Maandagavond schakelde ik per ongeluk (!) over naar NPO 1 en stapte in op het moment dat Felix Rottenberg zich uitsprak over het verwoestende effect dat de Toeslagenaffaire heeft op het imago van Politiek Nederland en vooral op dat van zijn poulain Asscher. De gasten aan tafel worstelden met een antwoord op de vraag of de betrokken (voormalige) bewindslieden nu wel of niet zouden moeten aftreden en opkrassen.
Felix Rottenberg probeerde vanzelfsprekend zijn poulain Asscher te verdedigen en kwam met uitspraken die bijna wanhopig aan deden. Hij vond bijvoorbeeld dat Asscher toch echt ver door de knieën is gegaan door uitbundig en luid sorry te zeggen. Vermoedelijk vindt hij net als de PVDA prominenten (voor mij niet echt duidelijk wie dat zijn en waarom ze prominent genoemd moeten worden), dat het afdoende is geweest en we door moeten gaan met de waan van de dag. Ik heb met stijgende verbazing en groeiende irritatie gekeken en geluisterd naar de manier waarop Rottenberg argumenteerde waarom Asscher juist steun verdient. Hij gooide daarbij twee opmerkelijke uitspraken op tafel:
- als je het verslag van de Parlementaire Enquête Commissie niet hebt bestudeerd, kun je Asscher niet veroordelen en eisen dat hij moet afzien van het lijsttrekkerschap;
- Asscher is een sieraad voor de politieke gemeenschap). In 2015 toen het UVW debacle op tafel kwam heeft hij (Asscher) een richtlijn tegen de wens van de VVD gegeven om e.e.a. te corrigeren en te herstellen. Nu opstappen is een verlies voor de dames, heren en genderneutralen op het Binnenhof ( dat zei hij niet, maar bedoelde hij wel).
Hoe die twee uitspraken passen in de verantwoordelijkheid voor de afbraak effecten van het uitgevoerde Toeslagenbeleid was de betrokkenen aan de tafel in het algemeen en Peter R. in het bijzonder, absoluut onduidelijk. Ruim 99,9 % van het electoraat heeft dat verslag van de Enquête Commissie niet kunnen bestuderen en volgens Felix mogen en kunnen media berichten die de verantwoordelijkheid van Asscher in die affaire accentueren, niet het stemgedrag van het electoraat kleuren bij de volgende verkiezingen? Volgens Rottenberg (en niet alleen hij) is Asscher in 2015 niet door zijn ambtenaren geïnformeerd over de effecten van het desastreuze Toeslagenbeleid. Dat kan zijn, maar als Minister van Sociale Zaken en Vicepremier is en blijft hij (deels) verantwoordelijk voor de effecten van het gevoerde beleid door de Belastingdienst.
En Rutte? Die vindt niet dat zijn kabinet moet aftreden vanwege de toeslagenaffaire en sluit zich met zijn standpunt aan bij de woorden van VVD-fractievoorzitter Klaas Dijkhoff. Die vindt aftreden, zo vlak voor de verkiezingen, van een “hoog symbolische waarde.” Ook het aftreden van minister Eric Wiebes, destijds staatssecretaris van Financiën (die volgens Rutte wel even de BD zou reorganiseren) vindt men bij de VVD veel te zwaar. Zeker niet nu Nederland in een forse crisis zit. Een beter bewijs dat je je hebt afgewend van de samenleving kun je niet leveren.
Symbolische waarde? Integendeel; het bewijst dat een politicus zijn taak als vertegenwoordiger van het volk serieus neemt en beseft dat hij moet aftreden als hij het vertrouwen van het volk heeft beschaamt. Sterker nog, als blijkt dat door zijn tekortkomingen het heden en de toekomst van leden van die samenleving ernstig in gevaar is gebracht, dan moet hij, zij of het opstappen. Dat heet zich verantwoordelijk voelen en verantwoording afleggen en heeft niets te maken met lerend leiderschap.
Blijkbaar vinden ze bij de PVDA gesteund door de heren Rutte en Dijkhoff van de VVD dat opstappen onder de huidige omstandigheden (ze noemen Corona, maar bedoelen de aanloop naar de verkiezingen) onverstandig is. Bij de PVDA wijzen ze er zelfs op dat Asscher blijk heeft gegeven van lerend leiderschap. Je mag als verantwoordelijke minister best wel wat brokken maken, als je er maar van leert. Een politicus die al meer dan 10 jaar in het vak zit? Helaas zijn tienduizenden de dupe geworden in termen van zelfmoord, werkeloosheid, armoede, gebroken gezinnen en voedselbank, maar dat is bij de politici in Den Haag niet zo belangrijk als het imago van een verantwoordelijke politicus.
Ook de kanttekening die Marijnissen plaatste bij de twee conflicterende gezichten van de Hoge Raad, adviseur en vonnisser, is er eentje om in de discussie over het verdwenen vertrouwen in de politiek mee te nemen. Het deed me denken aan mijn voormalige klassementor op de Hogere Krijgsschool die mij op een mooie dag in oktober 1981 in het oor fluisterde dat hij als docent een aantal zaken met mij wilde bespreken die hem als mentor bekend geworden was. Zaken die in vertrouwen met hem waren doorgesproken (de mentor als begeleider en vormer) wilde hij meenemen in zijn beoordeling van mijn optreden als militaire vakman (de docent als waarnemer en beoordelaar). Op mijn opmerking dat ik hem een onbetrouwbare eikel vond, zweeg hij en dat was maar goed ook.
Felix die duidelijk zijn dagen te lang in de politieke bubbel heeft gevuld, bewees in het kwartier dat ik de moed kon opbrengen om de discussie te volgen, dat er een gapend gat bestaat tussen het normen en waardebesef van politici en de rest van de samenleving. Hij onderstreepte in woord en geluidsterkte dat het duperen van leden van de samenleving het begrijpelijk gevolg is van lerend leiderschap en door sorry te zeggen absolutie kan worden verkregen van het politieke regentschap aan het Binnenhof.
En verder? Bek houden!
“lerend leiderschap”? nu weer een avondklok? wat een armoede!
Rutte leert het nooit en is ook geen leider, nooit geweest.
Tsja Charles, het zijn nu eenmaal eerloze honden, het is opportunistisch tuig van de richel.
Een politiek systeem gebaseerd op de “gentlemen’s agreement” en gewoon goed fatsoen is helaas niet bestand tegen dit soort crapuul.
Als we fatsoenlijke bestuur in dit land willen, met verantwoordelijkheidsgevoel, dan zullen de regels van het spel dus aangepast moeten worden.
Helaas zijn degenen die de macht hebben het systeem beter tegen misbruik bestand te maken dezelfden als degenen die het systeem misbruiken.
Zolang hun eigen hachje niet in gevaar komt, in de vorm van een revolutie of zo, gaat dat dus niet gebeuren.
En zolang de MSM de schijn van democratie op weten te houden gaat die revolutie er ook niet komen.
Het wordt dus met de dag belangrijker het electoraat wakker te schudden.
Ik vind dat algemeen de politiek heel ver weg staat van de gewone burger. Die gewone burger wordt gehersenspoeld via de grote media, de sociale media worden steeds meer gezuiverd van kritische stemmen, en voorzover toch iemand wat te mouwen heeft, dan krijg je bezoek van bromsnor&co. Mocht verder iemand verzinnen dat bijvoorbeeld het eten van pindakaas slecht is voor het klimaat, dan is een jaar later het grootste deel van de bevolking ervan overtuigd dat inderdaad het eten van pindakaas de klimaatapocalypse oproept, en dat iedereen die wat anders zegt een Racist! is. Dit is zo ongeveer de ‘moderne democratische samenleving’ van 2021.
Haha, hadden we tenminste maar een goede Nederlandse komiek…