In de loop van de 20ste eeuw is de politieke strijd om het roer van het staatsschip in handen te krijgen verschoven van een keuze tussen een ideologische en/of religieuze beweging naar het zoeken van een evenwicht tussen welvaart en welzijn.
Althans dat is decennia het vertrekpunt geweest. Tijdens die politieke zoektocht werd het electoraat plotseling geconfronteerd met de politieke invulling van links (overhellend naar welzijn) en rechts (overhellend naar welvaart). Dat is een opmerkelijke identificering, omdat de taak van de politiek primair is om een evenwicht tussen die twee grootheden te vinden en niet om een linker- of rechterafslag te nemen.
Welzijn draaipunt van de Nederlandse samenleving
Welvaart uitgedrukt in economische ontwikkelingen en consumptie is een eeuwenlang bekend fenomeen. Aan het einde van de 19de eeuw en vooral in de loop van de 20ste eeuw ontwikkelde zich in de westerse wereld een tweede fenomeen: de verzorgingstaat. Bismarck introduceerde met hulp van het bedrijfsleven in Pruisen en Saksen een pensioenregeling, ongevallenverzekering, geneeskundige verzorging en werkloosheidsuitkering om daarmee inhoud te geven aan de kostenzijde van een verzorgingsstaat. De verdeling van die kosten dreef op het vertrouwen in de overheid dat de ontvangen inkomsten op de juiste wijze over het in aanmerking komende deel van de bevolking werden verdeeld. Vooral dat laatste moet in het geheugen opgeslagen worden.
Tijdens de Koude Oorlog periode ontstond in Nederland het sociaal-democratische model[1] van een verzorgingstaat. Net als drie van de vier Scandinavische staten vullen burgers de schatkist door belastingen en premies voor goede regelingen als ouderschapsverlof om een uitgebreid sociaal zekerheidstelsel met met relatief hoge vrij algemeen toegankelijke uitkeringen te kunnen financieren. Voor het succes van het sociaaldemocratische model zijn solidariteit, vertrouwen en in het verlengde daarvan uitkering/subsidie discipline van overheid en individu symbolisch. Het verlies resp. negatief effect op een of meerdere van die beginselen heeft consequenties voor collectieve voorzieningen. In de jaren ’90 van de vorige eeuw kwam de Nederlandse verzorgingstaat onder druk te staan en werd zodanig gemorreld aan de overlevingskans dat het sociaal-democratische model ernstig in verval is geraakt en de Kabinetten Rutte krampachtig pogingen hebben gedaan en doen om elementen ervan te redden en levensvatbaar te houden. Ten koste van de welvaart.
Geen evenwicht
Waarom een evenwicht? Omdat je niet meer kan uitgeven dan binnenkomt en het vertrekpunt dus altijd moet zijn dat de tering naar de nering gezet moet worden. De huidige generatie politici heeft dat principe verlaten en drukt naar believen papier bij zolang de politieke voorkeur maar ingelost kan worden. Wanneer de politieke gedragingen en besluiten van de laatste 10 jaar onder een loep worden genomen, blijkt dat de weegschaal steeds verder doorslaat naar het welzijn.
Dat is herkenbaar in de achtergrond van ministers die de laatste 10 jaar Kabinetstoelen bezetten en de samenstelling van het Parlement. Zowel bij Kabinet als bij het Parlement is het percentage alfa-opgeleide personen groter dan de dames en heren met een Beta-achtergrond. Kijkend door dat gekleurde prisma is het niet verrassend dat maatregelen om het welzijn te beschermen de voorkeur krijgen boven het stimuleren van de welvaart. Vooral tijdens de Corona periode wordt die stelling vrijwel dagelijks bevestigd en doet het er blijkbaar niet toe dat de economie krimpt, de nationale schatkist leeg raakt en de schuldenberg groeit[2]. Die agogen instelling is ook herkenbaar in politieke besluiten die het globalisme de voorkeur geven boven patriottisme en het leed over de grenzen een hogere prioriteit geven dan het leed binnen de grenzen. Scherper gesteld het leed binnen de grenzen bewust doen groeien in termen van gezondheidszorg, huisvesting en belastingdruk.
Ook bij maatregelen om de leefomgeving voor de doorsnee Nederlander op een verondersteld hoger peil te brengen, sijpelen de alfa karakteristieken sterk door. Politici en overheidsfunctionarissen gaan er onterecht nog steeds vanuit dat de natuur in termen van flora, fauna en energievoorziening maakbaar is en gaan eraan voorbij dat diverse maatregelen juist die natuur kapot maken en de leefomgeving van de doorsnee Nederlander verzieken. Ten koste van de welvaart van de doorsnee Nederlander.
Bij de geconstateerde verschuiving speelt het wereldbeeld van de politicus Rutte een doorslaggevende rol. Roelof Bouwman[3] schetste in zijn artikel “Liberaal van Niks, machtspoliticus uit duizenden”(21 februari 2021) de politicus Rutte als volgt: “Rutte is een regeringsleider zonder de electorale successen van zijn voorgangers, zonder politiek kompas, zonder tegenspraak en opvolgers in zijn eigen partij en zonder het vermogen zich aan verkiezingsbeloftes te houden. Een liberaal van niks, omringd door leegte”.
Kapot geluld klapvee
Tijdens de Kabinetten Rutte bleek bij het samenstellen van de kandidatenlijst voor het Parlement en de bezetting van ministersposten, loyaliteit een belangrijker criterium te zijn dan kwaliteit uitgedrukt in deskundigheid en ervaring. Vooral de VVD loopt in het Rutte tijdperk op dat gebied regelmatig voor de muziek uit en de voorbeelden van frauduleuze handelingen, liegen en openlijke hypocrisie resulterend in gedwongen opstappen, zijn al niet meer te tellen.
Door het gebrek aan tegenspraak en weerstand in eigen partij en Parlement (het klapvee dat volgens Annette Nijs kapot geluld wordt) ondersteund door voormalige spindoctoren en politieke vrienden in medialand (zie het kruiperige interview onlangs door Kelder, de positieve berichtgeving van Hufnagel in De Telegraaf) kreeg en krijgt Rutte de ruimte om bijna al zijn voor een verkiezing gedane beloftes niet in te lossen. Wouter de Whinter verwoordde dat puntig in een van zijn 2019 columns in de Telegraaf: “hypotheekrenteaftrek stond als een huis, tot hij werd afgebroken….Nederlanders zouden belastingverlaging krijgen, tot Rutte dat niet waarmaakte en sorry moest zeggen….geen extra geld meer naar de Grieken tot Rutte besloot om dat wel te doen….de teugels zouden worden aangehaald op veiligheid en justitie, tot het onder VVD-bewind verwerd tot een grote puinhoop…er zou een streng asielbeleid komen, tot de VVD haar goedkeuring gaf aan een nieuw kinderpardon…dividendbelasting zou worden afgeschaft totdat de politieke windrichting veranderd en die bleef”. Er zijn meer voorbeelden te noemen.
De verkiezingen komen eraan!
Roelof Bouwman waarschuwt voor de naderende verkiezingen: “Graag onderscheidt Rutte zich in het zicht van verkiezingen door daadkrachtig optreden met een zo hoog mogelijk veldwachtergehalte….het beeld van een tweedehands autoverkoper dringt zich op. Om de haverklap zet hij zijn klanten op het verkeerde been. Dat is niet altijd makkelijk, want veel trucs zijn bekend. Nóg moeilijker is het om desondanks een goede reputatie te houden. De verkoper Rutte kan dat: veel van zijn klanten hebben niet eens in de gaten dat ze beet worden genomen. Anderen kunnen zich, na zoveel jaar, eenvoudigweg geen andere autodealer meer voorstellen. Voor zijn volgende tweedehandsje staan de kopers alweer in de rij”. De wolf in schaapsklerenklopt weer op de deur van het stemlokaal.
Hoewel die waarschuwing voldoende zou moeten zijnom diep over een uit te brengen stem na te denken voordat het rode potlood in de hand genomen wordt, zal het gros weer strategische stemmen. Bang dat linkse partijen vaste voet aan de politieke grond zullen krijgen.Blijkbaar beseft dat deel van het electoraat nog steeds niet dat de VVD zich steeds meer aangetrokken voelt om het welzijn van de mens buiten de Nederlandse grenzen te beschermen ten koste van de doorsnee Nederlander.
De VVD is net als andere traditionele partijen (CDA, PvdA) getransformeerd in een banenmotor voor leuke goed betalende functies binnen en buiten de nationale politieke wereld. In de woorden van Roelof Bouwman: “de nieuwste VVD slagzin op sociale media luidt: wordt lid van het grootste politieke netwerk van Nederland en daar kan aan worden gevoegd “kies voor Nederland als paladijn van Brussel, Berlijn en New York en het verval van de Nederlandse politieke identiteit en entiteit”.
[1] Daarnaast kunnen diverse andere modellen onderscheiden worden: Corporatistisch model (Frankrijk, België, Duitsland, Luxemburg, Oostenrijk); Liberaal model (USA, UK, Canada, Australië en Ierland); Mediterraan model (Spanje, Portugal. Italië, Griekenland) en Nieuwe Lidstaat model (Nieuwe Oost Europese staten EU)
[2] Zie artikel “Einde van het gratis geld”van Willem Vermeend en Rick van der Ploeg d.d. 20 februari 2021.
[3] Journalist en Historicus.
Een èchte CEO schrikt er niet voor terug om een team van toppers om zich heen te verzamelen. Daar vaart het bedrijf wèl bij !
Mark Rutte wordt echter getypeerd door een laffe ‘ in het land der blinden …’ mentaliteit waarmee slechts dit lege mannetje gebaat is in de door hem gecreëerde leegte. Hoe oliedom kunnen kiezers zijn?