Dodenherdenking 4 mei gekaapt

Niet alleen een geflipte domineeszoon die op het Museumplein  in Amsterdam voor de Nationale Dodenherdenking papieren kruisjes wil plaatsen voor omgekomen migranten heeft een poging gedaan om Dodenherdenking te kapen, al beweert hijzelf dat dat niet zijn intentie was.
“Dit zijn de verzetsstrijders van nu”, kopte de website van het Algemeen Dagblad. “Het mocht nóóit meer gebeuren, na 1945. Maar het gebeurde toch. Steeds weer. Op het Ereveld in Loenen spraken vluchtelingen van toen en nu over de bommen die hun leven een traumatische wending gaven”.

Voor de beeldvorming is de tekst van het AD-artikel integraal overgenomen.

“Och, ik heb zo vaak aan mensen als jullie gedacht de afgelopen tijd”, zegt Liane Bredée (84) uit Breda. ,,Ik zie in uw ogen dat u onze pijn begrijpt”, antwoordt Johnny Dkdan (23), uit Aleppo. “Mensen als u geven mij de kracht om door te gaan.”

Mijlenver liggen ze doorgaans uit elkaar, de werelden van Liane en Johnny. Een hoogbejaarde Hollandse dame achter een rollator en een jonge, christelijke Syrische vluchteling op hippe schoenen en met dito bril. Toch kwamen hun levens deze week bij elkaar, aan de rand van een oud graf op een ereveld vol gesneuvelden. Terwijl in hun hoofden de echo’s van duikende Stuka’s (Duitse jachtvliegtuigen) en inkomende granaten weerklonken, praatten ze samen zacht over hun gedeelde pijn. Johnny: “Als ik naar u kijk, zie ik mezelf in de toekomst.”

Lianne was zes jaar oud toen ze vluchtte uit Breda. Op 12 mei 1940 wordt de stad geëvacueerd uit angst voor de naderende Duitse troepen. Een lang lint van duizenden Bredanaars trekt te voet richting België. Onderweg worden ze beschoten door Duitse Stuka’s. Zeker veertig mensen komen om. “Ik zie mezelf er nog lopen”, zegt Liane. Daar doen de inmiddels bijna 77 verstreken jaren niets aan af. “We hadden alles achter ons gelaten, de Stuka’s scheurden over. Alles is ineens onzeker.”

Johnny was 21 jaar oud toen hij vluchtte uit Aleppo. De tweede stad van Syrië waar iedereen elkaar bestreed en niemand zijn leven meer zeker was. Waar regeringstroepen en Russen bommen op de ene helft van de stad gooiden en rebellen en jihadisten granaten terugschoten naar de andere kant. “En iedereen zei dat wij, christenen, niet bij hen hoorden. We waren zo bang, we konden niet blijven.” Johnny ging en kwam in Nederland uit.

Ereveld Loenen. Afb: wikimedia-commons.

Samen staan ze nu op een druilerige middag in mei naast een graf van een van de slachtoffers van de Vlucht van Breda, een jongen van vijf jaar. Zojuist zijn alle 3900 Nederlandse oorlogsslachtoffers die hier op het Ereveld Loenen begraven liggen, herdacht met de Last Post en een minuut stilte.

Voor het eerst waren bij die herdenking ‘nieuwe’ vluchtelingen uitgenodigd. De organisatie wist dat dat controversieel was, wist dat ieder jaar onder een vergrootglas ligt wie er herdenken en herdacht worden op 4 mei. “De vluchtelingen van nu, zijn de verzetstrijders van toen. Het zijn mensen die zich niet wilden conformeren aan de machthebbers in hun land. Ook nu zijn er Anne Franks en Soldaten van Oranje”, vindt Nathalie Toisuta, coördinator van de herdenking op het Ereveld.

Ook bij VluchtelingenWerk moesten ze, vanwege die gevoeligheid, even nadenken over het verzoek of zij vluchtelingen kende die wilde komen. “Maar omdat de nabestaanden van de mensen die hier begraven liggen, zelf aangaven dat ze graag met vluchtelingen in gesprek wilden, hebben we meegedaan. Zij vinden dat we moeten blijven praten over oorlog en vrede waar dan ook ter wereld”, zegt woordvoerster Saskia Bolt.

Zainab Osman vluchtte 23 jaar geleden als jong meisje voor de burgeroorlog in Somalië. Nu werkt ze al jaren in Nederland in de zorg. En houdt ze een speech tijdens de herdenking op het Ereveld. “Ik wil een stem zijn voor iedereen die nu op de vlucht is voor oorlog. Voor iedereen die een deur zoekt die open gaat en toegang geeft tot een veilige plek”, zegt ze, geëmotioneerd, tegen honderden aanwezigen. “Nederland gaf mij de kans op een nieuw leven. Ik herdenk de mensen die hier liggen begraven, maar ook mijn broer, mijn neven, mijn buurvrouw, die de oorlog in Somalië niet overleefden, die geen nieuwe kans kregen.”

Na de herdenking spreekt Zainab met Cissy Le Griep (78). Haar vader Jan Le Griep was in de oorlog leider van een verzetsgroep, werd verraden en in 1942 geëxecuteerd. Hij ligt begraven op het Ereveld. “Ik was pas 3 jaar, maar het is een pijn en gemis dat nooit meer overgaat.” Net zoals Zainab nog pijn voelt over haar gesneuvelde broer. Op dagen als deze volgt Cissy met extra verbazing het nieuws. “Na de oorlog zeiden we: deze ellende nooit weer! Maar het is nog steeds overal oorlog. En zie wat we nu doen: we houden de vluchtelingen met prikkeldraad tegen aan de grenzen van Europa.”

Johnny kon nog om dat prikkeldraad heen. De Syrische tandarts-in-opleiding studeert nu in Nederland verder, niet langer bepalen de bommen van Aleppo zijn leven. Liane, die na een vlucht van een paar dagen weer terug naar Breda kon: “Dat is hoe het moet jongen. Blijf jezelf. Dan hoop ik dat de wereld ooit nog bij zinnen komt.”

Tot zover het AD.

Los van de verhalen van de Nederlandse oorlogsvluchtelingen, waar ik alle begrip voor heb, is dit natuurlijk een stuk migrantenpropaganda en stemmingmakerij van de bovenste plank, om het draagvlak voor de opvang van migranten zo hoog mogelijk te houden – zoals op onze website regelmatig onder de aandacht wordt gebracht. Eenieder die tussen de regels door leest, beseft echter terdege dat de ‘nieuwe vluchtelingen’, zoals deze migranten in het artikel worden genoemd, nooit en te nimmer meer zullen terugkeren naar hun vaderland en derhalve niets zullen bijdragen, laat staan vechten, om verbetering aan te brengen in de situatie aldaar.

De vergelijking van ‘nieuwe vluchtelingen’ met verzetsstrijders en de Soldaat van Oranje gaat derhalve volledig mank. Ja, natuurlijk zijn er Nederlanders gevlucht in de Tweede Wereldoorlog. Naar veilige buurlanden, en niet verder. U hebt hierboven kunnen lezen dat de gevluchte Bredanaren op weg waren naar België en een groot aantal Nederlanders waagden de oversteek over de Noordzee naar het vrije Groot-Brittannië. Waar vervolgens verzetsnetwerken werden opgezet en gecoördineerd, en Nederlanders zich aansloten bij de toen net opgerichte commando’s en de Prinses Irenebrigade, om vervolgens na D-Day hun inspanningen te leveren om de bezetters uit Nederland weg te krijgen en collaborateurs te bestraffen. En toen die bezetters eenmaal weg waren, was de weg vrij voor de overige Nederlandse vluchtelingen om terug te keren naar hun vaderland. Dergelijke aspiraties heb ik bij de zogenaamde ‘nieuwe vluchtelingen’ tot nu toe nog nimmer bespeurd – integendeel.

Het officiële gedenkschrift voor de Nationale Dodenherdenking van 4 mei luidt als volgt:

“Tijdens de Nationale Herdenking herdenken wij allen – burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties”.

Er staat dus niets bij over migranten. Elke vluchteling, die besluit verder te reizen dan het eerste het beste veilige buurland, is op het moment dat hij dat doet niet langer een vluchteling. Wat mij betreft, blijven die dan ook geheel buiten beeld op onze Nationale Dodenherdenking in het algemeen, en op Ereveld Loenen in het bijzonder.

Niet in de laatste plaats, omdat daar een bij een vredesoperatie – in zo’n land, waarvandaan vele ‘vluchtelingen’ naar Nederland zijn gekomen – gesneuvelde teamgenoot van mij begraven ligt.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Gerard
7 jaren geleden

Correctie op je laatste zinsnede:”een teamgenoot van “ons”

A.J.F.M. Baas
7 jaren geleden

En weer laten we ons leiden door een paar mensen, die, dankzij onze vrijheid, de kans krijgen om hun mening te ventileren.
Misschien krijgt dit te veel aandacht.