Zelfcontrole, maar dan anders

Eergisteren stelde de Raad van State dat Kamerleden tegelijkertijd zitting mogen hebben in het kabinet. “Het is niet in strijd met de wet, maar wel onwenselijk”. Dit komt er dus op neer dat Kamerleden zichzelf (als kabinetsleden) mogen controleren.  Dat is belachelijk en het besluit zou onmiddellijk herzien moeten worden.

In Nederland en Europa staat iedereen op z’n achterste benen als Hongarije een kinderbeschermingswet aanneemt of als Polen de leden van hùn Raad van State wil laten benoemen door het Parlement (terwijl onze RvS door onnavolgbare ‘benoemingen’ tot stand komt…). Maar dit kan dus gewoon in onze bananenmonarchie. Gelukkig zijn er ook nog politici die dat met argumenten bij het grofvuil weten te zetten;

Het is precies wat Geert Wilders zegt. Dit land wordt door compleet gestoorde D66 bobo’s finaal naar de bliksem geholpen. Maar er ontbreekt nog iets: de kern van onze Parlementaire democratie, is dat het Parlement de uitvoerende macht (dus ook de regering) controleert en dat kan niet als Parlementsleden zèlf zitting nemen in de uitvoerende macht, respectievelijk het Kabinet. Met andere woorden: de uitspraak van de RvS kan niet juist zijn. Nu zegt de RvS weliswaar dat “het is niet in strijd met de wet”, maar dat is de vraagstelling niet. De vraag is meer van praktische aard: kan dit eigenlijk wel. En dat kan natuurlijk niet, omreden waarvan de RvS dat niet kan afdoen met ‘onwenselijk’. Het is weer zo’n halfgebakken antwoord met als strekking “nee natuurlijk kan dit niet, maar ik zal je matsen en het een beetje afdekken”.

Verkeerde baan opgegeven

Inmiddels hebben de drie Kamerleden Dilan Yeşilgöz-Zegerius (VVD), Dennis Wiersma (VVD) en Steven van Weyenberg (D66) hun Kamerlidmaatschap opgegeven; “het was een eer om Kamerlid te mogen zijn”. Maar waarom het Kamerlidmaatschap en niet de functie in het Kabinet? Als er al kritiek gelezen kan worden in de brief van de RvS, dan is dat toch kritiek op het toetreden van nieuw verkozen Kamerleden tot een demissionair (dus ‘oud’) Kabinet. Dan ligt het voor de hand dat juist de laatste functie wordt opgegeven.

Vanzelfsprekend is er eerst het royale ‘wachtgeld’, mocht met de formatie van een nieuw Kabinet de verworven functie aan iemand anders worden vergund. Ook is het denkbaar dat de betrokkenen al hebben vernomen dat zij ook in een nieuw Kabinet zitting zullen hebben, om het even in welke positie. Eveneens is het voorstelbaar dat de betrokkenen garanties van hun fracties hebben, dat zij na hun – eventueel korte – periode in het ‘oude’ Kabinet, kunnen terugkeren in de Kamer en hun vervanger dus vertrekt. In alle gevallen is dan wel duidelijk geworden dat de naam ‘politiek kartel’ een treffende typering is van het politieke bedrijf in de 21e eeuw: een beperkte groep die, mits voldoende afgericht en braaf, een van de leuke baantjes kan krijgen. Dat zijn in Nederland zo rond de 300.000 personen die daarvoor in aanmerking komen; namelijk de leden van een politieke partij.

Misschien is dat de reden dat er geen Kamerbrede weerstand is ontstaan tegen deze uiterst merkwaardige baantjesmolen. Als er wordt geknipt en geschoren dan kun je beter een beetje stil blijven zitten.


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties