Onlangs kwam de voorzitter van de Europese Commissie met de sussende uitspraak dat de Oekraïne zo snel mogelijk onder de veiligheidsparaplu van de Europese Unie mocht komen schuilen.
In een adem vertelde ze haar gehoor dat er een Europese strijdmacht moest komen om de machtswens van de EU te cementeren. Een hernieuwde poging om de macht van de EU te vergroten en tegelijkertijd olie op de crisis in het oosten van Europa te gooien. Bijster slim is het niet, maar na de diskwalificatie van haar als Minister van Defensie in Duitsland en de chaotische sturing van de Coronapandemie geen verrassing.
Inval in de Oekraïne kan geen verrassing zijn
Over de Oekraïne wordt deze dagen genoeg geschreven. Kenners en voorspellers kruipen uit allerlei hoeken en gaten om hun wijsheden aan den volke te verkondigen. Uit mijn pen geen wijsheid over het heden en de toekomst van Poetin en de Oekraïne. Met mijn jaargenoot in Litouwen hebben we sinds 2012 over Poetin, Rusland, Oekraïne 100 plus artikelen geschreven en wie wil weten hoe onze visie eruit ziet kan dat op sta-pal en Carré lezen
Die artikelen weerspiegelden hoofdzakelijk een vooruitblik met voorspellingen over de effecten van het verschuiven van EU en NATO grenzen dichter naar Moskou op de Einkreisungsparanoia; het willen annexeren van de Donbas; het opschuiven van de grens tussen de Krim en de Oekraïne voor het realiseren van Novorussyia; het bezit van alle warmwater havens aan de Zwarte Zee; het scheiden van de Oekraïne in het Russisch sprekende oostelijke en zuidelijk deel en het westelijk meer Europees georiënteerde deel; over de hybride oorlogvoering die hij al een decennia voert; over de doelstellingen van de grootschalige oefeningen ZAPAD en KAVKAZ in de periode 2017-2021 en over de waarschuwingen van Poetin aan Georgië en Belarus. Vanzelfsprekend zijn niet alle voorspellingen uitgekomen, het blijven voorspellingen, maar er staat in die artikelen genoeg informatie om zich een beeld te kunnen vormen van het krachten – en spanningsveld in het oostelijke deel van het Europese continent. De inval in de Oekraïne is een kwestie geweest van tijd geweest, maar aan die constatering hebben de mensen in de Oekraïne niets. Ook niet aan het gepraat van kenners, politici en voormalige militairen. Allemaal ‘achteruitkijkspiegel’ personen..
“Heeft een van de vele kenners uitgebreid
uit de doeken gedaan waarom die
1 meter 70 lange man met een
Napoleon-complex juist nu binnenvalt
in de Oekraïne en niet twee of een
jaar geleden? Corona?
Kan, maar hoogst onwaarschijnlijk”
Is het niet eerder de aandacht van Westerse staten voor binnenlandse en buitenlandse hobby’s als klimaat, migratie en energietransitie waaraan het grootste deel van het BNP werd en wordt besteed. Komt dat niet omdat het gros van de Westerse staten bestuurd wordt door zwakke ruggengraatloze leiders, producten van de WEF van Klaus Schwab, die streven naar een nieuwe wereldorde. Politieke leiders die in de achterliggend decennia grote delen van hun bevolking van zich hebben vervreemd, hun krijgsmachten hebben verwaarloosd en getransformeerd tot militair vermogen dat er alleen op papier sterk uitzag. Westerse regeringsleiders en ondersteunende politieke partijen die er op binnenlands en buitenlands gebied een zootje van hebben gemaakt met een demente leider aan het roer van het op papier machtigste Westerse land. Een voormalige grootmacht die aan het fragmenteren is?
En nu zou een Europese krijgsmacht van de grond getrokken moeten worden die in het zelfde water gaat zwemmen en met dezelfde problemen geconfronteerd wordt als de NATO waardoor NATO is gedegradeerd tot een papieren tijger?
Een Europees leger dus?
Een Europees leger? Bedoeld wordt een Europese Krijgsmacht met gevechtskracht die in vier tot vijf dimensies succesvol de strijd kan aangaan. Een krijgsmacht met een coherent karakter die met niet-militaire, niet-NATO, niet-EU bijdragen een homogeen geheel vormt en streeft naar unity of effort. Dat lukt in NATO verband mondjesmaat en in EU verband zouden alle problemen opgelost kunnen worden? Waarom dan?
Laten we starten met de kanttekening dat Europa geen culturele eenheid is aangevuld met de kanttekening dat de trend van het groeiende eigenbelang nog steeds opgeld doet.Dat betekent dat een probleem diverse, nationaal georiënteerde oplossingen kent en langdurige onderhandelingen dan moeten resulteren in een compromis. Een compromis gesloten tussen alle lidstaten betekent dat het gekozen alternatief het geconstateerde probleem nooit geheel zal weg masseren en er dus altijd ruis zal blijven bestaan. Die ruis vraagt vervolgens ook om een oplossing en het hele circus start opnieuw. Een voorbeeld: Energie is een Duits belang; Duitsland betaalt GAZPROM voor energie leveranties, GAZPROM sponsort de gewelddadige invasie in de Oekraïne, Duitsland betaalt mee aan de vernietiging van Oekraïense infrastructuur en materiaal en de dood van Oekraïners. Kort door de bocht? Ja, maar uit eigenbelang kan dat de meest geloofwaardige redenering zijn.
Een militaire strategie en een daaruit voortvloeiend operationeel concept en militaire doctrine is gebaseerd op een Europees Veiligheidsbeleid. Voor zover ik me kan herinneren is de discussie over een eenduidige, helder en aan de realiteit beantwoordend lenig[1] veiligheidsbeleid nog steeds een werk in uitvoering. Ieder land heeft een eigen benadering van zijn veiligheidsprobleem, formuleert zijn eigen prioriteiten en geeft daaraan een financiële ruimte. Gelet op het feit dat meer dan 80% van de NATO lidstaten niet kan en wil voldoen aan de NATO 2% BBP norm is die ruimte in het algemeen niet toereikend om het probleem op te lossen. In feite formuleert iedere lidstaat en beleid van halve operationele oplossingen. Zal dat niet het geval zijn bij een Europese invulling?
De tweede opmerking die aangeeft waar de schoen bij de hedendaagse generatie politici wringt: “realisme bepaalt de begrenzing van het idealisme[2]”. Helaas leeft het gros van de politici in een parallelle wereld waarin problemen in het algemeen worden vertaald in ‘uitdagingen’. De consequentie is dat een mogelijke oplossing op papier wordt neergepend en de implementatie vooruitgeschoven wordt. Het formuleren en concipiëren van een Europees Veiligheidsbeleid is zo´n uitdaging. Wanneer we de bewegingen in Brussel en diverse hoofdsteden nader bestuderen kunnen we vaststellen dat er heel wat machtswoorden worden geuit zonder steun van een geloofwaardige machtsbasis in termen van usable[3] militaire middelen en instrumenten. Die politici denken dat het uiten van machtswoorden resulteert in de door hen gewenste oplossing. Dat is natuurlijk nooit het geval en dat zal ook bij een Europese krijgsmacht niet veranderen..
De derde kanttekening is samenwerking gericht op effect. Bij het ontbreken van een veiligheidsbeleid als vertrekpunt voor een militaire strategie is het onduidelijk welk effect moet worden bereikt? Wat zijn de entry en exit strategieën? Wanneer grijpen we in en hoe grijpen we in. Wie bepaalt dat? Wanneer men constateert dat het geopolitieke gevecht in Brussel wordt ontkend, vraag ik me af of hier dan sprake is van een operationeel effect of van een politiek en/of diplomatiek effect. De problematiek wordt nog versterkt door de Force Generation problematiek.
Zelf gegeneerd gebrek
NATO heeft door zijn streven naar consensus naast de regulering door de International Humanitarean Law, Rules of Engagment en nationale richtlijnen voor het gebruik van gewapend geweld een andere onbedoelde vorm van regulering geproduceerd: het Force Generation proces. In het huidige millennium heeft dat proces bevestigd dat door het voortdurend zoeken naar de balans tussen behoefte, beschikbaarheid, geschiktheid en bereidheid, een 100 punten kwalitatieve en kwantitatieve vulling van militair vermogen onbereikbaar is. In het gunstigste geval kan 80-85 punten gehaald worden. De consequentie is dat een NATO strijdmacht wel of niet deel uitmakend van een multi-gekleurde coalitie in de meeste gevallen qua assortiment, kwaliteit en kwantiteit niet kan beantwoorden aan de behoefte, waardoor die strijdmacht met een zelf gegeneerd gebrek aan effectiviteit en doelmatigheid aan de startlijn komt. En dat wordt bij een Europese strijdmacht voorkomen?
Het succes van militaire operaties is afhankelijk van de invulling van het strategisch raamwerk; het kunnen en willen loslaten van de traditionele instelling; afstand tot de operatieve ruimte; de technologische stand van zaken, de beschikbare strategische middelen; wens en het vermogen om de footprint in of nabij de operatieve ruimte te beperken; de mentale en inlichtingen mogelijkheden om de tegenstander in de operatieve ruimte te kunnen identificeren; digitale beschermingsmaatregelen om bronnen, middelen en informatiestromen te beschermen en de benodigde financiën om de noodzakelijke veranderingen door te voeren en op peil te houden.
Het gros van de boven genoemde criteria kan nog niet aan de kwaliteitsnorm voldoen resp. voldoet daar nog lang niet aan. Onder die condities is het Westerse streven naar veiligheid en stabiliteit een moeizame tijd en kosten consumerende aangelegenheid waarin vooruitgang met kleine (vaak voor een leek onherkenbare) stapjes wordt gemaakt en een traditioneel optredend militair vermogen en de daarop afgestemde structuren, processen en procedures te star, niet lenig genoeg zijn om de contemporaine complexiteit adequaat aan te grijpen. Gezien de consequenties van de beschreven hindernissen en gelet op de voortdurend krimpende defensiebudgetten en nationale voorkeuren moet ernstig worden getwijfeld of militaire vermogen zodanig gemoduleerd, gegroepeerd en benut kan worden dat zowel “fights among people” als traditionele militaire operaties uitgevoerd kunnen worden. Dat zal ook bij een Europese krijgsmacht het geval blijven.
Voordat er kan worden gesproken over effectief vermogen, verdient het aanbeveling eerst de multikleuring, commandovoering, logistieke problematiek en de ondersteunende wapenindustrie in termen van standaardisatie en interoperabiliteit van zo´n Europese strijdmacht onder de loep te bestuderen en te inventariseren. De combinatie van multinationaliteit, multicultureel, multi-etniciteit, multifunctioneel en multi-organisatorisch dwingt tot een hoge mate van interoperabiliteit en standaardisatie tussen hiërarchische rigide en horizontale losse structuren waarbij de militaire multikleuring dwingt tot een voortdurend zoektocht naar militaire compromissen en militaire en civiele multikleuring dwingt tot het realiseren van unity of effort. Een belangrijk element is de invulling van de vierde dimensie voor de commandovoering[4] en daarvoor benodigd informatie management, het kunnen realiseren van anticiperende logistiek, Full Dimension Protection en Information Operations. Dan laat ik de problematiek van het Full Operational Capable proces even achterwege.
Tenslotte de financiële basis. Er wordt – zo wil de EU dat – een pot gesticht waar de lidstaten jaarlijks 500 miljoen euro in moeten storten. De vraag is wie bepaalt de verdeelsleutel en is aan het bedrag dat een lidstaat in de pot doet nog voordelen in politieke en militaire zin verbonden? Hoe wordt bepaald waaraan jaarlijks een bepaald bedrag gespendeerd wordt? Gaat iemand in Brussel die inkomsten pot onder zijn vleugels nemen? Ik heb niet de indruk dat politici in Brussel met name bekend staan om hun integriteit, betrouwbaarheid en operationele inzichten.
Ik geloof pas in een Europese Strijdmacht als de volgende vragen beantwoord zijn. Wat willen ze in Brussel op veiligheidsgebied bereiken, welk militair vermogen (soorten eenheden, kwaliteit en volume) is daarvoor nodig, wie levert wat toe, hoe worden de taken verdeeld, aan welke criteria moeten nationale bijdragen voortdurend beantwoorden, hoe ziet het oefeningsprogramma in multinationaal verband er uit en hoe wordt dat programma gefinancierd en hoe wordt vastgesteld welke nationale wapenindustrie een grote vinger in de pap krijgt?
Alleen kinderen hebben een blanke geest
Ik heb er al een keer een artikel aan gewijd, maar ‘dubbel genaaid houdt beter’. Het is duidelijk dat de voorzitter van de EU absoluut niet weet waar ze over praat en veel te luchtig doet over het oprichten van een multigekleurde Europese krijgsmacht. In Nederland struikelt de D66 politicus Sjoerdsma herhaaldelijk over zijn eigen benen met zijn enthousiaste doch geborneerde kreten over een Europese krijgsmacht. Ook zo’n dwaallicht. Beiden beseffen blijkbaar niet dat door de Russische inval in de Oekraïne te gebruiken als drogreden voor een Europese krijgsmacht, er sprake is van een dubbele geostrategische miskleun.
[1] Omdat het spectrum of conflict niet langer meer een geordende lineaire roltrap is, die getrapt van lage naar hoge geweldsintensiteit vice versa in een controleerbaar tempo oploopt, maar is veranderd in een continuüm met een bandbreedte aan mengvormen van militaire en niet-militaire activiteiten (hybride) die deel uitmaken van open einde conflicten waarbij sprake is van een glijdende geweldsintensiteit..
[2] In een artikel van Carré werd de term grens gebruikt maar die is te tweedimensionaal.
[3] Beschikbaar, bruikbaar binnen de closure rate (tijd tussen opdracht en effectieve uitvoering in het missiegebied) en beantwoordend aan de operationele certificatie en validatie normen.
[4] Plannen en uitvoeren van meerdere lines of operations en gelijktijdig, geïntegreerd en/of volgtijdelijk plannen en uitvoeren van diverse operatietypen in een beperkte tijdsdimensie.