De rechtse treurnis

In de politiek wordt vaak gesproken over ‘links’ en ‘rechts’. Het zou te maken hebben met een socialistische (links) kijk op de maatschappij, of met een liberaal-conservatieve (rechts) kijk. In een Parlement zitten de socialisten doorgaans links voor de voorzitter en de liberaal-conservatieven meestal rechts. Vandaar. Maar aan de rechterkant kunnen ze het thematisch maar moeilijk eens worden. Ziedaar: de rechtse treurnis is niet veel meer dan een dans rond het Gouden Kalf van bezoldigingen en andere grepen in de schatkist.

Er zijn in Nederland nog vijf min of meer ‘rechtse’ partijen – of althans partijen die het over rechts redelijk eens zouden kunnen worden – over: PVV, FvD, JA21, SGP en BBB. De rest van de politieke partijen is – met behulp van veel marketeers en buiten het zicht van de bevolking – heimelijk zover van het redelijke midden naar links opgeschoven dat we gerust kunnen spreken van een (inter-) Nationaalsocialistische revival; “In Europa (de EU dus) zijn we allemaal gelijk, in het bijzonder in gedachten, opvattingen en uitspraken”. Alles voldoet aan de door de Nederlandse politiek onderschreven Brusselse – ambtelijke – narratieven en voor zoveel dat narratief niet wordt gevolgd is er het ‘Konzentrationslager’ van de uitsluiting; de ‘cancel culture’ met Facebook en Twitter als opsporende en oordelende Grüne Polizei. Lokaal moeten we het doen met Belgische pre-censuur voor geschreven pers en een Riefenstahl-afdeling onder de noemer NPO. Zoek maar eens op wat ‘Gleichschaltung’ precies betekent en of u verschillen ziet met wat er om ons heen gebeurt.

Aan de rechterkant neemt men elkaar echter vooral de maat en verder is X altijd tegen Y en Y moet niets van Z hebben, et cetera, enzovoort. Het enige waar rechts het over eens is dat aan de linkerkant iedereen wil deugpronken, maar ziet niet in dat ze onderling elkaar de maat nemen omdat ze niet rechtsdeugend genoeg zijn of anderszins. Bovenal, heb ik de indruk tenminste, weten ze helemaal niet waar ‘rechts’ precies voor staat.

‘Rechts’ staat voor ordentelijke politiek, een zorgvuldig bewaakte scheiding der machten, een kleine overheid en één oppermachtige opdrachtgever: het Nederlandse volk. ‘Rechts’ gaat uit van negen basiskenmerken van moderniteit die leiden tot slechts enkele overheidstaken. Laat ik eerst de negen basiskenmerken van moderniteit opsommen:

  1. Op politiek, staatkundig en maatschappelijk niveau is een volledige scheiding aangebracht tussen Kerk en Staat.
  2. Er is vrijheid van meningsuiting, die slechts wordt beperkt door uitdrukkelijk bij de wet gestelde grenzen.
  3. Er is een markteconomie gebaseerd op eigen initiatief en vrij ondernemerschap.
  4. Er is een parlementaire democratie.
  5. Er is scheiding van de uitvoerende macht, de wetgevende en controlerende macht en van de rechtsprekende macht.
  6. Mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig.
  7. Individuele verantwoordelijkheid staat in de moderniteit centraal.
  8. Een samenleving bestaat bij de gratie van samenlevende en samenwerkende individuen. Dit betekent dat het individualisme en de individuele vrijheid hun begrenzingen hebben daar waar zij de samenleving in haar voortbestaan bedreigen, dan wel dreigen te desintegreren.

Met dat in het achterhoofd, zijn de basistaken van een overheid gemakkelijk te formuleren:

  1. De realisatie van onbeperkte vrijheid van meningsuiting.
  2. Het vervaardigen en bewaken van wetten en onafhankelijke rechtspraak
  3. Het verzorgen van een ordentelijke (verkeers-) infrastructuur.
  4. Het verzorgen van interne en externe veiligheid.
  5. Het verzorgen van een optimale volksgezondheid.
  6. Het verzorgen van hoogwaardige educatie.
  7. Het beschermen en bewaken van de Nederlandse (Westerse) normen en waarden.

Dat resulteert in een samenleving die zich kenmerkt door:

  • Het behoud en de verdediging van de parlementaire democratie;
  • Het zo vaak mogelijk raadplegen van de bevolking;
  • De eerbiediging en handhaving van onze rechtsorde;
  • De bescherming van burgers en hun eigendommen;
  • Een hecht internationaal (Atlantisch) bondgenootschap;
  • Een gezond sociaal en economisch klimaat;
  • Gegarandeerde vrijheid van meningsuiting, in het bijzonder voor politici;
  • Een religieus neutrale staat;
  • Openbaar onderwijs;
  • Een bevolkingspolitiek die toeziet op ruimhartig toelatingsbeleid voor echte vluchtelingen en een zeer selectief beleid voor landverhuizers (economische asielzoekers).

Ik heb geen idee of andere partijen dit allemaal rechts-radicale praatjes vinden, maar als blauwdruk voor wat ‘rechts’ eigenlijk wil kan het m.i. voortreffelijk dienen. En als ze daarin Fortuyn herkennen, dan hebben ze helemaal gelijk. Politici hebben we genoeg ter rechterzijde maar de beoogde chef is helaas doodgeschoten door zijn tegenstanders. Maar politiek is niet voor bange mensen, dus wie staat op om hier alles wat rechts is een handtekening onder te laten plaatsen?


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties