Begin 2021 maakte de hoogste militair van de Amerikaanse luchtmacht – Charles Brown Jr. – een onderscheid in High End opdrachten op het militair strategische niveau tegen gelijksoortige Russische en Chinese opponenten en Low End opdrachten op het operatieve en tactische niveau om o.m. gevechtskrachtverhoudingen in eigen voordeel te wijzigen en eigen grondtroepen door CAS missies te beschermen.
In zijn visie moest de JSF geearmarked worden voor High End opdrachten, omdat die voor Low End missies een in operationeel opzicht veel te duur systeem zou zijn. Als onderbouwing voor die visie kwam hij met de volgende vergelijkingen: Low End opdrachten zijn operationele dagelijkse woon-werk ritten en de JSF is een Ferrari.
Niet effectief, te duur
Dagelijkse woon-werk ritten doe je niet met een Ferrari, daarvoor is een in veel opzichten goedkoper voertuig beter geëigend. Ergo: de Amerikaanse krijgsmacht moest voor die Low End missies een ander platform in de bewapening opnemen. Tussen de regels door kon een goede toehoorder vaststellen dat de voortdurend stijgende kosten en de operationele onbetrouwbaarheid van de JSF (op de dag van zijn uitspraken waren er nog 800 kleine en grotere gebreken) de ware aanleidingen voor zijn uitspraak waren. Kort gesteld: de JSF voldoet nog steeds niet aan de verwachtingen die bij de start van het project in 1994 waren gewekt en de kosten hadden het geraamde bedrag van $ 200 miljard ruim overschreden.
Natuurlijk had Brown gezien de voortdurende inzetbaarheid problemen en de daaraan verbonden stijgende kosten een punt. In 2010 had het Pentagon al vastgesteld dat het JSF programma de “critical Nunn-Mc Gurdy Breach” had bereikt (in feite al was gepasseerd). Het moment dat de kosten 50% hoger (andere bronnen noemen 30%) zijn geworden dan bij de start van het project was geraamd. In dat geval stelt de US wetgeving dat het project gestopt moet worden tenzij er een solide reden is om het project desondanks toch voort te zetten.
De projectkosten waren door een stijging van $ 50 miljard in 2002, $ 69 miljard in 2009 en $ 74 miljard in 2010 opgelopen naar $ 388 miljard en een intern Pentagon rapport constateerde dat “affordability is no longer embraced as a core pillar“. Het project was sinds de start niet voor de eerste en zeker niet voor de laatste keer in zwaar weer terechtgekomen. Er gingen stemmen op om dan maar de US Marine Corps variant gedeeltelijk te laten vallen en bestelorders voor andere varianten te halveren. Het argument om het project in 2010 toch voort te zetten werd toentertijd snel gevonden: a matter of National Security.
Eind 2020 bleken er nog steeds 873 gebreken te zijn, waarvoor geen adequate oplossingen gevonden waren en de kans dat er nieuwe problemen op zouden doemen was groot. Alle typen voldeden nog steeds niet aan de gewenste operationele normen, hadden problemen onder moeilijke weersomstandigheden; er waren nog steeds problemen met de druk in de cockpit en foutmeldingen in het helm-display. Veel storingen, hoge operationele onbetrouwbaarheid en veel te duur door het noodzakelijke intensieve en kostbare onderhoud. Eind 2022 waren de kosten opgelopen naar $ 412 miljard.
Lockheed Martin ziet, gelet op de uitspraak van 18 oktober 2022, de bui blijkbaar al hangen: “Lockheed Martin suggested the long-term sales prospects for its F-35 jet are uncertain amid worries the Department of Defense may begin to pivot away from the program. In the short term, new production of the F-35 will go down in 2023”.
Aanvulling?
De uitspraken van Brown waren voor kenners en geïnteresseerde volgers van het JSF project geen verrassing. Door de voortdurende inzetbaarheidsproblemen en groeiende kostentrend, was de High en Low End rolverdeling voor ingewijden een begrijpelijke vaststelling. Volgens Brown moest de US Krijgsmacht voor die “dagelijkse Low End opdrachten” een nieuwe, betaalbare, lichtgewicht multirole straaljager ontwikkelen die de honderden verouderde F-16’s moest gaan vervangen.
De F15EX “Eagle II” lijkt de belangrijkste kandidaat te zijn, In drie opvolgende FY budgetten is geld voor de ontwikkeling, productie en instroming in de Amerikaanse bewapening gereserveerd. In FY 2020 budget een bedrag van $1,1 miljard voor de verwerving van 8 platformen als vertrekpunt voor 144 stuks; in FY 2021 een bedrag van $1,24 miljard en in FY 2022 budget $118 miljoen voor (verder) onderzoek en ontwikkeling van de F15EX. In een bijlage werd onderstreept dat de F15EX niet in het Europese theater zal worden ontplooid. Voor missies in dat theater moet een beter platform gereserveerd worden.
Verschuiving in operationele optiek
In de USA is door budgetteringsproblemen en het grensoverschrijdende karakter van regionale crises voor specifieke taken – inlichtingenverzameling, patrouilleren, verkenning (ISR), bestrijding gronddoelen – een verschuiving van het bemande vliegtuig naar de op afstand bestuurde drone herkenbaar. Omdat de mens in een bemand platform de kwetsbare schakel in dit moderne system of systems is, vereist het waarborgen van zijn veiligheid en optimaliseren van zijn overlevingskansen een substantiële investering.
De overlevingskans van de lange afstandspiloot is door zijn veilige locatie aanmerkelijk groter dan die van de platformpiloot en het verlies van een drone is duidelijk goedkoper dan het verlies van een geavanceerd platform als de JSF met piloot. De inzet van een drone is vanuit die invalshoek beschouwd kosteneffectiever dan een bemand luchtplatform. Niet verrassend dat het UAV-segment van US Air Force in dit decennium een enorme groei[1] doormaakt en het ziet er niet naar uit dat de opmars van de (on)bewapende UAV mede door de project problematiek van de JSF en de relatieve successen bij de bestrijding van gronddoelen in de Oekraïne, in de nabije toekomst zal stoppen.
Bij ons in Den Haag
In het project “Air Power” dat een operationele onderbouwing voor de aanschaf van de JSF moest materialiseren, werd gesteld dat door takenpakket van de krijgsmacht en opdrachten van de F-16, Nederland behoefte had aan een platform dat zijn taken op operatief en tactisch niveau moest kunnen uitvoeren. In Browns visie: Low End opdrachten om o.m. CAS missies uit te voeren voor de bescherming van de grondcomponent. Tijdens Amerikaanse operationele testen bleek echter dat grondcomponent commandanten niet echt overtuigd waren dat de JSF CAS missies effectief kon uitvoeren. Grootste bezwaar: het gevaar voor blue-on-blue incidenten door de onnauwkeurigheid van het 25 mm kanonsysteem en foutmeldingen op het helmdisplay waardoor het kanonsysteem via de virtual reality helm niet bediend kon worden. Bovendien bleek tijdens de operationele testen, vliegen op lage hoogten om doelen te kunnen identificeren, een uitdaging te zijn. Grondcomponent commandanten spraken hun voorkeur uit voor de A-10.
Initieel berekenden knappe koppen bij Defensie dat de krijgsmacht 86 JSF platformen moest kopen om de veiligheid van het eigen grondgebied te kunnen waarborgen en een effectieve bijdrage aan Alliantie missies te kunnen leveren. Door de voortdurende budgetkrimp moest dat aantal in stappen worden teruggebracht naar 68, 56 en tenslotte 35 (plus 2). Een gat in de initieel berekende noodzakelijke gevechtskracht van de luchtcomponent aka Fighter Gap. Wat die 60% krimp betekent voor nationale veiligheid en Alliantie bijdrage wordt met geen woord gerept. Wat dat betekent voor de bescherming van de nationale grondcomponent onder gevechtsomstandigheden is wazig en in Srebrenica hebben we kunnen ervaren wat de gevolgen zijn van een strompelende uitvoering van een CAS missie.
Waarom en waarvoor?
Amerikanen zijn sterk in het aanprijzen van hun producten middels stevige oneliners. Het JSF project vormt daarop geen uitzondering. Gewapend met de motto´s “Doing Bussiness Differently” en “Bang for your Buck” is Lockheed de markt op gegaan en heeft daarmee succes gehad. Een aantal landen is in het project gestapt en werd in de loop van het project geconfronteerd met twee andere Lockheed motto´s: “Buy before you fly” en “You pay whatever I´ll ask”. Nederland heeft zich daardoor blijkbaar niet af laten schrikken en is tot opluchting van de KLU in het project gebleven.
Een ding is wel duidelijk geworden. Wanneer aanschaf en exploitatie van de JSF en aanschaf van de nieuwe onderzeeër, onevenredig op het Defensiebudget gaan drukken, zal de financiële ruimte voor de twee andere krijgsmachtdelen – KL en KMAR – in het gedrang komen. Met alle operationele gevolgen op het gevechtsveld voor de grondcomponent en de gevolgen voor de veiligheid van Nederland en Nederlandse militairen in den vreemde van dien. Het antwoord op de vraag of Nederland verstandig met zijn geld voor zijn veiligheid is omgegaan, komt dan te laat. Gelukkig dat de KLU helemaal tevreden is met de hortende en stotende voortgang van de ontwikkeling van dit inmiddels bejaard geworden platform.
Waarvoor heeft Nederland die JSF aangeschaft is een terechte vraag die men zich kan en moet stellen. Het project was aanvankelijk geraamd op € 4,6 miljard en dat bedrag is o.m. door ongunstige valutakoersen opgelopen naar een luttele € 5 miljard. Om dat bedrag vrij te kunnen maken, werden twee projecten opgeschoven: vervanging van vier fregatten (2021 naar 2026) en pantserhouwitser (naar 2027) die zijn effectiviteit in de Oekraïne mag bewijzen. Het betekent dat de exploitatiekosten met jaren groeien en volgens Defensie tussen de € 210 en 385 zal bedragen. Afhankelijk van inflatie en de schroot die uit de Oekraïne wellicht terugkomt. Of niet natuurlijk. Bovendien zullen de investeringskosten door de Oekraïnecrisis ook groeien.
Het maakt de huidige bewindslieden van Defensie en Buitenlandse Zaken blijkbaar niets uit. Gul wordt met Nederlands belastinggeld, ook mijn belastinggeld, rondgestrooid. Overal in de wereld, maar niet in Nederland. Door bewindslieden die herhaaldelijk bevestigen weinig van het geostrategische krachtenveld te begrijpen, de meest stompzinnige uitspraken doen en daar ook nog mee wegkomen.
[1] US Air Force is van plan om in de komende vijf jaar het aantal drone squadrons te verdubbelen en de huidige drone vloot bestaande uit rond de 90 Reapers, 150 oudere Predators en 33 Global Hawk Surveillance UAV´s met 75 stuks van de laatste Reaper versie te versterken.
vliegende fyra…..
Een heel duidelijk verhaal dat zelfs een leek als ik begrijpt. De boven ons gestelden blijven maar volharden in hun incompetentie en najagen van ideologie die aantoonbaar niet werkt. En intussen verbrandt al dat kostbare geld. Je had er ook goede dingen mee kunnen doen en van onderaan een sterke legermacht opbouwen.
Hemeltergend. Wat zullen de ministers gefeteerd worden.
Dit verhaal wekt mijn herinnering aan een jaar of 40 geleden, toen Nederland had besloten F-16’s te kopen. Tijdens een vliegshow – Farnborough of Parijs, dat weet ik niet meer – kwam de F16 voor het eerst vliegend in beeld. Commentator Willem “O” Duys, die nergens verstand van had, was in vervoering, terwijl een kind kon zien dat de Mirage van Dassault het betere toestel was. Nederland heeft zich, sinds 1945, consequent als het schoothondje van de VS gedragen, helaas. Bij de aanbesteding van de JSF was al duidelijk dat het een topzwaar project voor stoere jongetjes was, veel te duur terwijl de bruikbaarheid nog blijken moest. Wat een aangename goodwill dicht bij huis had het niet op kunnen leveren als we eens Franse en Zweedse jachtvliegtuigen hadden gekocht, in plaats van Amerikaanse. We worden bestuurd door laffe halve garen.