese landen volgen een ander beleid, hanteren andere normen.

Dat is op zich al een merkwaardige observatie. Immers als iedere lidstaat zich zoals Nederland gebonden voelt om Europese normen te volgen, waarom heeft iedere lidstaat een eigen nationale norm en heeft die verwerkt tot beleid? Het Nederlandse beleid wordt gekleurd door de stelligheid over de ecologische en juridische noodzaak en die noodzaak blijkt in Den Haag boven elke twijfel verheven te zijn.

Toch zit er een merkwaardig kleurtje aan. De regering gaat uit van de ecologische visie van juristen en de juridische visie van ecologen. Gechargeerd gezegd: de regering baseert zich op de visie van deskundigen, maar wel op een bijzondere manier. Dat is nog niet het meest opvallende van het gevoerde beleid. Zij vermomt een risicofactor, een waarschuwingswaarde, als een in beton gegoten norm, die alleen zaligmakend is voor het terugdringen van de stikstof depositie en het behoud van de vegetatie in Natura 2000 gebieden.

Waarom heeft Nederland als kleine lidstaat met een beperkte invloed, dan de scherpste norm die niet is gebaseerd op het principe “meten is weten”, maar “gevoelens bepalen doelen”. Als volgens de betrokken DND-onderzoekers de Nederlandse normen overal zouden gelden, dan zou in meer dan tweederde van alle Europese natuurgebieden deze normen overschreden worden. De stikstofcrisis zou dan een continentale aangelegenheid zijn en dat kan nooit de bedoeling zijn. Hoewel andere Europese landen onderworpen zijn aan dezelfde Europese wetgeving en aan dezelfde ecologische realiteit, zien zij echter geen juridische en ecologische noodzaak om het Nederlandse beleid te kopiëren of te volgen.

Door het gebrek aan kennis, inzicht, ervaring en lenige intelligentie is bij regering, verantwoordelijke bewindslieden en hun ambtelijke top sprake van volgen, papegaaien, kopiëren en niet van sturen, vaststellen en bekendmaken van kompasrichting en uitstippelen van de route. Maar dat is oude koek, is al decennia bekend. Misschien dat zij het door de DND opgestelde actieplan kan kopiëren en gezien hun gebruikelijke routine, kan dat niet zo moeilijk zijn.

De realiteit als vertrekpunt voor beleid

Goed natuurbeleid heeft geen baat bij een voortdurende stroom aan dramatische, maar eenzijdige krantenartikelen die een even eenzijdig beleid aanwakkeren en een onjuist beeld van de realiteit schetsen. Goed landbouw- en natuurbeleid steunen meer op de stille intuïtie en ervaring van de vakman, dan op de schijnbaar allesomvattende berekeningen van de modelleur, de tunnelvisie van activisten en overheidsnarratief ondersteunende media Goed landbouw- en natuurbeleid moet niet gebaseerd zijn op onrealistische romantiek, maar op romantisch realisme.

Wie effectief natuurbeleid wil hebben, en streeft naar landbouw en voedselvoorziening in harmonie met natuur en omgeving, moet uitgaan van de realiteit. De realiteit van de onvoorspelbaarheid en dynamiek van de natuur; de realiteit dat belangen tegenstrijdig kunnen zijn; de realiteit van de open Europese markt; de realiteit dat Nederland mede door het ineffectieve migratie – en asielbeleid alleen maar dichter bevolkt wordt; de realiteit dat alleen die agrarische bedrijven overleven die economisch rendabel zijn: de realiteit dat goed natuurbeleid van veel factoren afhangt waarvan de invloed van het gros niet vanachter het bureau eenduidig kan worden berekend.

Uitgaande van die realiteit moet gezocht worden naar manieren waarop landbouw, voedselvoorziening, natuur en leefomgeving in harmonie met elkaar kunnen bestaan. Daarbij is de weg van geleidelijkheid weliswaar veel saaier, maar wel effectiever dan een rigoureuze en megalomane herinrichting van het platteland. Vooruitgang wordt vaak sneller behaald door generieke maatregelen, dan met zeer specifieke en hoge technische ingrepen die weliswaar zeer nauwkeurig lijken, maar dat niet zijn. Serieuze onderzoekers met een uitgebreide dieptekennis van een onderwerp beperken zich niet tot het plaatsen van kanttekeningen of het uiten van commentaren, maar komen ook met een voorstel/advies om geconstateerde onjuistheden en omissies recht te trekken.

Ook de onderzoekers van de DND geven daar gevolg aan. Wat volgt komt uit de koker van zijn onderzoekers en prikkelt hopelijk tot nadenken en ombuiging van het huidige heilloze beleid.

Het DND voorstel

Juistheid is belangrijker dan gedetailleerdheid. De huidige modelberekeningen over het effect van één individuele activiteit op 1 hectare natuurgebied zijn zeer gedetailleerd en suggereren een (gekunstelde) nauwkeurigheid, waar in realiteit geen enkele sprake van is. Het onderstreept de overheidsdrang naar micromanagement. Het gevolg is dat vergunningen verleend en geweigerd worden op basis van niet-significante (letterlijke: niets betekenende) modeluitkomsten. Bij natuurbehoud is voor het kunnen beheersen van het stikstofdepositie risico, veel effectiever om vuistregels toe te passen, die vergelijkbaar zijn met Duitse – of Deense drempelwaarden. Ook bij de reductie van emissie van stikstof ligt het meer voor de hand om met algemene maatregelen een reductie te bewerkstelligen dan door middel van specifieke maatregelen die het vooral goed doen in een rekenmodel, maar waarvan het effect in werkelijkheid een grote onzekerheid heeft. De uiteindelijke reductie zal hierdoor groter en eenvoudiger te bereiken zijn.

Bij natuurmaatregelen moet de concrete situatie leidend zijn. Daarom moet bij het nemen van natuurbeheersmaatregelen de concrete situatie en toestand van een natuurgebied het enige vertrekpunt zijn. Indien naar verwachting, de staat van het natuurgebied duidelijk en direct verbeterd kan worden door beëindiging van de stikstofuitstoot van een nabijgelegen bron, behoort onteigening en uitkoop tot de mogelijkheden. De kosten hiervan moeten worden beschouwd als beheerskosten van het natuurgebied ten bate waarvan deze bron wordt beëindigd.

Dejuridisering en de-technocratisering van het natuurbeleid moet de kern van beleid zijn. Goed natuurbeheer laat zich niet vangen in een rekenmodel of een juridisch kader, maar is het gevolg van de kennis, kunde en intuïtie van daadwerkelijk betrokken vakmensen. Goed natuurbeheer is niet vanuit de rechtszaal objectief en wetenschappelijk vast te stellen. Goede natuurbeheerders zullen het niet altijd met elkaar eens zijn en andere keuzes maken, maar natuurbeleid wordt niet beter als een rechter vanuit de rechtszaal gaat bepalen wie de beste mening heeft en wat het beste natuurbeheer is. Daar is de rechter, naar de aard van zijn functie en het ontbreken van diepte kennis en ervaring, niet toe in staat.

Politieke keuzes moeten worden gemaakt door politici Een groot aantal keuzes dat binnen het natuurbeheer gemaakt moet worden, zijn geen wetenschappelijke keuzes, maar hangen samen met niet-objectiveerbare opvattingen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de voorkeur voor een bepaald natuurtype, het streven naar een statische of een veranderende natuur en de rol en functie van menselijk ingrijpen binnen een natuurgebied. Hetzelfde geldt voor een groot aantal beslissingen op het gebied van de toekomst van de landbouw, zoals het al dan niet terugdringen van vee-dichtheid of monocultuur en de toelaatbaarheid van megastallen en varkensflats. Dit zijn keuzes die niet noodzakelijk volgen uit “de wetenschap”, maar primair bepaald worden door ons mens- en maatschappijbeeld. Deze keuzes kunnen niet – zoals nu te vaak het geval is – worden uitbesteed aan ecologen of andere wetenschappers, overlegtafels, planbureaus, ecologische autoriteiten, rechters of andere juristen.

Er moet een einde komen aan de polariserende overheidscommunicatie. Bewindslieden, woordvoerders en overheidsfunctionarissen op alle hiërarchische niveaus moeten stoppen met eenzijdige, onvolledige en suggestieve publiekscommunicatie om het beleid “aan de man en vrouw” te brengen. Dat geldt o.m. voor het ten onrechte poneren van onvermijdelijkheid (‘het moet van Europa/de rechter’), het niet onderbouwd of suggestief schetsen van doembeelden voor mens (‘straks komt er geen schoon drinkwater meer uit de kraan’) en voor de natuur (‘straks hebben wij geen natuur meer om aan onze kinderen door te geven’). Dergelijke communicatie ondergraaft nog meer dan nu al het geval is, het vertrouwen in politici, rechters, wetenschap, Nederlandse en Europese overheid (vertegenwoordigers als Timmermans). Dat groeiende wantrouwen verdiept en verbreedt de polarisatie van de Nederlandse samenleving. De regering dient aan het door haar gevoerde beleid enkel die redenen ten grondslag te leggen, die in direct verband met dit beleid staan.

Het beleid moet gericht zijn op noodzakelijke, concrete doelstellingen. Als er een politieke keuze is gemaakt om bepaalde doelstellingen te bereiken, dan moet het beleid afgestemd zijn op die doelstellingen. Wie bijvoorbeeld streeft naar circulaire landbouw, moet ook beleid maken dat zich richt op circulaire landbouw. Wie minder problematische fijnstof wil, moet beleid maken om die fijnstof direct aan te pakken. Wie een lagere vee-dichtheid wil of de grootte van de boerenbedrijven wil beperken, dient hier rechtstreeks beleid op te maken en moet zorgen voor economische levensvatbaarheid van kleine bedrijven. Bewindslieden en hun ambtelijke top moeten dan niet verwachten dat het geformuleerde stikstofbeleid ook als bonus, als toevallig nevenproduct resulteert in circulaire landbouw, kleinere bedrijven en minder uitstoot van fijnstof.

Er moet paal en perk gesteld worden, een einde komen aan beleidsnationalisme. De plaats, waarde en het karakter van natuurgebieden moet niet op nationaal, maar in een breder Europees perspectief worden bekeken. Zo kunnen de natuurlijke voordelen van ieder gebied het beste tot hun recht komen. Natuurtypen die goed floreren in andere delen van Europa hoeven niet in Nederland koste wat kost in stand gehouden worden.

Beleid op basis van de volledige realiteit. Aan het overheidsbeleid lijkt te vaak een romantisch toekomstbeeld van de landbouw ten grondslag te liggen. De regeringsgedachte is vaak dat beleid mogelijk is, waarbij alle belangen tegelijkertijd kunnen worden bediend. Tussen biologische of natuurinclusieve landbouw, een toekomstbestendige agrarische sector, dierenwelzijn, een gezonde leefomgeving en waterkwaliteit kan in die visie nooit sprake zijn van een tegengesteld belang. Als dan op één belang wordt gestuurd, zijn volgens verantwoordelijke bewindslieden alle overige belangen daarbij gebaat. Sturen op één enkele factor, door voor de reductie van stikstofdepositie een als norm verpakte risico-indicator, een waarschuwingswaarde te misbruiken, kan dan geen kwaad. Deze illusie leidt alleen maar naar een onromantische realiteit.

Haalbaarheid

Is het DND voorstel haalbaar? Als de insteek in Den Haag blijft zoals die nu is, dan niet. In Den Haag regeert de waan van de dag, het opportunisme, de kortzichtigheid, de tunnelvisie, de leegheid van gedachten, het bewuste gebrek aan kennis, ervaring en daardoor de afhankelijkheid van leeghoofdige, gesubsidieerde activisten gematerialiseerd in napraten en kopiëren.

Het oer-Hollandse spreekwoord “beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald” is in de politieke gangen van het vervangende parlementsgebouw een onbekend begrip. Vermoedelijk uit het raam gewaaid. Verantwoordelijke bewindslieden met de regeringsdriehoek aan de top zal er wel “geen actieve herinneringen aan hebben” en zullen vermoedelijk het DND voorstel geen kans geven.


i Bewerkte teksten uit het onderzoeksverslag van de DND “STIKSTOF Van technocratische tunnelvisie naar realistisch rentmeesterschap” (2022).


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
ronald.dunki
1 jaar geleden

Waar komt Rutte’s schaamteloze ‘idée fixe’ over brandnetels en vogeltjes toch in hemelsnaam vandaan en ‘hoe meet Rutte zijn fictieve stikstof’? Geloof het of niet, deze slaafse copycat van de EU (en VN en WEF) volgt blindelings het art. 6 van de EU Richtlijn 92/43 – een memorandum (d.d. 21.11.2018) van niet minder dan 93 pagina’s klinkklare onzin en maakt dit nog een graadje erger om Nederland onder de zoden te spitten!

Voor meer detail zie het ruim 3 jaar oude maar immer actuele: Wat brengt Brussel ons nu weer? (sta-pal.nl) Bij mijn noodgedwongen snelle en oppervlakkige scanning vond ik destijds geen objectieve criteria maar slechts onverteerbare, multi interpreteerbare tekst. Op pag. 87 daarvan, in Bijlage III, wordt een aanmeldingsformulier getoond dat na vermelding der eventuele negatieve effecten van een project voor de vogels of de brandnetels de mogelijkheid biedt om onder de kop: ‘Dwingende redenen van openbaar belang’, valide redenen aan te voeren om het plan of project ondanks de negatieve effecten ervan toch uit te voeren, waaronder redenen van sociale of economische aard!

Op dit wetenschappelijk en juridisch stuitende ’testimonium paupertatis’ van Mark Rutte over brandnetels en vogeltjes wordt Nederland systematisch verder gesloopt door zo een charlatan met zijn corrupte burgemeesters in spé. Er is geen haan die ernaar kraait en ‘ons soort mensen’ gelooft grif dat er al weer een crisis is… Klopt als een bus en dit keer ook 100% anthropogeen!

Joost Visser
1 jaar geleden

Onderhand gaat ook de duitse regering zich roeren.