Tegen de Tribalisering

Een dezer dagen is bij uitgeverij Contour het boek ‘Tegen de Tribalisering’ verschenen waarvoor ik de redactie mocht voeren. Aan deze bundel werkten mee: Dirk van der Blom, Charlef Brantz, Lex Cornelissen, David Engels, Sid Lukkassen, David Pinto en Bart Reijmerink. Het voorwoord werd geschreven door Rob Roos, Europarlementariër namens JA21.

In het boek behandelen de auteurs het merkwaardige verschijnsel van de opkomst van een stammencultuur in Nederland en de verdere Westerse wereld, waarin verschillende groeperingen – waaronder velen die nog slechts enkele generaties deelnemen aan het maatschappelijk verkeer in onze streken – zich bij voorbaat kansloos achten omdat zij niet ‘wit’ zijn, noch behept met de Joods-christelijke achtergrond die onze volkeren het meest kenmerken en waarop onze cultuur zich heeft gevestigd. Dat is des temeer opmerkelijk, omdat juist die kennelijk rijkere cultuur en de moderne verworvenheden, klaarblijkelijk de oorzaak vormden om hier te willen zijn en te blijven. Toch lukt het hen niet om daaraan volwaardig deel te nemen, naar eigen zeggen omdat zij geweerd worden. Die ‘tribalisering’ is vooral opgekomen sinds het brute politie optreden in de VS waarbij de zwarte Amerikaan George Floyd het leven liet. Al snel daarna leek overal sprake te zijn van racisme en de geringste kritische uitlating is voldoende om aan de schandpaal van het racisme-narratief genageld te worden. Blanke (witte) mensen die zich van geen kwaad bewust zijn, wordt verweten dat hun onbekendheid met racisme alleen al, een duidelijk bewijs is dat zij in essentie racisten zijn. Dat hun samenlevingsorde, de Westerse moderniteit dus, ‘systemisch en institutioneel racistisch’ is.

Daarbij blijft uitdrukkelijk buiten beeld dat de nog niet zo lang geleden toegetreden bevolkingsgroepen, vanuit hun oorspronkelijke cultuur of religie veelal niet bijzonder zijn geïnteresseerd in opleiding en ontwikkeling. Het behoud van het ‘eigene’ staat bij hen voorop. Ook dat is merkwaardig, omdat het succes van de moderne maatschappijen veelal voortkomt uit een wat lossere omgang met de culturele dogmatiek en een voortreffelijk opgeleide bevolking met dito arbeidspotentieel en -ethos. Wie dus aan deelname in die moderne maatschappij geïnteresseerd is, zal dus vooral die eigenschappen door een eigen ontwikkeling op peil moeten brengen en zelf die activiteiten moeten ontplooien. Daarvoor zijn ruimschoots voldoende middelen voorhanden die, zonder acht te slaan op ras of overtuiging, beschikbaar worden gesteld. Gelukkig zijn er ruimschoots voorbeelden van successen op dat terrein, maar schaars blijven zij wel en over het algemeen scoren de meer ‘nieuwe’ bevolkingsgroepen uitsluitend hoog op verkeerde lijsten, zoals beperkte taalvaardigheid (ook na 20 jaar of langer in ons land), analfabetisme, criminaliteit, et cetera.  

Maar niet alleen rond het thema ‘ras’ tekent zich een ‘stammencultuur’ af. Groeperingen die zich bijvoorbeeld uitlaten in termen die alleen al vraagtekens zetten bij ‘klimaatverandering’ en dat ook logisch vinden omdat het klimaat dat eigenlijk altijd al deed, kunnen rekenen op scherpe kritiek en de meest grove verwensingen van groeperingen die in die klimaatveranderingen juist het einde van de wereld menen te zien. Nader bekeken, is het motief voor dat tribalisme misschien ook meer een dekmantel voor een zeker cultuurmarxisme, bedoeld om ruimte te scheppen voor een ander, geprononceerd en gekunsteld wereldbeeld. De termen lopen daarbij door elkaar op een soms onnavolgbare manier, of het gaat om racisme, koloniaal verleden en slavenhandel, of wellicht de thema’s natuur en duurzaamheid. De klagers bevinden zich opvallend vaak in een situatie waarin subsidie het duurzame hoofdinkomen vormt.

Dit merkwaardige fenomeen wordt in dit boek door verschillende auteurs vanuit hun eigen invalshoek bekeken. Zij proberen helderheid te scheppen in de soms warrige discussies. Bovenal onderzoeken zij het fenomeen van een stammenstrijd, het tribalisme, dat lijkt op te leven en dat zich beweegt langs de lijnen van een zekere superioriteitsgedachte rond de thema’s ras, milieu en klimaat.

Degenen die menen dat hun strijd tegen racisme, klimaatverandering en het koloniale verleden blijk geeft van een superieure moraal, hebben in ieder geval gelijk van de overheid gekregen. Deze groeperingen worden namelijk ruimschoots voorzien van subsidie, waarmee de oorspronkelijke bewoners van ons land en deze kennelijk ‘verdorven’ samenleving, de kritiek op – en soms ook misbruik van – haar verworvenheden onder betalingsdwang financiert.

En dat kon wel een boekje gebruiken…


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
r dunki
3 jaren geleden

was de strategie van Karl Marx in zijn Communistisch Manifest niet om bij elke gelegenheid een ‘we against them’ situatie te creëren? Dat doet wonderen om simpele zieltjes te ’tribaliseren’…