Afleiding is misleiding

Remkes heeft eergisteren zijn insteek gepresenteerd om uit de huidige stikstof impasse te geraken. Een kritische lezer als Rutger van den Noort is absoluut niet enthousiast en schiet moeiteloos een aantal gaten in het verslag.

Het is inmiddels duidelijk dat de versplinterde oppositie verschillend zal reageren op de inhoud van het rapport, waarbij ik wellicht ten onrechte veronderstel dat iedere politieke partij de inhoud heeft bestudeerd en geanalyseerd. Belangrijker het intellectuele en sociale vermogen bezit om de draagkracht van de effecten in te schatten en in kaart te brengen.

Johan Remkes (VVD) Afb: Sebastiaan ter Burg / Flickr

Waarom die voorzichtige inleiding? Omdat het schatten van die effecten ook veel te maken heeft met de positie langs of op het politieke gangpad, de politieke lenigheid, inzichtelijk vermogen en vooral de dieptekennis van het probleem. In het achterliggende decennium zijn de bewijzen dat het ontbreekt aan een of zelfs meerdere van die talenten niet meer op de vingers van twee handen te tellen. Gelukkig hebben ze Rutger van den Noort nog.

De kanttekeningen van Rutger van den Noort

Voor het oplijnen van de kanttekeningen uit het artikel van Rutger van den Noort zal ik dezelfde volgorde hanteren als Van den Noort: Zand in de ogen (Hoofdstuk 1); doelstellingen blijven staan (H2); eenzijdige focus op agrarische sector (, industrieakkoord, boterzachte vuist H3); opsomming open deuren (H4), piekbelasters (H5), zeggenschap en soevereiniteit (H6), leegheid (H7) en de vaststelling die ik al in het artikel “Geblubber van Remkes” heb opgenomen.

Zand in de ogen. De titel spreekt voor zich. Er wordt de indruk gewekt dat alle betrokkenen voor publicatie inzage hebben gehad en geen kanttekeningen bij de inhoud hebben geplaatst. Ze zijn het er dus mee eens. Waarmee? Met de doelstellingen, met het streefjaar 2030? Wie hebben wel inzage gehad? De verantwoordelijke bewindslieden en de leden van de regering. Voor een verkenner en bemiddelaar een achterbakse actie.

Doelstellingen blijven staan. Het stikstof uitgangsstandpunt blijft staan. De aangekondigde reductie blijft onveranderd. Er wordt niet aan getornd. Van een echte verkenner en bemiddelaar zou je verwachten dat met een andere blik gekeken is naar de problematiek, dat ook de vermaledijde Natura2000, Habitat richtlijn, Kritische Depositie waarden (KdW) per natuursoort, Europese richtlijnen aan de orde zijn geweest. Hoe andere Europese lidstaten met deze problematiek zijn omgegaan en welk effect dat heeft op de uitstoot boven Nederlands grondgebied. Per slot van rekening wordt de Nederlandse emissie voor meer dan 30% beïnvloed door omringende landen. Niets van dat alles. De Nederlandse wetgeving en Europese richtlijnen worden als niet onderhandelbaar beschouwd. In beton geklonken.

2030 is en blijft de heilige stip in de verte. Een stip die zich in hoog tempo beweegt naar de Nederlandse belastingbetaler toe. Om er zeker van te zijn dat die stip de juiste route naar de schatkist volgt, zijn er twee stops ingelast: 2025 en 2028. Volgens Van den Noort een goedkope truuk om de iedereen de indruk te geven dat er nog wel gemorreld kan worden, daarentegen eerder bedoeld om de snelheid op te voeren.

Eenzijdige focus op agrarische sector. Hoewel regelmatigover piekbelasters gesproken wordt, blijkt door de focus dat de agrarische sector de belangrijkste ( en enige) piekbelaster is. Zijdelings wordt gesproken over de industrie, maar die wordt niet als piekbelasters gecategoriseerd. Ondanks het gegeven dat op de lijst van 25 ergste vervuilers, alleen industrieën staan, waarvan 16 in de Randstad! Wat maakt de een (agrarische sector) wel en de ander (industrie) geen piekbelaster?i Het gevolg is dat niet-agrarische uitstoters als industriële sector, urbanisatie, woonwegverkeer buiten het onderzoek zijn gebleven en er niet wordt gesproken over een akkoord met die grote vervuilers.

Opsomming open deuren. In H4 doet Remkes 25 aanbevelingen om het vertrouwen in het overheidsbeleid te kunnen herstellen. Door de vele open deuren lijkt hij ook een oplossing te hebben voor alle crises die Rutte c.s. hebben gecreëerd. Kortom, het hoofdstuk is papier vulling en verder heb je er niets aan.

Piekbelasters. Je gaat er speciaal voor zitten. Piekbelasters, wat verstaan we eronder, waar kunnen we die vinden en wat wordt er aan gedaan om hun emissie te dempen. In dit hoofdstuk wordt de korte termijn uitgewerkt en natuurlijk staat de natuur (cultuurlijke begroeiingen, want echte natuur kennen we niet in Nederland) centraal. Die moet gered worden op de manier die de regering voor ogen heeft. Het blijft echter een praatje pot want er moeten toch 500 tot 600 agrarische bedrijven binnen een jaar (on)vrijwillig verdwijnen. De vraag of dat binnen een jaar wel te realiseren is blijft onbeantwoord. Dus het vrijwillige aspect kunnen we vergeten, het wordt onvrijwillig met de politie als ordinaire overheidsknokploeg in de voorste rijen om het ondankbare tuig uit het eigen huis te knuppelen.

Zeggenschap. In H6 lijkt het of Remkes de agrarische sector enig perspectief biedt door te starten met de vraag “wat wil Nederland”. Het is onduidelijk wie of wat hij bedoelt met Nederland: regering, agrariërs, samenleving? Die vraag had al voor de start van de Remkes-trein, beantwoord moeten zijn, maar tijdens het Rutte-decennium is de stikstof oxide problematiek vooral door het gebrek aan kennis en communicatie volledig uit de rails gelopen. Overigens had Remkes met zijn ellenlange bestuurlijke ervaring die vraag allang beantwoord moeten hebben. Zeker, omdat hijzelf onderdeel is geweest in de aanloop naar deze crisis.

Soevereiniteit. Die vraag kent slechts een antwoord: Nexit. Er is voortdurend geknabbeld aan – en soms zijn er hele happen gehaald uit – die Nederlandse soevereiniteit. Het gevolg is dat het volkomen irrelevant is wat Nederland wil en dat past geheel in het straatje van Rutte c.s. Had Nederland nog maar die grote mate van soevereiniteit, dan had het een nationale stikstof wet kunnen opstellen zonder inmenging uit Brussel en zat Nederland nu niet in de problemen. Wie zaait, zal oogsten. Hier wreekt zich het gebrek aan kennis, de wil om eigen belangen op nationaal grondgebied te beschermen en een stuitend gebrek aan standvastigheid.

In het hoofdstuk ontbreekt overigens de legitieme vraag; “in hoeverre weegt de Natura2000-richtlijn zwaarder dan de Europese landbouw- en visserij-verorderingen?”

Leegheid. In dit hoofdstuk komt het gebrek aan bèta kennis bij beleidsmedewerkers hinderlijk tot uiting. De inhoud concentreert zich op gebiedsgerichte transitie en volgens Remkes c.s. is het vertrekpunt dat de boer (of wordt hier de agrariër bedoeld) iets moet doen. Die agrariër heeft in de achterliggende jaren absoluut niet stilgezeten, is professioneler aan het werk gegaan dan de overheid en veel inovatieve maatregelen genomen.

Het steekt Van den Noort dat Remkes de agrariër drie opties heeft gegeven voor zijn persoonlijke situatie: hij verandert zijn bedrijfsvoering zodat hij voldoet aan de eisen die in het gebied gelden; hij schakelt om naar een vorm van landbouw die langjarig houdbaar is; hij verplaatst zijn onderneming of stopt. De vierde optie –optie 0 of niets doen –ontbreekt bewust. Ondanks het feit dat de agrariër aan de bestaande wetgeving voldoet en holistisch nadenkt over zijn onderneming versus verdienmodel en natuurbeleid wordt hij door die drie opties gedwongen om te bewegen.

Natuur of beter gesteld cultuurlijke begroeiingen. Ik kreeg een tekst van LeffertOldenkamp onder ogen, die iets meer weet van natuur, effecten voor het milieu in het algemeen en biodiversiteit in het bijzonder. Hij ging dieper in op de natuur duiding van Rutger van den Noort. Zijn kanttekeningen heb ik aangepast opgenomen in dit artikel.

De problematiek van Natura2000 (het natuurbeheer) is vooral dat er geen consistente afspraken bekend of erkend zijn en wanneer ze al worden genoemd er onvoldoende toegang tot de voortgangsrapportage is.Zo die al bestaat.De meeste doellijstjes hebben betrekking op natuur zoals die voorheen onder systematische verschraling ontstonden. De natuur vecht terug en die (natuurlijke) verwildering wordt op één hoop gegooid met veronderstelde effecten van stikstofuitstoot (veeteelt vooral).Er zijn globaal drie categorieën natuurterreinen, waarbij de vegetatie accentbepalend is:

  • De overgebleven woeste gronden. Nadat vooral met bebossing, gronden werden vastgelegd en functioneel gemaakt. Op dergelijke gronden is vaak armoede nog troef en valt verwildering met extensieve maatregelen (plaggen, maaien e.d.) te beheersen. Op deze terreinen vindt vaak natuurlijke stikstofbinding plaats.
  • Landbouwgronden die via EHS of Natuurnetwerken werden toegevoegd.  Sterke verrijking heeft hier plaats gevonden. Natuurbeheerders voeren hier vaak grond af of proberen door begrazing verdere verschraling te bewerkstelligen. Gaat moeizaam en er blijft verwildering – ook op spontane wijze zonder extra stikstof uit de landbouw – ontstaan. Begrazing werkt vaak tegendraads. Habitattypen blijven op gespannen voet met de werkelijkheid. Succesjes kosten veel blijvende inspanningen, ook zonder stikstofuitstoot. Weinig sprake van zelfregulering.
  • Bosomvormingen. In Nederland is naar schatting 5000 ha. bos verdwenen, dat weliswaar vrij jong was maar in ontwikkeling naar waardevolle oudere bos-ecosystemen. Die terreinen die tot Natura2000 behoren, zijn enorm verwilderd vanwege de aanwezige zaden van bomen, struiken, grassen en kruiden (al dan niet gewilde soorten, maar vooral de niet gewilde soorten keren versterkt terug). Grote miskleunen dus, die omvormingen.

In het veld tref je daarom enorme verwilderingen aan, maar het is niet aannemelijk dat veeteeltbedrijven hiervoor (alles-) bepalend zijn. Er zijn veel situaties waar het terreinbeheer heeft nagelaten doeltreffende maatregelen te nemen om verwildering te voorkomen. Dat wordt in de eerste bullet nog redelijk extensief gedaan, mits tijdig uitgevoerd. Aan dat laatste ontbreekt het vaak. Het oogsten van biomassa (houtkap)voor energie heeft verder de verwildering van de terreinen bevorderd.

Dit alles wordt in de mist gelaten omdat er geen systematische analyse beschikbaar komt.  Het terreinbeheer wordt aangestuurd door subsidiestromen en wensdenken. Remkes heeft waarschijnlijk met een dominante groep deskundigen gesproken die dat niet hun eigen ‘dingetje’ vonden. Vooral uit de natuur- en milieusector, maar ook uit de landbouwwereld. De werkelijkheid is onvoldoende aan hem verteld. Het is dus zaak dat er allereerst een visie komt over welke natuur we in feite willen beschikken en welke functies we de landbouw willen toevertrouwen alvorens we met het giswerk – over oorzaken van verwildering en over de uitstoot van een sector die we eerder moeten vernieuwen dan verlammen – verder gaan”.

Die informatie is in het Remkes document niet te vinden, omdat het de schuldvraag ondergraaft dat agrariërs de hoofdschuldigen zijn voor natuurafbraak.

Door het ijs gezakt

Van den Noort en Oldenkamp hebben het nieuwe Remkes product bestudeerd en gefileerd. Remkes speelt de regent, de man met gezag, maar als je de inhoud bestudeert is hij een oude man van plastic geworden die zijn oren naar het Rutte/Kaag bewind laat hangen. Dat was al herkenbaar in het eindverslag van de Commissie Remkes die de stikstof problematiek moest onderzoeken. Eigenlijk is het verslag niets anders dan een voortzetting van het verslag van de Commissie Remkes.

Weten we het nog? De Commissie Remkes gevuld met gesjeesde politici met een Alfa en Gamma opleiding, kreeg opdracht om het stikstofprobleem op te lossen en geleden en toekomstige natuurschade te lenigen. In het rapport “Niet alles kan” (25 september 2019) komt de Commissie met een aantal aanbevelingen. Het was en is echter onduidelijk of de Commissie de door gesubsidieerde reken instanties aangeleverde data waarop de aanbevelingen zijn gebaseerd, op juistheid en evenwichtigheid heeft getoetst. Mijn antwoord op die vraag: natuurlijk niet daarvoor ontbeerde de commissie de noodzakelijke dieptekennis.

Hoe luidden die aanbevelingen? De maximum snelheid werd teruggebracht naar 100 km; reductie van de stikstof en ammoniak emissie door gerichte verwerving of sanering van agrarische bedrijven met relatief hoge emissies of verouderde stalsystemen in en nabij kwetsbare Natura 2000-gebieden. Bij die twee adviezen was en bleef het onduidelijk welke criteria voor een kwetsbaar natuurgebied gehanteerd waren. De twee resterende adviezen strekten zich uit over bouw (modulair, energieneutraal, circulair, natuurinclusief en innovatieve technieken en materialen) en industrie (in samenhang met klimaatdoelen en transitie naar duurzame energie inventariseren van de grootste vervuilers en daarop innovatieve maatregelen afstemmen).

De Minister-president noemde Remkes trots zijn verkenner en bemiddelaar. Vermoedelijk om zijn politieke lenigheid en oplossend vermogen te bewieroken. Hij denkt vermoedelijk dat Remkes de stikstofsleutel heeft gevonden die al een decennium verdwenen is. Helaas heeft Remkes gelet op de inhoud en de effecten van zijn onderzoeksverslag zich laten leiden door de kompasrichting die de regering heeft gekozen en de agenda die zij wil hanteren. Van het zoeken naar andere opties dan die door de regering gekozen kompasrichting, is in het document geen spoor te vinden. Van bemiddelen waarbij gezocht is naar een oplossing waar de betreffende partijen zich allemaal in kunnen vinden, is geen sprake. Wat dat betreft heeft de door Van den Noort als polderkoning getypeerde Remkes, een teleurstellende prestatie neergelegd. Niets verkennen, want hij bevond zich op bekend terrein en niets bemiddelen, omdat boeren en plattelanders niets substantieels is aangereikt.

Geen wonder dat die nep-Obama, die Nederland-hatende politicus van Groen Links uitriep: “we moeten snel versnellen. Als iedereen het prima vindt: strik eromheen met dit kabinet, niet wachten tot 14 oktober nu iedereen enthousiast is…nu wordt het weer anderhalve week uitgesteld…dat duurt veel te lang. Dan gaat iedereen er weer naar kijken. En dan gaan er weer protesten komen als ze écht zien wat er in staat….alles waar ze boos over waren staat er allemaal in” .


i Die lijst van grootste vervuilers is opgenomen in het artikel “Geblubber van Remkes”.


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
1 jaar geleden

Ik wil nog wel even reageren op het uitstekende artikel van de heer Brantz . Het is voor zoveelste keer duidelijk geworden dat deze coalitie , en zeker de psychopaat Rutte , alle middelen wil inzetten om de bevolking op het verkeerde been te zetten . Immers : men kan , net als bij een gelovig mens, alle fantasie verhalen gebruiken als de gelovige het maar aanneemt . Hoe meer naïviteit deze coalitie tegen komt hoe meer het beleid kan worden uitgevoerd . Het rapport van Remkes is niet alleen een gedrocht , het is een sprookje omdat Remkes de vertaler is van de pathologische insteek dewelke Rutte Remkes heeft voorgehouden . Immers : In het artikel staat ook dat Remkes de oren naar Kaag en Rutte heeft laten hangen . Ik ben heel blij dat bij Sta-pal er nog mensen zijn die de harde realiteit goed zien en de mistige verhalen en rapporten onmiddellijk uitstekend analyseren . Wat nu heel expliciet op de voorgrond treed is de zieke mentaliteit van de VVD . Het rapport stinkt niet alleen, het is een verslag uit de koker van fantasten die lijden aan pseudologia fantastica . De maatschappelijke onrust is voor de VVD bijzaak . De rucksichtslosigkeit , het onverbiddelijke , is bij de VVD een credo omdat hun opportunistische attitude grenst aan het gezegde “ pecunia non O’let , en derhalve hun liberale houding hebben laten varen en , zoals de ex directeur van de ANWB zei: “ Als het om geld gaat worden alle principes vloeibaar .