Het is officieel: onze overheid heeft zich tegen de eigen burgers gekeerd. De Rijksoverheid heeft tijdens de coronapandemie verschillende technieken gebruikt om kritische journalisten en burgers verdacht te maken en de mond te snoeren. Tegelijkertijd werd een groot verhaal voor gedragsbeïnvloeding uitgerold. Dat is duidelijk geworden uit een onderzoek van Cees, Van der Vegt en Aukema.
Gedurende de coronapandemie hebben veel burgers ervaren dat het niet gemakkelijk was om een afwijkende mening te ventileren. Niet zelden werd men op sociale media verdacht gemaakt of gewoon tijdens een verjaardagsfeestje aangesproken door mensen die – achteraf – compleet beneveld waren geraakt door het overheidsnarratief rond corona. Dat narratief werd luidruchtig uitgedragen door de Publieke Omroepen en omlijst door een zweem van ‘wetenschap’ door het RIVM. Uit de – dankzij een WOB-verzoek – vrijgegeven documenten is op te maken dat de eenheid van het NCTV die zich specifiek hierop moest richten voortdurend journalisten, politici en influencers in de gaten hield, en die zeer gedetailleerde informatie vervolgens doorgaf aan het ministerie van VWS. Namen die genoemd worden van mensen die in de gaten gehouden werden: Maurice de Hond, Hans van Tellingen en kritische politici zoals Fleur Agema (PVV) en Caroline van der Plas (BBB).
Het wob-onderzoek van Cees, Van der Vegt en Aukema laat nadrukkelijk zien dat het Nederlandse ambtenarenapparaat in de ban was geraakt van het bedwingen van een ‘onzichtbare vijand’. Na het uitroepen van de pandemie zagen de betreffende instanties blijkbaar een belangrijke taak voor zichzelf weggelegd om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. De overheid deed er alles aan om bepaalde informatie te laten verwijderen en er werd met het oog daarop heimelijk samengewerkt met Big Tech-bedrijven zoals Facebook. Die werden onder druk gezet om profielen te verwijderen, door kritische burgers geplaatste berichten te vernietigen, etc. Het gaat hier niet alleen om mensen die werkelijk misleidende informatie verspreiden, maar publiekelijk slechts kritische vragen stelden. De afgelopen jaren zijn er namelijk veel kritische deskundigen en (burger)journalisten van platforms verwijderd. Dit gebeurde in de eerste maanden van de crisis vooral met critici van het beleid zoals Kees de Kort, huisarts Rob Elens en hoogleraar Bob de Wit. De Publieke Omroepen werkten braaf mee door kritische burgers niet aan het woord te laten en de uitzendruimte vooral ter beschikking te houden voor ondersteuning van het overheidsnarratief.
Van overheidswege
Let wel: het ging daarbij dus niet om ‘basale zaken’ zoals het waarheidsgehalte van de overheidsinformatie, maar uitsluitend om te bewerkstelligen dat het van overheidswege verkondigde narratief slaafs en nauwkeurig werd opgevolgd. Daarbij was kennelijk geen middel te gek (en aan geld geen gebrek). Zo ontving een drietal ‘artiesten’ € 55.000 voor het opzeggen van wat versjes die bewondering voor de overheidsmaatregelen moest oproepen. De overheid opereerde dus bepaald niet in het belang van de burgers, maar in de praktijk uitdrukkelijk tégen de burgers en de ‘artiesten’ werkten daar graag aan mee in ruil voor wat muntjes. En dat is bijzonder, omdat de overheid normaliter wordt geconfigureerd door toedoen van burgers, zoals door ordinaire verkiezingen. Het lijkt erop dat het uiteindelijke overheidsoptreden vooral tot stand komt aan de overlegtafels van WEF en de Bilderberggroep. Maar: dat moet dan tevens inhouden dat de deelnemers aan die overlegrondes vooraf al redelijke zekerheid hebben omtrent de uitslagen van (eventueel) aanstaande verkiezingen en het al of niet continueren van hun (machts-) positie. Van daaruit ontstaat weer het beeld van sterk beïnvloede verkiezingsrondes met uitslagen die we maar beter met een korreltje zout kunnen nemen.
Nederland niet langer soeverein
Zo resteert een beeld van een politieke voorhoede die geen afspiegeling meer is van de beweerde achterban in de bevolking. Sterker: wanneer andere gremia een grotere invloed hebben op de besluitvorming binnen de grenzen van ons land, dan is er in werkelijkheid geen sprake meer van een soevereine staat. Wij beslissen niet zelfstandig meer over de inhoudelijk politieke richting die wij als nationale maatschappij willen gaan en de regels en wetten die door de Wetgevende macht worden opgelegd, kennen feitelijk geen legitimering door de bevolking. We zijn al zover gekomen dat een Kamerlid wat ‘gesensibiliseerd’ moest worden, daadwerkelijk wordt verhinderd om conform zijn (ruime) mandaat het woord volstandig te voeren in de Kamer, namelijk door hem minder spreektijd te geven. “Dat is volgens het Kamerreglement correct”, kirde toen de Kamervoorzitter gevat. Prima; maar is het volgens de grondwet legitiem en mag de Kamervoorzitter of het Presidium besluiten dat de Grondwet voor één of meerdere leden van de Wetgevende macht niet of in mindere mate geldig is?
De Tweede Kamer moet haar eigen regels nog eens grondig toetsen en meer oog hebben voor het door de kiezers verstrekte mandaat. In een soeverein en democratisch land is de afvaardiging van het volk de wetgever en niet een samenspannende en zelfbenoemde elite.
Het hele publiekrecht met al zijn wetenschappers is te kakken gezet. Internationaal recht pffff.
Onze democratie is een lachertje geworden.
Je verwacht het niet hè…