Onlangs las ik de “open brief” op de website OpinieZ die mr. Bauke Geersing richtte aan het adres van een apart soort wetenschapper: een die de alom erkende principes van wetenschappelijk onderzoek met de voeten treedt en vervangt door een eigen interpretatie die bol staat van framing en doxing[2] karakteristieken.
Vertrekpunt van die open brief was het commentaar dat die wetenschapper heeft op de schijnbewegingen rond het begrip Bersiap en de manier waarop de Directeur van het Rijks met de storm van protesten is omgegaan. Het opmerkelijke bij die schijnbewegingen is de indruk die wordt gewekt dat de term Bersiap een door de Nederlanders bedachte term is voor het extremistische optreden van extremistische jongeren.
“Bersiap; is dat een
racistische term?”
Jongeren die tijdens de Japanse bezetting door de bezetter gevoed zijn met een racistisch gif en na de capitulatie van Japan opgezweept door uitspraken van hun zelfbenoemde inheemse leiders, op een inhumane wijze tekeer zijn gegaan tegen het niet-inheemse deel van de Archipelbevolking en hun door die jongeren veronderstelde inheemse aanhangers. Die wetenschapper vindt dat die term racistisch is en daarin heeft hij gelijk. Die term is gericht tegen het deel van de Archipel bevolking dat niet in het Soekarno-Hatta bootje wilde meevaren en daarvoor op een pijnlijke manier gestraft moest worden.
Vragen
Was de Archipel na de capitulatie van Japan de jure weer een kolonie van Japan en zo ja wanneer ging die status in? Kan inderdaad gesproken worden van een dekolonisatiestrijd, het losmaken van de Archipel van het Europese moederland?Als dat niet geval was hoe moet de status van die politieke entiteit dan genoemd worden en hoe noemen we dan de strijd die in de periode 1946-1949 vooral op Java en Sumatra werd gevoerd?
Termen wier betekenis in the eyes of the beholder gerake
Bij het gebruik van termen die een brede consensus genieten zijn feiten en realiteit de pijlers waarop de beschrijving van een toestand of een activiteit moet rusten. Onderzoekers van instituten en instanties die deel uitmaken van het MJO wijken daar om moverende redenen vanaf. Zij beschrijven situaties, activiteiten m.b.v. onderbuikgevoelens en anekdotische informatie die vooral leven bij de leiders van de inheemse opstand tegen het legitieme gezag over de Archipel en verpakken die in algemeen erkende termen.
Neemt een onderzoeker die interpretatie als vertrekpunt, dan wekt hij de indruk de problematiek door een gekleurd prisma te beschouwen en bezondigt hij zich aan propaganda. Door een eigen interpretatie van termen was bij de start van het MJO onderzoek rode draad en doel al duidelijk: Blaming the veterans als uiting van het willen deugen, het leggen van de schuldvraag bij het blanke ras en veroordelen van de Nederlandse geschiedenis.Strekking en toonzetting van teksten en boeken die in de loop der tijd zijn vrijgegeven resp. gepubliceerd, hebben die indruk bevestigd.
Het gebruik van termen kleurt positie en invalshoek van een onderzoeker, expert en kenner en bevestigt de mate van diens subjectiviteit, objectiviteit of neutraliteit. Zo worden bijvoorbeeld de gewapende gebeurtenissen in de periode tussen 15 augustus 1945 en 17 augustus 1950 door de betrokken onderzoekers betiteld als dekolonisatie strijd resp. vrijheidsstrijd. Alsof alle inheemse entiteiten van de Archipel na de capitulatie van Japan tegen hun zin in een kolonie zouden leven en de vrijheid zouden ontberen om het dagelijkse leven weer op te nemen.
Gedachtekronkels
De beschrijving van een kolonie luidt: “een territorium onder bestuur van een soevereine staat (aka moederland), maar vallend buiten het eigenlijke grondgebied van dat moederland” en in die beschrijving zijn de aanduidingen bestuur en afstand bepalend. De archipel viel van 8 maart 1942 tot 15 augustus 1945 onder bestuur van de soevereine staat Japan en de Archipel lag duizenden kilometers van Japan. De relatie Japan-Archipel voldeed aan de beschrijving van een kolonie en de Archipel kon in die periode beschouwd worden als een kolonie van Japan. Wanneer Soekarno c.s inderdaad niet onder een koloniaal juk wilden leven, dan hadden zij een dekolonisatiestrijd tegen het Japan van Hirohito moeten voeren. Dat hebben zij niet gedaan. In tegendeel zelfs.
Na de capitulatie van Japan was op het internationale politieke podium afgesproken dat het Nederlandse bestuursmodel hersteld zou worden. Of de institutionele band tussen Nederland en de Archipel na de Japanse capitulatie door de internationale politieke omgeving als hersteld werd beschouwd en de Archipel de jure opnieuw een koloniale band zou hebben met een moederland in Europa, was overigens voor een groot aantal kenners onduidelijk. Internationaal[3] was echter afgetimmerd dat het Nederlandse gezag over de Archipel na de capitulatie van Japan hersteld zou worden; er was geen sprake van het afstaan van Nederlandse verantwoordelijkheden aan de genoemde inheemse zichzelf benoemde leiders. Uit die tekst kan men vaststellen dat de relatie tussen de Archipel als kolonie en Nederland als het Europese moederland hersteld was. Wanneer die vaststelling juist is zou inderdaad gesproken kunnen worden van een strijd om de Archipel als geheel los te maken van Nederland, ware het niet dat lange tijd alleen gesproken kon worden over Java en Sumatra. Andere delen van de Archipel zouden zich onder dreiging van het wapen laten overhalen om aan het karretje van Soekarno c.s. aan te haken.
In het verlengde van de term dekolonisatiestrijd doet de term vrijheidsstrijd die regelmatig door de onderzoekers van stal wordt gehaald, ook vreemd aan. De archipel werd bezet door Japan en die beperkte de vrijheid van denken en doen van de Archipel bevolking. Wanneer de term vrijheidstrijd gebruikt wordt, dan zou die zeker betrekking moeten hebben op een strijd tegen de Japanse bezetter. Merkwaardig genoeg heeft de Soekarno-Hatta kliek de Japanse bezetter en kolonist niets in de weg gelegd; heeft zelfs samengewerkt om Japanse doelstellingen in het Zuidoosten van Azië te bereiken en bereidde zich voor om met de Japanse zegen het bestuur over de Archipel op een door Japan te bepalen tijdstip over te nemen. De reden is simpel. Soekarno c.s. waren ideale pionnen om de inheemse entiteiten in het gareel te houden en de smeulende rebellie op Java en Sumatra beheersbaar te houden. Vrijheid om te kunnen collaboreren.
Na de capitulatie van Japan was de bevolking van de Archipel bevrijd van het Japanse juk. Geen krijgsgevangen-, mannen-, vrouwen-, buitenkampen meer. Geen behoefte meer aan duizenden inheemse mannen en jongeren die “ingehuurd” werden om slavenarbeid voor de Japanse kolonist en bezetter te doen. De bevolking had de mogelijkheid om in vrijheid het eigen leven weer op te pakken. Na de capitulatie van Japan waren het bestuursmodel en daarvan afgeleide instituten nog steeds sterk Japans georiënteerd. In feite sudderde de Archipel als kolonie van Japan nog even door.
Wanneer sprake zou zijn van een vrijheidstrijd dan zou die van toepassing zijn op het segment van de Archipel bevolking wier vrijheid daadwerkelijk beperkt werd door de plaatsing in diverse kampen en toepassing van vrijheid beperkende maatregelen zoals de avondklok. In ieder geval is die benaming niet van toepassing op het optreden van de aan Soekarno c.s. loyale vooral op Java en Sumatra levende inheemse jongeren. Zij kozen uit eigen beweging voor de obscuriteit om het leven van niet-revolutionaire segmenten zo zuur mogelijk te maken.
Vaststelling
Bersiap, dekolonisatiestrijd en/of vrijheidstrijd zoals die door een onderzoeker van de MJO geïnterpreteerd worden, geven een misleidende en eenzijdige beschrijving van de realiteit op de Archipel. Versterkt door het negeren van de excessieve gewelddadigheden door inheemse oproerkraaiers, schendt zo’n onderzoeker de principes van wetenschappelijk onderzoek en bezondigt hij zich aan eenzijdigheid en propaganda . Zo iemand noemt men een non-valeur.
[1] Onbekwaam persoon.
[2] Doxing heeft een negatieve lading omdat het veelal een wraakoefening is door middel van schending van de privacy.
[3] De overeenkomst die op 10 december 1944 te Talcoban op Leyte werd gesloten tussen Mac Arthur en Van Mook en het Renville akkoord uit 1948.