Het ziet ernaar uit dat de pandemie goeddeels achter de rug is. Het vertrek van de gevaarlijkste varianten van het coronavirus komt nagenoeg tegelijk met het afzwaaien van CDA-minister De Jonge op VWS. Misschien is het vertrek van zoveel virussen ineens ook geen toeval.
Alhoewel het aantal besmettingen een stijgende lijn laat zien, neemt het aantal ziekenhuisopnamen af en is het gevaar op een verheviging van het langslepende zorginfarct in ons land minder groot geworden. Sommigen, onder wie OMT-lid Marc Bonten, wijzen naar de situatie in het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Daar liggen inmiddels namelijk minder mensen met corona op de intensive care. De nieuwe minister van VWS Kuipers denkt niet dat de ervaringen in die landen een voorbode zijn voor een kentering in de pandemie hier en de gevolgen ervan voor de zorg en de samenleving. Dat is een merkwaardige kijk op de huidige situatie.
De mortaliteit van corona ligt, volgens verzamelde gegevens, in ons land op 0,62% wat aanzienlijk lager is dan de 1,2% van de Spaanse griepepidemie in de jaren 1918 – 1920. De natuurlijke ontwikkeling van een virus tot een veel minder dodelijke variant vindt zijn bevestiging in de Omikron-variant, die minder ernstige gevolgen heeft, maar dus meer besmettelijk is. Dat betekent natuurlijk wel dat wij met de Omikron-variant nu op het niveau van een gemiddelde seizoensgriep zijn terechtkomen. Als de Minister van mening is (hij is immers arts, in tegenstelling tot zijn hilarische voorganger) dat dit niet zo is, dan mag van hem een gedegen uitleg worden verlangd, waarom de huidige varianten van het virus nog zo gevaarlijk zijn voor de ziekenhuiscapaciteit. Niet voor de totale volksgezondheid: daarvoor is het mortaliteitscijfer te laag. Daarin kan hij dan tevens nog de tot dusver onverklaard gebleven oversterfte (uitgestelde behandelingen a.g.v. eerder ministerieel wanbeleid?) uitleggen, naast de relatie met de volksgezondheid/economie enerzijds, en het mortaliteitscijfer anderzijds.
Het heeft er inmiddels nagenoeg de schijn van dat de overheid met de corona-aanpak heeft gekozen voor het beperken van de AOW uitgaven en zorgkosten, n.l. door het ruimen van een aanzienlijk aantal bejaarden.
Inmiddels staat het Nederlandse MKB het water aan de lippen; met name in de grensprovincies zien deze ondernemers forse omzet naar het buitenland vloeien. Niet alleen de ondernemers lopen veel inkomsten mis, ook de overheid ontvangt op deze manier veel minder inkomsten terwijl er aan de uitgavenkant ook nog meer wordt uitgegeven. Verschillende winkeliers hebben al aangegeven dat zij niet langer kunnen wachten met het heropenen van hun winkels en krijgen daarbij steun van gemeenten en provincies. Het draagvlak voor de maatregelen brokkelt dus in snel tempo af en het is niet meer dan billijk, zeker in het licht van de hiervoor geschetste omstandigheden, dat de regering nu met het besluit komt om terug te keren naar normaal omdat ook de risico’s zich op een normaal en dus aanvaardbaar niveau bevinden.
Met minder kan onze bevolking geen genoegen nemen. Het is nu wel mooi geweest.
Nu maar afwachten wanneer ‘profeten’ als; Fauci,Schwab, Gates enz. ons gaan waarschuwen voor een nóg groter killervirus.
Het is tenslotte de bedoeling dat er nog slechts een ‘handjevol’ mensen overblijven die niets meer zullen bezitten en tóch gelukkig zullen zijn.
De Mexicaanse griep was een uitprobeersel
Corona een generale repetitie.
We gaan het zien wat er komt dit jaar
Leven zoals the old order Amish? Bedoelt U? Dus geen electrische auto maar gewoon paard en wagen. Zal een zware tegenvaller zijn voor al die gelukzoekers die met duizend per week hier binnen komen. Geen electriciteit meer dus ook geen windmolens. Zo heb ieder nadeel ook weer een voordeel zou Cruyf zeggen.
Beste Buskens,
Jouw reactie raakt niet hetgeen ik probeer te vertellen.
De strekking van mijn reactie gaat meer richting “enge ziektes” zoals voorgenoemde ‘Heren’ pogen op de wereld los te laten in de hoop hun doelen te bereiken.
Ik heb Uw verhaal wel degelijk begrepen en geprobeerd met wat humor dit te bagatelliseren.