In het artikel “Babyboomers vreten de pensioenpot op“ werden de verduisteringspraktijken van de regeringen Lubbers en Kok tegen het licht gehouden en kon vastgesteld worden dat hun grepen uit de pensioenpot pensioengerechtigden een beleggingsrendement van € 80 miljard is onthouden.
Die malafide praktijken waren signalen (niet de eerste overigens) dat democratische waarden aan het verwateren waren. Niet de laatste overigens, want die verwatering heeft zich met rasse stappen doorgezet.
Het ‘spook AOW‘ spaarfonds
Uit berichtgeving die dateert uit 2002 blijkt dat meer dan € 50 miljard uit het AOW spaarfonds “verdwenen“ is. Nergens was in 2002 een spoor van de financiële afwikkeling te vinden; geen enkele bevestiging dat het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat bedrag had overgedragen aan het AOW spaarfonds. Nergens is een afboeking van de staatsschuld te vinden die met dat bedrag zou hebben moeten dalen door vernietiging van staatsobligaties waaruit dat fonds voor 100% bestond. Niets, nakkes, nada.
Die onvindbaarheid leidde tijdens twee persconferenties tot vragen aan de Minister-president over de structuur van de staatsschuld en de onderdelen die er deel van uitmaken zoals investeringen in banken en leningen aan derden. Investeringen en leningen zijn bezittingen die niet met staatschuld gefinancierd zijn. Dus waar zijn die bijna €51 miljard dan gebleven? Die vraag werd tijdens die twee persconferenties niet beantwoord en nieuwsgierige journalisten moesten wachten op een brief van het ministerie. In die brief erkende het Ministerie (zeg de topambtenarij) dat het uiteindelijke doel een versnelde aflossing van de staatsschuld zou moeten zijn en het niet de bedoeling was om een buffer te creëren voor de vergrijzing en de AOW. Die brief maakte duidelijk dat Financiën onzichtbaar voor de buitenwereld bijna € 51 miljard aan staatschuldbewijzen van de beurs had opgekocht! Geen haan die daar naar kraaide. Het was een bevestiging dat topambtenaren buiten het zicht van de samenleving, zich structureel konden bezondigen aan malafide activiteiten om een verborgen agenda te realiseren.
In 2006 had de Studiegroep Begrotingsruimte in een kadertje van zijn rapport onder het kopje “Misverstanden rond het AOW spaarfonds” de tekst opgenomen dat topambtenaren van de Studiegroep op pagina 20 van het rapport het failliet van het fonds zouden hebben verklaard. De Studiegroep accentueerde sindsdien dat door het AOW-fonds onterecht het beeld kon ontstaan dat het vergrijzingsprobleem op die manier opgelost kon worden, maar stortingen in het AOW-spaarfonds waren alleen een papieren gegeven, een boekhoudkundige truuk. Want, het geld werd elders in de Rijksbegroting weer uitgegeven. Matthijs Bouman, huidige columnist bij Het Financiële Dagblad en economisch redacteur van de actualiteitenrubriek Nieuwsuur, reageerde op die uitleg als volgt: “ Wie dacht dat de toekomstige financiering van de AOW dankzij het in 1998 ingestelde AOW-spaarfonds veilig is gesteld, vergist zich lelijk. Het spaarfonds is ongegeneerd kiezersbedrog. Een aantal economen wist dat al, maar nu geeft Den Haag het eindelijk toe. We hebben u jarenlang voor de gek gehouden”. Ongegeneerd kiezersbedrog is tegenwoordig een gegeven.
In 2009 diende de toenmalige fractieleider van de VVD, Blok, een motie in om dat spookfonds op te heffen. Die motie kreeg amper steun en werd door de Tweede Kamer (TK) verworpen. Het CDA argumenteerde toen dat zij een debat over een eventuele afschaffing beter wilde voorbereiden, maar wel bereid was om een apart debat te voeren over de financiering van de AOW en de rol van het AOW fonds daarbij. De PvdA meende dat het fonds met de begroting van 2012 afgeschaft zou kunnen worden. Professor Jacobs noemde het fonds “volksverlakkerij” en volgens hem moesten politici “oprechte excuses aanbieden voor het structureel misleiden van de burger”. In zijn ogen had de politiek nagelaten geld te sparen en had te lang gewacht met maatregelen zoals het verhogen van de AOW leeftijd om de kosten te kunnen drukken.
De reactie van de staatsecretaris die het fonds in 1998 ingevoerd had was voorspelbaar: “er is geen sprake van dat burgers bewust en opzettelijk misleid worden… het fonds brengt alleen de oplopende AOW kosten in beeld…bezuinigingen zijn noodzakelijk en mensen moeten meer werken om de kosten op te vangen”. De naam van die staatssecretaris? Frank de Grave.
Lagere overheden wanen zich een bank
Niet alleen in Den Haag kan men toen en nu malafide praktijken rechercheren. Ook op lager overheidsniveau weet men op dat gebied van wanten. Vooral boekhoud fraude blijkt op die niveaus schering en inslag te zijn. Eind 2004 had die fraude met instemming van accountants, Nederland-breed een volume van enige miljarden euro’s bereikt. Amsterdam was in die periode de koploper met een fraude omvang van € 2 miljard. Vanzelfsprekend was de belastingbetaler die de gemeentelijke en provinciale geldkas e via de Inkomsten Belasting (IB) spekt, de Sjaak.
Hoe ging dat toentertijd in zijn werk? Jaarrekeningen en begrotingen waren en zijn voor gemeenteraadsleden belangrijke instrumenten om Gemeentebesturen te controleren. Daar worden ze stevig voor betaald. Echter, voor veel Raadsleden zijn dat enge documenten, omdat kennis en interesse ontbreekt en zij daarom geen tijd willen besteden aan een diepgaande studie van de inhoud. Het gevolg is dat de inhoud niet op juistheid en actualiteit wordt getoetst en raadsleden “in the blind” bij het kruisje snel een handtekening zetten. Zij zijn niet de enigen. Ook de pers laat de inhoud voor wat het is, controleert die niet en kopieert het persbericht dat hen door gemeentebesturen wordt aangereikt. In die persberichten wordt steevast gesproken over kleine overschotjes of tekorten.
Als raadsleden en journalisten jaarrekeningen en begrotingen niet op hun merites (kunnen en willen) beoordelen, wie dan wel? Wie heeft de kennis, het inzicht om de gepresenteerde balansen en overzichtslijsten te beoordelen? Accountants! Die moeten na diepgaande bestudering hun goedkeuring verpakt in een accountantsverklaring, geven aan de onderzochte jaarrekening. Dat is het bewijs dat een jaarrekening sluitend is en voldoet aan de gestelde normen. Wat als die accountants de inhoud niet analyseren en evalueren, zich beperken tot het zetten van een handtekening bij het kruisje en het opstrijken van betaling voor niet-gedane arbeid? Leo Verhoef, een voormalige registeraccountant, geprikkeld door een 2004 artikel “Vraagtekens bij gemeentebegrotingen” in de Volkskrant, heeft dat in 2004 wel gedaan.
In dat artikel werd vastgesteld dat de door accountants geautoriseerde begrotingen helemaal niet sluitend waren. Gemeenten zouden in de periode 2002-2004 meer geld binnen gekruid hebben dan zij uitgaven en door boekhoudkundige truckjes toe te passen hebben ze dat voor de samenleving onzichtbaar gemaakt. De resultaten van zijn grondige onderzoek waren zelfs voor hem verbijsterend. Verhoef die de weg kende in de gemeentelijke jaarrekeningen, kennis en inzicht had in de opgevoerde balansen en de samenhang tussen balans en rekening van baten en lasten kon schatten, stelde vast dat het gros van de door hem onderzochte jaarrekeningen van 100 gemeenten en provincies een compleet onvolledig beeld presenteerde van opbrengsten en uitgaven en het saldo van beide.
Sommige gemeenten schroomden niet om honderden miljoenen euro’s voor hun burgers te verzwijgen. Het gemeentebestuur van Tilburg bijvoorbeeld liet de winst-en-verliesrekeningen over de jaren 2000-2003 sluiten met steeds een heel klein overschotje, in totaal over die jaren van € 18 miljoen. In werkelijkheid was er in die jaren € 280 miljoen overgehouden. Een boekhoudfraude van €262 miljoen. Met dat verzwegen bedrag had met groot gemak de OZB (circa €28 miljoen per jaar) in die jaren overgeslagen kunnen worden en dan nog zou Tilburg niet in de rode cijfers zijn beland. Een ander voorbeeld: Eindhoven. In de periode 1998-2003 werd in totaal een overschot van circa €52 miljoen gepresenteerd. In werkelijkheid hield de gemeente in die jaren bijna €260 miljoen over. De OZB-opbrengst was over die jaren circa €230 miljoen en dus had de gemeente de huisbezitter tegemoet kunnen komen door geen of een lage OZB te rekenen. Een derde voorbeeld: Haarlemmermeer. Die gemeente presenteerde over de jaren 1998-2003 een klein overschotje van circa €20 miljoen; in werkelijkheid was er bijna €280 miljoen overgehouden. De OZB-opbrengsten bedroegen in die periode circa €220 miljoen en ook deze gemeente had de huizenbezitter kunnen verrassen door een lage OZB waarde af te tikken. Verbijsterende voorbeelden en dat waren niet de enige. Bij deze misleidende jaarrekeningen stonden goedkeurende accountantsverklaringen.
Verhoef liet het er niet bij zitten en klaagde de betrokken accountantskantoren[1] aan bij de Raad van Tucht voor Accountants. Deze Raad liet een van de betrokken accountantskantoren vrijuit gaan, omdat de Raad naar eigen zeggen zelf procedure fouten had gemaakt. De andere drie gingen vrijuit, omdat volgens de Raad “het binnen de provinciale en gemeentelijke verslaggeving niet ongebruikelijk is dat bedragen buiten de rekening van baten en lasten worden gehouden“. Ook in hoger beroep voor het College van Beroep voor het bedrijfsleven gingen de betrokken accountantskantoren door procedurefouten van het College zelf vrijuit. De accountants gingen dus niet vrijuit omdat Verhoef ongelijk zou hebben met zijn beweringen over misleidende jaarrekeningen maar door procedurefouten van twee klachtinstanties. Niet, omdat Verhoef aantoonbare en bewijsbare fouten had begaan bij zijn onderzoek, zoals gemeente- en provinciebesturen daarna rondbazuinden.
Verhoef ging verder met zijn kruistocht. In circa 20 gevallen deed hij aangifte van boekhoudfraude bij Justitie (i.c. valsheid in geschrifte in jaarrekeningen, waarop zeven jaar gevangenisstraf kan staan, een zwaar misdrijf dus). Die 20 gevallen waren samen “goed” voor een boekhoudfraude van zo’n € 5 miljard. Volgens de Procureur-generaal was het OM niet toegerust om boekhoud fraude te onderkennen en te vervolgen. De aangiften verdwenen onderin bureauladen. De enkele aangifte die het bureau van een Officier van Justitie haalde, werd geseponeerd. Reden? De Raad van Tucht voor Accountants had de betreffende accountants toch vrijuit laten gaan? Dus moest Verhoef ongelijk hebben met zijn beweringen over verzwegen overschotten, want anders zou die Raad van Tucht die accountants wel ongenadig gestraft hebben, was de redenering. Ongelofelijk?
Ook scholen passen deze truck toe
In het achterliggende decennium zijn er genoeg berichten geweest dat ook scholen zich hebben bezondigd aan fraude door het opbrengen van spook leraren en leerlingen en subsidies voor andere zaken te gebruiken dan op de aanvraag vermeld stond. Ook scholen wilden eigen kapitaal genereren om ermee te doen wat het bestuur voor ogen had zonder de dwingende ogen van de samenleving. De school voor Islamitisch Basis Onderwijs in Roermond bijvoorbeeld “huurde” massaal spook werknemers in en fraudeerde met het leerlingen vervoer. Het betekent dat fraude niet alleen voorkomt op overheidsniveau, maar dat ook andere instituten zich herhaaldelijk bezondigen aan bank gerelateerde activiteiten om een zak vol geld achter de hand te hebben.
Democratische waarden verdwijnen
Het is niet moeilijk te raden wie de slachtoffers zijn van die gesignaleerde malafide praktijken: de belastingbetaler. Een aanzienlijk deel van de Inkomstenbelasting wordt via het Gemeentefonds en het Provinciefonds doorbetaald aan gemeenten en provincies. Daarbovenop heffen gemeenten rechtstreeks bij hun inwoners de OZB en komt een zeer aanzienlijk deel van de Motorrijtuigenbelasting terecht bij de provincies. De boekhoudfraude maakt onzichtbaar dat de belastingbetalers in de afgelopen jaren miljarden euro’s teveel aan belastingen hebben betaald.
Is het heden ten dage beter geworden? Hebben gemeentes, provincies en scholen de zaken beter voor elkaar en berichtten ze dat op een transparante manier in de hiërarchieke lijn? Zijn er geen verborgen overschotten en genereren gemeentes en provincies geen eigen kapitaal ten nadele van de belastingbetaler? Gebruiken ze dat overschot niet om eigen hobby’s, eigen politieke speerpunten te financieren? Het laatste decennium is het voor de man en vrouw in de straat wel helder geworden dat als geld, macht en beïnvloeding in het spel zijn, malafide praktijken, dwang, liegen, bedriegen, indoctrinatie en hersenspoelen een bijna structureel karakter hebben en personen die aan de knoppen draaien corruptieve trekjes vertonen. Het is ook duidelijk geworden dat democratische waarden zoals die vooral door politici met de mond beleden worden allang ingeruild zijn voor autocratische uitingen waar het westen 40 jaar tegen gestreden heeft.
Onderzoeken zoals die van Verhoef moeten worden uitgevoerd om vast te kunnen stellen of corruptie niet sterk verankerd is in de Nederlandse samenleving. Tot de resultaten breed bekend worden moet worden getwijfeld aan de eerlijkheid van de overheid in horizontale en verticale zin en de door die overheid stevig gesubsidieerde organisaties, instanties, bewegingen. Het is een trieste vaststelling, maar niet minder juist.
[1] Deloitte, Ernst & Young, KPMG, Price Waterhouse Coopers.