Nederland wordt geteisterd door kleine groepjes mensen die voortdurend eisen en graaien. Wordt de Nederlandse samenleving al jaren geteisterd door woke jokkenbrokken en narcistische spijtoptanten, de laatste dagen kwam herhaaldelijk een persoon om de hoek gluren die eiste dat de Nederlandse overheid verontschuldigingen moest aanbieden voor zijn slavernij verleden.
Je bent zwart en je moet wat. Kortom ruim 99% van de Nederlandse samenleving die geen enkele band heeft gehad met slavernij moet de beurs trekken voor een stel oproerkraaiers. Laten die maar eerst bewijzen dat een van hun voorouders inderdaad slaven arbeid heeft moeten verrichten. Of ga die herstelbetalingen eisen in Afrika en Arabisch schiereiland.
Asielzoekers!
Mijn vader, ooms, neven hebben drie jaar slavenarbeid verricht. Ergens in Zuidoost Azië. Het gros is door aanvallen van geallieerde vliegtuigen en onderzeeboten overleden tijdens een transport in helschepen en heltreinen. Of ze zijn overleden aan de gevolgen van harde arbeid, slechte leefomstandigheden en eentonig en weinig voedsel. Anderen zijn net als mijn vader decennia later aan de gevolgen van ziektes en uitputting op termijn alsnog overleden. Herstelbetalingen? Niet voor die slaven en dan praten we niet over eeuwen terug, maar over 75 jaar. Niet over veel generaties geleden, maar van één generatie terug.
Daar is het wat het discrimineren van die generatie niet bij gebleven. Indische-Nederlanders hebben hun hele hebben en houden in de periode 1942-1950 grotendeels verloren en moesten gedwongen door de onzekere toestand en houding van de Indonesische regering, tegen hun zin hun geboortegrond verlaten. Hoe Nederland naderhand op die komst van honderdduizenden mensen met een andere huidskleur en gewoonten terugkijkt, drukt een artikel in het AD van december 1993 nogal cru uit. Onder de titel “Indische Nederlanders de eerste asielzoekers” staat een de schofterige uitspraak “..bij media ….vandaag wordt op 30 december 1993 aandacht besteed aan de grootste minderheid in Nederland, de Indische Nederlander, de eerste asielzoekers.”
Asielzoeker? We praten hier over mensen met Nederlandse voorouders, Nederlandse nationaliteit die hun opleiding hadden genoten op onderwijs instituten die op Nederlandse leest geschoeid waren, met Nederlands georiënteerde examens, gewerkt hadden in Nederlands georiënteerde instituties en particuliere organisaties. In tegenstelling met de asielzoekers hebben ze alle overheidsvoorschotten moeten terugbetalen. Tot de laatste cent. Asielzoeker? Die mensen wilden niets anders dan in het land van geboorte en jeugd blijven wonen, werken en sterven. Het is een bevestiging van een grenzenloze geborneerdheid, die past in de naoorlogse mentaliteit die de mensen uit het voormalige Nederlands-Indië als indringers, ruifvreters, parasieten beschouwden. Ongewenst en opgedrongen.
Omdat de meeste mensen niet meer bij zich hadden dan wat lichte zomerkleding werd er in eerste instantie door de overheid voor kleding gezorgd. “We werden meteen naar een grote loods van het rode kruis gebracht. Daar lagen op de grond bergen gebruikte kleding. We moesten er zelf maar wat uittrekken waarvan we dachten dat we het konden gebruiken. Kleding voor de kinderen moesten we altijd te groot nemen: ze moesten “op de groei” zijn.” Later kregen de mensen kledingvoorschotten waarmee ze in speciale winkels zelf kleding mochten gaan aanschaffen.
Gastvrij Nederland
Vanwege de woningnood werden Indische Nederlanders tijdelijk gehuisvest in meerdere zogenaamde contractpensionsi. Dat ’tijdelijke’ betekende voor ons gezin dat we drie jaar hebben rondgezworven in Den Haag en bivakkeerden in vier van die uitgewoond verblijven De meeste contractpensions waren in toeristische gebieden te vinden. Die in die krappe naoorlogse periode een overschot hadden aan leegstaande, zwaar verouderde en in slechte staat verkerende onderkomens. Vaak moesten hele gezinnen in een of twee kleine achterkamertjes bivakkeren, die voorzien waren van een enkele wasbak met alleen koud water en doorgesleten meubilair. Pensionhouders kregen een dagvergoeding van Hfl. 4,= per persoon en Hfl. 3,= voor baby’s en jonge kinderen. De beheerder mocht er volgens de richtlijnen van de overheid per bewoner per dag 49 cent aan verdienen. Dat was de richtlijn, maar heel wat pensionhouders ontdekten al snel dat ze flinke winst konden maken door te besparen op eten, verwarming en douches.
Dat het plaatsen in begrensde ruimtes van veel mensen met een uiteenlopende ervaringsachtergrond uit een land waar men net twee oorlogen achter de rug had (Jappentijd en Bersiap-periode) vaak tot onderlinge sociale problemen en soms tot gewelddadigheden leidde, is niet verrassend. Wel voor de Nederlandse overheid, die tijdens de Bosnische burgeroorlog die truuk herhaalde en gevluchte Bosnische moslims, Bosnische Serven en Bosnische Kroaten in een opvangcentrum plaatste, opdat zij de burgeroorlog op microniveau konden uitvechten.
Een schofterige overheid
Pas in februari 2019 hoorde ik in een programma over en door Indische-Nederlanders op de zender ONS dat mijn vader de kleding die wij in Port Said van het Internationale Rode Kruis hadden gekregen, heeft moeten betalen. Hoe ongelooflijk schofterig is dat. Kleding die gratis kwam uit Canada, USA, Australië etc. moest worden betaald aan de Nederlandse Staat! Uit het document hieronder blijkt dat niet alleen de “gratis” Rode Kruis kleding moest worden betaald, maar ook de overtochtkosten.
Ieder gezinshoofd op de boot die de repatriant van Indië naar Nederland vervoerde, moest kenbaar maken waar en hoe hij opgevangen wilde worden. Aangezien het gros van onze familie in Den Haag woonde, wilde mijn vader dat ons gezin in Den Haag werd opgevangen. In 2015 hoorde ik van een jaargenoot dat de Nederlandse Staat naast de persoonlijke voorkeur bij al in Nederland verblijvende familie, ook nog twee andere criteria hanteerde voor de verspreiding van de mensen uit het voormalige Nederlandse Indië: geloofsrichting (katholieken naar de regio´s onder de grote rivieren, protestanten boven de grote rivieren) en huisvestingsmogelijkheden (Zeeland was relatief leeg evenals de noordelijke drie provincies). Het deed er blijkbaar niet toe of er werk was of niet). Mocht iemand moeilijk doen dan werd gedreigd met het inhouden van een deel van het oorlogspensioen.
Inhouden van het oorlogspensioen? De regering uit die tijd was dus lekker sociaal bezig. Alsof die mannen en vrouwen drie jaar vakantie hadden gevierd bij Center Parcs. Bovendien werden Indische mensen die er iets anders uitzagen en een donkerder huidskleur hadden, in de steden en vooral in afgelegen dorpen bekeken als exotische exemplaren. Die afwijkende kenmerken waren de reden dat de Nederlandse jeugd en sommige doorgeschoten jongeren nieuwe zeer creatieve benamingen voor die nieuwe Nederlanders bedachten. Racisme en discriminatie waren termen die in die tijd nog niet werden gebruikt om de behandeling van de eerste en tweede generatie uit te drukken.
Ik wist overigens ook niet, dat de regering een emigratieplan had voor Indische Nederlanders. Drees c.s. wilden hen in 1954 “stallen” in Brazilië, omdat volgens de heren politici het klimaat van de Amazone regio gelijksoortig was als dat van Nederlands-Indië. Een of andere idioot met de naam B.W. Haveman (PVDA) die blijkbaar was aangewezen als Hoge Commissaris voor de Emigratie van Indische Nederlanders kraaide “ …want daar is het klimaat dat deze mensen eigen is…” Het werd een fiasco, omdat een groot aantal naar Californië of Florida trokken. Maar toch.
Compensatie?
De rekening liep voor mijn ouders gestadig op. Gezinshoofden moesten 60% van hun netto maandinkomen afstaan; hadden ze spaartegoeden of pensioen dan moesten die worden aangesproken. Deze betaling was volgens de regering bedoeld om de mensen te prikkelen ‘de opvangcentra, woonoorden e.d. te verlaten en zelf onderdak te zoeken’. Helaas was dat door de enorme woningnood nagenoeg onmogelijk. Gezinnen die – soms na jaren – uiteindelijk een woning kregen toegewezen, moesten voor het nog openstaande bedrag een schuldbekentenis met een maandelijkse afbetalingsverplichting tekenen met een looptijd van vijftien jaar. Bovendien kreeg men alleen toegang tot zelfstandige huisvesting als men zich geassimileerd gedroeg. Mijn vader betaalde het laatste bedrag begin jaren ‘60.
De onderwijsaktes van mijn vader werden niet erkend of in ieder geval niet op gelijke voet gewaardeerd als de aktes die op Nederlandse onderwijsinstituten werden verstrekt. Daarom moest mijn vader een bijscholingscursus o.i.d. volgen en de kosten daarvan zelf betalen. Via een voorschot, zoals bij alle kosten die gemaakt werden in die eerste jaren na aankomst. Voorschotten die, zo vond de Staat der Nederlanden vanzelfsprekend terugbetaald moesten worden. Die schuld werd zelfs tot ver in Noord Amerika en Australië verhaald op Indische gezinnen die vanaf 1958 emigreerden voor een betere toekomst. Pas begin jaren negentig werden de laatste schulddossiers gesloten en is de aflossing van de kosten voor een nieuw begin in Nederland definitief ten einde.
Een ijverige onderzoeker van mijn generatie ontdekte dat door Indische Nederlanders in de pre-wereldoorlog periode gespaarde pensioen- en verzekeringsgelden ter waarde van zo’n Hfl. 250 miljoen direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog naar Amerika zijn gesluisd en ten onrechte aan deze groep is onthouden. Of hier de ‘onderste steen‘ ooit nog boven zal komen, kan sterk worden betwijfeld. Zowel de Nederlandse overheden als pensioenverzekeraars zitten niet te wachten op een schadeclaim van de nazaten van de repatrianten. Maar dat een grote groep hier systematisch onrecht is aangedaan, daarover hoeft niemand te twijfelen.
Geen compensatie voor die drie tot vier jaar dat zij slavenarbeid hebben moeten verrichten, als dieren opgesloten zaten in krijgsgevangen-, werk-, mannen-, vrouwen- en kinderenkampen, blootgesteld aan inheemse agressie, geallieerde aanvallen vanuit de lucht en op zee. Geen financiële compensatie voor de bezittingen die men gedwongen moest afstaan, eerst aan de Japanners en daarna aan de Indonesiërs, en dan in Nederland nog een trap na krijgen. De betutteling was enorm, niet in de laatste plaats werden culturele verschillen gelijkgesteld met culturele achterstanden. Na alle ellende in Nederlands-Indië, de gedwongen keuze voor Nederland en de schandelijke betutteling van een wereldvreemde en asociale overheid, kwamen mijn ouders terecht in een wereld waar gedragingen die men nu benoemd als ‘discriminatie en racisme’, tot de dagelijkse routine gerekend moest worden.
Professioneel slachtofferschap
Wanneer een van die ruifgraaiers toentertijd bij mijn vader zo’n tranentrekkend verhaal over slaven en slavenarbeid had durven uitspreken, was zijn Sumatraanse bloed gaan koken. Waartoe hij dan in staat was, heb ik een aantal keren moeten ervaren. In het beste geval had hij de man of vrouw aangeraden die deugverhalen en excuustruus-instelling te beperken tot het gezin of familie. Mijn vader heeft nooit opgegeven, heeft zijn rug recht gehouden, heeft nooit geklaagd en heeft zijn onderwijskundige talenten gebruikt om jonge kinderen op een heldere manier naar de ontwikkelingen en gebeurtenissen om hen heen te doen kijken.
Hij zou zich kapot geërgerd hebben aan dat groepje losers met hun herstelbetaling eisen. Een groepje dat maar niet kan en wil begrijpen dat zich hullen in professioneel slachtofferschap (Dank Assito Kanko) een uiting is van zwakte. Als een groep recht heeft op herstelbetalingen en compensatie voor gezondheidsschade en diefstal van grote sommen geld, dan is het de generatie van mijn vader en grootvader.
i Eind 1950 waren er met vierhonderd hotels en pensions contracten gesloten en is onderdak gevonden in vijftig voormalige werkverschaffingkampen van de Dienst Uitvoering Werken (DUW). In de jaren er na zal het aantal contractpensions oplopen tot 835.
Geachte heer Brantz, met ingehouden woede heb ik uw artikel gelezen.
Kijkt u naar: http://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:7003017156929978368/
DE 200 MILJOEN EURO NAAR DEZE VERGETEN NEDERLANDERS. En leest u de schandalige brief van de Nederlandse regering om terugbetaling te eisen van de gedwongen overtocht kosten! BIZAR en MENSONTEREND, nog steeds!
Nu om 23.30 op 28-11-2022 al bijna 1600 keer bekeken, m.v.g. Paul Quekel
Beste Charles,
Ook nu sla je de spijker weer keihard op de kop.
Arm laf Nederland, we zijn een heel klein volkje, het is godgeklaagd hoe onze volstrekt verambteijkte overheid toen en nog met mensen omgaat, vooral mensen die dit land al lang ondersteuning gaven door hun inspanningen.
Krijgen de IS vrouwen ook een rekening die ze moeten terugbetalen voor hun reis en die van hun kinderen reis naar NL? Ik schat per vrouw zo’n drie miljoen minimaal.
Misschien kan dit verhaal bij de geschiedenisleraar / minister-president / geheugengestoorde minkukel worden ingeleverd. Misschien dat de sukkel dan snapt dat er enig misbruik in de huidige schooiers van slaven komaf schuil gaat.
Los eerst de kort lopende herstelbetalingen af, waar je nog een enkele overlevende eerste generatie hebt en een leger overlevende tweede generatie en kijk daarna – omdat je toch van je geld af moet/wil of je voor de klaplopers nog iets hebt. Wat mij persoonlijk betreft, sla ze gerust over en pleur ze met vreugde terug naar hun zandbak.
Joodse overlevenden werden na de oorlog na terugkomst ook al zo ‘enthousiast’ welkom geheten. Inderdaad, meneer Brantz, grote schande.
Mijn oom Jan overleed in een Duits kamp, mijn vader kon vluchten uit een kamp in Polen, mijn andere oom Herman had de eer ook tussen 42 en 44 te mogen werken aan een spoorlijn in Z-O Azië. Alles nu zo’n 80 jaar her. Nooit van vergoeding sprake geweest bij mijn weten.
Met zo’n Overheid heb je geen vijanden nodig !!!