Na de CO2 en NH2 knuppels die door de regering Rutte III in het Nederlandse hoenderhok (de samenleving) zijn gegooid, kan de doorsnee Nederlander wachten op de volgende klimaatknuppel die de veehouderij opnieuw op zijn fundamenten zal doen schudden. Ammoniak. Onze zuiderburen hebben al een aantal onderzoeken naar de ammoniak emissie gedaan en zich gebogen over maatregelen om die emissie te beperken[1]. Vanzelfsprekend kan gidsland Nederland niet achter blijven.
Onderscheid maken
Voor mens en dier is stikstof – als essentieel bestanddeel van enzymen – een energiebron en bouwstof voor het lichaam. Dieren halen stikstof uit plantaardig voedsel en scheiden een deel van de stikstof ook weer uit in mest. Vervolgens brengt de mens de mest op het land voor de teelt van gewassen om o.m. dieren te voeden. Tijdens dit proces van reactieve stikstof lekt er stikstof weg naar de lucht, zoals ammoniak, lachgas en stikstofgas en naar grond- en oppervlaktewater als nitraat. Er kunnen dus o.m. twee soorten stikstofverbindingen worden onderscheiden die een rol kunnen spelen bij klimaat en milieu discussies: stikstofoxiden (NHx) en ammoniak (NH3). Voor het gemak wordt op een onjuiste manier de effecten van beide onder een noemer stikstof geplaatst en dan komt de agrariër als grote verliezers uit de bus.
In het artikel “een nieuw klimaatbreekijzer” waar het wel een wee van stikstofoxiden is behandeld, is onderstreept waarom het negeren van dat onderscheid niet alleen onjuist is, maar ook oneerlijk. Uit het bovenstaande schema dat de RIVM zelf in zijn uitleg gebruikt, komt duidelijk tot uiting dat bij de emissie van stikstofoxiden de schuldvraag bij verkeer en industrie (samen verantwoordelijk voor 88% van de stikstof oxiden emissie) ligt en bij ammoniak[2] bij de agrariër in de ruimste zin van het woord (88% van de emissie).
Ammoniak: plaag en/of zegen?
Naast stikstofoxiden is ammoniak dus een andere stikstofverbinding die door emissie en depositie relevant is voor klimaat en milieu en in het verlengde voor mens, dier en plant. Ammoniak is eén van de stoffen die vrijkomen uit mest en Nederland heeft een veestapel die mest[3] produceert. Wanneer een onderzoek naar de eventuele schadelijke effecten van ammoniak gedaan wordt, moet die zich net als bij de twee andere klimaatknuppels uitstrekken over emissie en depositie (wat bij discussies op politiek niveau nauwelijks gebeurt).
Ammoniak draagt bij aan verzuring van de bodem en kan in hoge concentraties schadelijk zijn voor mens, dier en milieu. Dat gebeurt als plantenwortels ammonium (NH4) opnemen en daardoor waterstofmoleculen afstaan, die ervoor zorgen dat stoffen die belangrijk zijn voor planten en dieren (calcium, magnesium en kalium) oplossen en wegspoelen. Veel planten en dieren zijn daar niet tegen bestand.
De depositie van ammoniak kan dan schadelijk zijn voor flora die van een arme bodem houdt en niet veel stikstof kan verwerken. Zij worden dan overwoekerd door planten die goed gedijen op stikstof rijke gronden zoals grassen en brandnetels en verdwijnen uit het lokale en regionale ecosysteem. Dat kan door klimaatdoemdenkers als een probleem gezien worden zodra de biodiversiteit van cultuurlijke begroeiingen (die onder de onjuiste verzamelnaam Natura 2000 door regering en klimaatfanaten aan de samenleving verkocht wordt)[4] door stikstofoxiden en ammoniak beïnvloed wordt.
De ammoniak emissie/depositie was in Vlaanderen een graad slechter dan in Nederland. In tegenstelling tot het gros van de Nederlandse informatie wordt in Vlaanderen bij het produceren van data voortdurend onderscheid gemaakt tussen stikstofoxiden en ammoniak, tussen emissie en depositie, tussen diersoorten en tussen stal en open lucht. In 2014 werd in Vlaanderen in totaal ongeveer 44912 ton ammoniak geëmitteerd: 93% (41822ton) was afkomstig van de landbouw, 4% van huishoudens, 2 % van industrie en 1% van het verkeer[5]. Binnen de landbouw was in Vlaanderen de veeteelt verantwoordelijk voor 82% van de uitstoot, waarvan 44% door varkens en 41% door runderen.
In de jaren ´90 werd de agrarische industrie als de grote veroorzaker van de zure regen beschouwd, maar net als de hedendaagse stikstof discussie werd geen onderscheid gemaakt in emissie en depositie. Ammoniak is basisch en wordt in de atmosfeer in regendruppels, nevel en mist omgezet in ammoniumionen (NH4+), waardoor een deel van het in de atmosfeer aanwezige zwavelzuur en salpeterzuur dat bijdraagt aan de verzuring van het milieu, wordt geneutraliseerd. Bij depositie kunnen ammoniak en ammoniumionen, in de bodem door bacteriën worden omgezet in salpeterzuur dat juist aan de verzuring bijdraagt. Net als bij de stikstof discussie worden emissie en depositie effecten samengevoegd en volgens een drietal ministeries baserend op door de overheid gesubsidieerde rekeninstanties is het resultaat dat ammoniak bijdraagt aan de zure regen. Beter gesteld aan de verzuring van de bodem.´Anderen wijzen die visie af en wijzen er bijvoorbeeld op dat jarenlang aanzienlijke hoeveelheden ammoniumhoudende kunstmest op landbouwgronden worden gebruikt en van een verzuring nauwelijks sprake is.
De agrariër draagt meer dan een steentje bij
Net als bij de stikstofoxide emissie en depositie heeft de Nederlandse agrariër sinds 1980 veel gedaan om zijn ammoniakuitstoot met tweederde te verminderen: injecteren van mest in de grond, afdekken van mestsilo’s, zuiveren van de stallucht met filters, aanleg emissiearme stalvloeren, ammoniak wasinstallaties en aangepast voer. Ook in Vlaanderen heeft de doorsnee agrariër sinds 2000 naar een beperking van het veronderstelde ammoniak probleem gestreefd. Door soortgelijke maatregelen te nemen als de Nederlandse agrariër (afbouw van de veestapel veeteelt, verhoogde voederefficiëntie, emissiearme stallen voor varkens en pluimvee en emissiearme aanwending van dierlijke mest) is de Vlaamse agrariër er in geslaagd om de emissie met 22% te doen dalen.
Een veelgehoorde politieke oplossing voor de natuurschade is “minder landbouw en minder vee”. Professor Oene Oenema (geen grapje) van de Universiteit in Wageningen stelt het volgende: “het is niet altijd duidelijk hoeveel ammoniak er nou precies voorkomt in de natuur…we meten dat maar op een beperkt aantal plekken. En we vinden de uitslagen van die metingen representatief voor heel Nederland. Als er op een paar plekken ineens veel meer ammoniak is, gaan we er vanuit dat dat voor heel Nederland geldt. Terwijl er misschien op die plekken net een nieuwe stal is gebouwd in de buurt en de stijging daar vanaf komt….het is dus te verklaren dat boeren het vervelend vinden dat zij van alles doen om minder stoffen uit te stoten, maar wel altijd de schuld krijgen van de schade aan de natuur, terwijl die niet altijd even goed meetbaar is”. Samenvattend zegt Oenema dat men voorzichtig moet zijn met het projecteren van plaatselijke metingen op de ammoniak toestand van heel Nederland. Die plaatselijke metingen kunnen wel een voorspellende, maar nauwelijks een absolute waarde hebben.
De politieke wijsneuzen willen de door hen als probleem aangehaalde stikstofemissie (waarbij ze geen onderscheid tussen stikstofoxiden en ammoniak, geen onderscheid tussen emissie en depositie, geen onderscheid in diersoorten en geen onderscheid in stal en open lucht, willen of wellicht kunnen maken) is halveren of stoppen van het agrarische volume. Volgens Oenema is het maar de vraag of dan wel klimaat en/of milieu doelen gerealiseerd worden. Oenema: “als je de landbouw halveert, betekent dat niet dat je waterkwaliteit ook 50% beter wordt. Er is nog te weinig onderzocht hoe groot het effect zou zijn van een kleinere landbouw op de kwaliteit van ons water”.
Oenema is wetenschapper, ammoniak kenner en een Bèta gevormd persoon.
Zou die het niet beter weten dan die Alfa gevormde papierschuivers op het
Binnenhof? Een Klaver die de oplossing van ons veronderstelde klimaatprobleem
in Ethiopië probeert te vinden?
[1] “Screening van maatregelen die kunnen leiden tot de reductie van ammoniakemissie afkomstig van landbouw”( 2016), van Instituut voor Landbouw en Visserij onderzoek van Vlaanderen.
[2] Ammoniak is bij kamertemperatuur en atmosferische druk een kleurloos giftig gas met een sterk prikkelende en penetrante geur die zeer karakteristiek is. Het wordt in zeer grote hoeveelheden in de gehele wereld geproduceerd o.m. als koelstof voor industriële koelinstallaties. Vooral de laatste jaren werd ammoniak in verband gebracht met de zure regenproblematiek, een discussie die nu overtroefd wordt door de veronderstelde CO2, NHx emissie problematiek.
[3] 90% van de ammoniak emissie en depositie ontstaat door de vermenging van feces en urine.
[4] Nederlanders worden gedreven door een maakbaarheidsgedachte. Sinds de eerste waterschappen in 1255 zijn de bewoners van de lage landen begonnen met het actief organiseren van landschapsinrichting. En ze zijn in de loop van de eeuwen vrolijk verder gegaan: oprichten van dijken, drooglegging met poldermolens in de late middeleeuwen, het gebruik van de eerste stoomgemalen aan het eind van de achttiende eeuw, Afsluitdijk, Flevoland, Deltawerken. Bedijken, afwateren, droogleggen, inpolderen, veenafgravingen, turfwinning, creëren van heide en stuifzandplaatsen door begrazing en afplagging. Resultaat: geen oerbossen, sturen van de loop van rivieren, afbakening van de kust door dijken en groen geschapen door mensenhanden.
[5] VMM 2015.
.