Professor Cliteur is onder andere auteur van een aantal boeken over monotheïsme en – wat hij noemt – ‘theoterrorisme’. Op DDS neemt hij Frits Bosch min of meer de maat, maar soms lijkt het erop dat Cliteur nog niet precies begrijpt waarom de islam geen godsdienst is, maar een sociaal-politieke stroming. Vandaar enige notities.
De Egyptische politicus Sayyid Qutb wordt beschouwd als de grondlegger van het tegenwoordige ‘radicale’ islamisme, oftewel: de ‘politieke’ islam. Tot zover de formele, politiek-correcte opvatting over Qutb en islam, maar straks meer.
Wat in de eerste plaats begrepen moet worden is, dat Mohammed – de stichter van de islam – aanvankelijk begon als prediker in Mekka, waar hij in feite de Joodse Thora predikte voor zoveel hij dat kan hebben begrepen (Mohammed was analfabeet) en kon reciteren. Wanneer Mohammed merkt dat zijn prediking weinig instemming onder de bevolking krijgt en het stadsbestuur hem een beetje zat begint te worden, vertrekken eerst een aantal volgelingen naar Yathrib (het huidige Medina) waarna Mohammed in 622 A.D. volgt. Eenmaal in Yathrib kan de behoorlijk bemiddelde Mohammed het al snel schoppen tot stedelijk leider (een soort van Burgemeester) waarin ook zijn prediking (veelal spreekt men van openbaringen) sterk wijzigt. In Yathrib vallen harde uitspraken en harde oordelen te noteren; soms laten de verhalen uit Yathrib (Medina) in de Koran zich lezen als een soldatenhandboek; als een soort ‘Mein Kampf’. Dat is op zichzelf logisch; in die tijd spreekt de Burgemeester recht en beheerst hij de militaire middelen. Mohammed beroept zich, gelet op zijn verleden als prediker en ontvanger van goddelijke boodschappen, als burgemeester uiteraard op Allah, wat ook al niet vreemd is: Mozes deed hetzelfde om zijn leiderschap van legitimatie te voorzien.
Jammer genoeg is de Koran min of meer thematisch samengesteld en niet in chronologische volgorde, zodat de verschuiving van religie naar politiek minder opvalt. Maar dat kan ook een reden hebben…
Terug nu naar Sayyid Qutb (uitspraak: Koeteb). Van 1948 tot 1950 verbleef Qutb in de Verenigde Staten. Aan de Universiteit van (Noord-)Colorado, in de plaats Greeley, bestudeerde hij het Amerikaanse onderwijs en behaalde hiervoor een master. Qutb trok de conclusie dat de Verenigde Staten technologisch superieur, maar moreel volstrekt bankroet waren. Stelletjes liepen er zomaar hand in hand, en op de dansvloer hielden dames en heren zelf elkaars heupen vast. Qutb was compleet geschokt. Hij begon de Verenigde Staten te haten en verafschuwde de westerse cultuur. Toen Qutb merkte dat de Amerikaanse pers met genoegen reageerde op de moord op de leider van een Egyptische Moslimbroederschap, Hassan al-Banna, in 1949, was hij helemáál van de leg.
Na de Tweede Wereldoorlog begon Qutb islamitische boeken te schrijven. Twee bekende werken die hij schreef waren Sociale rechtvaardigheid in de islam (1949) en een dertigdelig commentaar op de Koran: In de schaduw van de Koran (1951-1965). Beide boeken hebben grote invloed gehad op de islamitische wereld. Het doel van deze boeken was om de Koran weer centraal te stellen binnen de moslimidentiteit en terug te grijpen op oude moslimtradities. Het boek Mijlpalen: Fasen van het islamitisch bewustzijn (1965) wordt door veel islamdeskundigen beschouwd als Qutb’s meest radicale boek. Dit boek wordt ook letterlijk beschouwd als een mijlpaal in de moslimgeschiedenis. De kern van Qutb’s boek is dat de Koran geen geschrift is voor discussie, informatie of studie, maar een boek dat islamieten praktische instructies geeft en oproept tot actie. Één zin in dit boek springt eruit: “Degenen die van het islamitische systeem afwijken en een ander systeem wensen, of dit nu gebaseerd is op nationalisme, huidskleur en ras, klassenstrijd of een andere soortgelijke corrupte theorie, zijn waarlijk vijanden van de mensheid!” (pag. 70)
Het verschil tussen de verhalen uit Mekka en de verhalen uit Medina is groot en Qutb, net als de meerderheid van de moslims (zie Koopmans 2015), oriënteert zich ook niet op de (magere) religieuze inhoud van de Koran; zij beschouwen hun leerstellingen als het enig juiste ‘systeem’. De moslims wilden destijds met niet aflatende ijver van Medina een stad maken waar de wetten van Mohammed (al of niet als boodschapper van God) gehoorzaamd werden. Dat heeft geleid tot felle confrontaties met de andersdenkenden, die vervolgens werden gedwongen zich te onderwerpen (het Arabische woord ‘islam’ betekent: overgave of onderwerping) of werden uitgeroeid. Precies daarom heet deze stroming ook niet ‘Mohammedanisme’, maar ‘islam’. Het is vernoemd naar de machtsdoelstellingen die moslims kennelijk eenduidig en overal hebben na te streven: overheersen, dwingen tot overgave, onderwerping van alle volkeren.
De islam ontleend aan de Koran het recht om te concurreren als staatsinrichting en als religie acht zij zichzelf pas relevant in een positie waarin de islam concurrentie ontmoet, zoals christendom of boeddhisme. Is die concurrentie verslagen, onderworpen of uitgeroeid, dan buigt de islam zich weer over de staatsinrichting, sociale constructies, het recht en de rechtspraak, et cetera. Precies zoals Mohammed ook deed. Ook hiervoor is een eenvoudige reden; in de tijd van Mohammed bestonden er geen democratieën, alleen maar dictatoriale besturen, veelal met referte aan (een soort van) religie. Ze kenden het verschil niet tussen democratie en dictatuur, alleen verschil met concurrente, veelal religieuze dictaturen. Niet voor niets heeft de 8e Soera (hoofdstuk) de naam ‘Al-An’fal’ gekregen: ‘De Buit’.[1] De 75 verzen verhalen vooral over de rechtvaardiging van de onteigeningen (vooral ongelovigheid, maar waarin precies?) en hoe de opbrengsten van hun aldus veredelde roof verdeeld moesten worden. De islamitische leer omvat dus, indachtig de opvattingen van Qutb, een handleiding over wie men berooft, waarom en hoe de opbrengsten te verdelen. Dat lijkt mij meer crimineel dan een beschouwing over de plaats die de mens in het universum inneemt. Wie Soera 8 overigens in één adem uit kan lezen krijgt een oorkonde wegens betoonde moed en doorzettingsvermogen.
Als een moslim zich, na het plegen van een terroristische daad, beroept op een islamitische achtergrond, dan heeft dat met theologie niets te maken ook al probeert iedereen zich in allerlei bochten te wringen om aan te geven dat het om ‘geloof’ zou gaan. Dat is nonsens. Meestal gaat het om het gevoel ‘beledigd’ te zijn door ongelovigen. Daar hoeven we niets voor te doen omdat moslims alleen het bestaan al van mensen die de islam afwijzen, als een belediging beschouwen. Het terrorisme wordt gepredikt in de islam, vooral door te wijzen naar “het voorbeeld van de profeet”, ofwel de daden die Mohammed pleegde; zie o.a. Soera 8.
Wie zich verzet tegen de staatsrechtelijke inrichting zoals de islam die voorstaat, gaat eraan. Terrorisme zit in de islam zelf en alleen daarom al is het geen religie, maar een afschuwelijke erfenis uit een lang vervlogen tijd. Geen ‘Theoterrorisme’ dus, maar systemisch terrorisme wat door de voorgangers in moskeeën wekelijks levendig wordt gehouden. Een van die voorgangers is de islamitische ‘geleerde’ Yusuf al-Qaradawi (Egypte, 9 september 1926), die met behulp van het presenteren van politieke, rechtskundige en sociale praktijken uit een ver verleden, proberen hun eigen staatsrechtelijke machtsvoornemens als ‘religie’ aan te prijzen. Dat heeft met religieuze of theologische inhoud niets van doen, maar met geschiedschrijving omtrent een merkwaardig geheel van opvattingen rond de menselijke moraal. Qaradawi heeft vele talenten, maar theologie behoort daar zeker niet bij. Desondanks wordt hij beschouwd als belangrijkste theologische ideoloog van de Moslimbroederschap, die inmiddels een afvaardiging in de Staten Generaal heeft; dus geen strikte theologie, maar een heldere politieke ideologie. In het andere geval droegen de beide dames hun hoofddoeken juist niet in het centrum van de (Nederlandse) macht. De voorlieden van christelijke partijen lopen immers ook niet met een mijter op of in een toga.
Voor criminele organisaties hebben we in de westerse wereld prima oplossingen en die hebben in het geval van b.v. motorclubs goed gewerkt.
Overigens biedt het oeuvre van professor Cliteur op dit thema zeker wel interessante inzichten en overwegingen die beslist de moeite waard zijn om aan te schaffen. Frits Bosch kan er ook wat van en taxeert de islam mogelijk wat beter op inhoud en strategie.
[1] Soera 8: الأنفال / Al-An’fal / ‘De Buitvoordelen’, Kramers 1956 / ‘De Buit’, Leemhuis 1989 / ‘De Oorlogsbuit’, Siregar 1996
Geachte heer Nijhof, leest u http://www.sdnl.nl/twin-towers.htm
CITAAT:
‘Terroristen zijn meestal moslims: zegt ons dat iets?’
NRC Handelsblad, 7 september 2004, door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 7 SEPT. Een vooraanstaande Saoedische journalist heeft erop gewezen dat terreur een islamitische ziekte is, tot zelfkritiek opgeroepen en fel uitgehaald naar islamitische geestelijken en docenten die de gewelddadige dood van burgers rechtvaardigen in naam van de islam. Zonder hen het hoofd te bieden, “kunnen we onze extremistische jongeren niet terugwinnen die al die verschrikkelijke misdaden plegen”.
Abdul Rahman al-Rashid, managing directeur van de Arabische televisiezender Al-Arabiya, kwam met zijn aanklacht in een zeldzaam openhartig commentaar in de Arabische krant Al-sharq al-Awsat in reactie op de bloedige gijzeling in de school in de Russische stad Beslan. Al-Sharq al-Awsat, een in Londen uitkomende, met Saoedisch geld gefinancierde krant waarvan Rashid tot zes maanden geleden hoofdredacteur was, publiceerde het commentaar zaterdag. De Britse Sunday Telegraph drukte het eveneens af.
Rashid schreef dat weliswaar niet alle moslims terroristen zijn, maar “het is even zeker en uitzonderlijk pijnlijk dat bijna alle terroristen moslims zijn”. “Bin Laden is een moslim”, aldus Rashid, “de meerderheid van degenen die de zelfmoordaanslagen op bussen, auto’s, scholen, huizen en gebouwen over de hele wereld bemanden waren moslims Zegt dat ons iets over onszelf, onze maatschappijen en onze cultuur?”
In zijn commentaar riep Rashid de moslims op de ernst van de situatie in te zien en te erkennen. “Vervolgens moeten we achter onze terroristische zoons aangaan, in het volle besef dat zij de zure druiven zijn van een misvormde cultuur”.
De islam is volgens Rashid een “onschuldige en welwillende godsdienst die moord de afschuwelijkste misdaad noemt”. Maar hij is veranderd in een “alomvattende boodschap van haat en een universele oorlogsschreeuw”. Van de geestelijken die hiervoor verantwoordelijk zijn, “de neomoslims”, noemde hij met name de invloedrijke Egyptische geestelijke sjeik Yusuf al-Qaradawi. “Laten we luisteren naar Yusuf al-Qaradawi, de sjeik, en hem zijn fatwa horen reciteren over de religieuze elaatbaarheid van het doden van Amerikaanse burgers in Irak.
Deze kwakkelende sjeik, in zijn laatste dagen, met twee dochters die in het ongelovige Groot Brittannië studeren, die kinderen aanspoort om onschuldige burgers te doden.” Qaradawi, die in Qatar leeft en wiens standpunten vaak te horen zijn op de Arabische televisiezender Al-Jazira, wordt in islamitische kringen als gematigd beschouwd. Hij bracht deze zomer juist temidden van veel Britse kritiek een bezoek aan Londen en werd toen door burgemeester Ken Livingstone voor een nieuw bezoek in het najaar uitgenodigd.
De Saoedische kroonprins Abdullah deed zondag juist een beroep op leerkrachten en andere opvoeders geen extremistische ideeën te propageren. “Het is een kwestie van leven en dood voor het land”, zei Abdullah, de facto leider van het land, in een verwijzing naar het moslimterrorisme dat ook Saoedi-Arabië teistert.
Er is veel kritiek in het westen geleverd op de omzichtige manier waarop Saoedi-Arabië tot kort geleden omging met extremistische docenten en predikers die terreur goedpraatten. Maar sinds ook Saoediërs slachtoffer werden van moslimterreur is deze opstelling veranderd.
Beste Joost Eerdmans, Geert Wilders en Kamerleden wilt u mij antwoord geven.
Eindelijk worden er toch enige Moslim leiders wakker en onderkennen “Terroristen zijn meestal moslims: zegt ons dat iets?”, Nu nog de heren Witteman en van Dam en ik hoop dat deze salonsocialisten dit ook gaan onderkennen en al de heren en dames die Pim Fortuyn gedemoniseerd hebben zoals te lezen is op http://www.sdnl.nl/pimpernel.htm
Lees mijn e-mail aan de heer Haselhoef van ruim twee jaar geleden en het citaat waarop ik nooit enig antwoord gehad heb: “Maar kunt u mij uitleggen waarom het zo vaak Moslims zijn die aanslagen en terroristische acties plegen, zoals nu ook weer in India?”. Nogmaals ik ben géén profeet en ben ook niet bij Jomanda geweest.
In Nederland zou men nu Pim Fortuyn postuum de hoogste onderscheiding moeten geven die in Nederland gegeven wordt, Ridder Groot Kruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Abdul Rahman al-Rashid, managing directeur van de Arabische televisiezender Al-Arabiya: In zijn commentaar riep Rashid de moslims op de ernst van de situatie in te zien en te erkennen. “Vervolgens moeten we achter onze terroristische zoons aangaan, in het volle besef dat zij de zure druiven zijn van een misvormde cultuur”.
Wie in Nederland kan mij uitleggen wat het verschil is tussen een “achterlijke cultuur” van Pim Fortuyn en een “misvormde cultuur” van Abdul Rahman al-Rashid? Melkert? Van Dam met zijn Eichman vergelijking? Job Friso met zijn Janmaat boekje? Zalm, Dijkstal, Kok, Maarten van Rossum, Sonja Barend, en nog vele andere Nederlandse betweters en farizeeërs?” Einde citaat.
Van Joost Eerdmans, Geert Wilders en de zittende pluche Kamerleden uit 2004 hebben wij van http://www.sdnl.nl nooit antwoord gekregen!