Jihad, de politieke en de religieuze Islam

In de jaren ’70 en ’80 verspreidde een radicaal concept, afkomstig uit de Islamitische wereld, zich als een olievlek, maar al snel breidde dat zich uit naar radicale gemeenschappen in Frankrijk, Duitsland, België en Engeland.

Nadat het communisme daar in de jaren ’60 zijn sexappeal had verloren voor ‘dolende zieltjes’ door de onthullingen over Stalin’s beestachtige wreedheid en de inval in Hongarije werden ook de gevolgen van ‘de race naar de bodem’ in het communistische economische model steeds zichtbaarder. West Duitsland beleefde het ‘Wirtschaftswunder’, in het communistische paradijs van de DDR kon een mazzelaar na lang sparen, eerst voor tien jaar op de wachtlijst om uiteindelijk één van de héél weinige en trotse eigenaren te worden van rokende, pruttelende Trabant…

In hun wanhoop grepen desperate ‘hardcore’ communisten, niet alleen in West-Europa, naar bot geweld, zoals wij zagen in de Duitse ‘Rote Armee’, de Rode Brigade’s in Italië, de Sendero Luminoso in Peru, de Stern bende en de Naxalieten, na de boerenopstand in 1967 in West Bengalen. Onder het motto ‘gaat het niet goedschiks, dan maar kwaadschiks’ wilden deze desperado’s de wereld aan hun terreur onderwerpen, zoals nu het globalisme dat probeert met hun klimaat-en corona-bedrog. Al Qaeda heeft in het in die periode ontstane vacuüm zijn tentakels in vrijwel ieder Islamitisch land uitgebreid en is zodoende vaak leidend geworden in de Jihad waar de politieke moslimbroederschap al veel langer zijn funeste invloed verspreidde en daarbij regelmatig botste met het strikt religieuze Salafisme. Maar pas op: beiden zoeken de onvoorwaardelijke subversie van onze Westerse samenlevingen.

Al drie decennia houdt de Franse socioloog en politieke analist Gilles Kepel de ontwikkeling van de jihad scherp in de gaten, zowel tijdens zijn jarenlange studies in het Midden-Oosten als in de Franse banlieu. Een rationele wetenschapper, man van de praktijk, géén salon socialistische dagdromer. In 2014 las ik zijn “Passion française. Les voix des cités” waarin hij met ‘passie’ zowel duidt op de passie voor het land als het lijden van dat land dat een dramatische identiteitscrisis doormaakt dankzij een hersenloze, laffe  politieke élite, waar de scheiding van kerk en staat één der pijlers van de samenleving is. Die maatschappelijke hoeksteen wordt – al tientallen jaren – openlijk betwist door de jihad, de fundamentalistische salafisten die ook in Nederland hun sloperswerk verrichten, met de ignorante medewerking van alles wat zich ‘progressief’ waant.

“Deze bevolkingsgroepen kunnen van
nature niet met democratie overweg”

Onder de uit de Maghreb afkomstige bevolking in niet alleen de Franse ‘banlieu’ maar inmiddels geheel west Europa, is onrust gecreëerd door de roep om een Islamitische identiteit waarvoor laffe Nederlandse politici een spontane knieval maken in hun ignorantie. Ruim tien jaar geleden leidde dat zowaar tot participatie van de kinderen van de Algerijnse mujahideen uit de ‘banlieu’ in de lokale en niet veel later nationale politiek. Maar vanuit die ‘banlieu’ kwamen, toen ook al, stemmen voor het ‘Front Nationale’ – mogelijk als reactie op progressief gedram over het homohuwelijk etc., terwijl Marine LePen hen juist op de korrel neemt. De Islam is zich in de afgelopen decennia onder die invloed ook gaan manifesteren in aspecten als de halal slagers, meer en meer moskeeën en hoofddoekjes en sluiers. Het probleem met deze bevolkingsgroepen is dat zij enerzijds een hang naar vrijheid koesteren, maar anderzijds van nature niet met democratie overweg kunnen, zelfs een zekere ‘Poetinisering’ van de samenleving nodig hebben. Juist in West-Europa waar hun imams in de moskee bidden voor ‘de vernietiging van het goddeloze Frankrijk’.

In het totalitaire Midden-Oosten heeft, na de Arabische lente, slechts in Tunesië iets post kunnen vatten dat in de verte lijkt op democratie, vooral dankzij een sterk Frans georiënteerde middenklasse die elders ontbreekt of anders wel uitkijkt om de mond te openen. Westerse ‘progressieve’ politici hebben die Arabische lente zwaar overschat in hun naïeve wereldbeeld van een ‘maakbare samenleving’. Als zij geboren waren in een Arabische samenleving waar de levensstandaard ‘grosso modo’ bitter laag is en de maatschappelijk welvaart slechts aan weinigen is toebedeeld, waar een dodelijk corrupte rechterlijke macht en despotisme hand in hand gaan, zouden GL en D66 niet bestaan met hun wereldvreemde ideeën. Toch zijn het deze pedante politici die onze deur openzetten voor de dagelijks voortschrijdende ondermijning van wat Gilles Kepel in zijn net uitgekomen werk noemt ‘het opjut jihadisme’ van de politieke en de religieuze Islam. Hun jihad schrijdt dagelijks verder dankzij een collectie intellectuele middelmaat in de 2e Kamer die zijn weerga amper kent en zelfs nog nooit schijnt gehoord te hebben van ‘the Great Reset’ zoals Thierry Baudet dezer dagen in de Kamer en daarbuiten aantoonde.

Misschien moet hij zijn collegae wekelijks een klasje algemene ontwikkeling geven…  


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
koddebeier
2 jaren geleden

Het beste zou zijn kamerleden een IQ test af te laten leggen,mijn indruk is dat het IQ nu bedroevend laag is.
Debatten van velen zijn tenenkrommend en van bedroevend niveau.

Michel
2 jaren geleden

Duidelijk verhaal. Klopt helemaal. Duidelijk zichtbaar in de Haagse Schilderswijk. Nyet werken, maar wel met goud behangen zijn en in dure autos rijden en de Nederlandse cultuur bespugen.