Partijleider Asscher van de PvdA heeft zich voor zijn rol in de toeslagenaffaire verontschuldigd op zijn Facebookpagina. Daarop brak een kritische discussie uit binnen zijn partij, omdat leden vinden dat Asscher zich in zijn rol van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in die periode voldoende heeft gediskwalificeerd als mens en partijleider.
Een woordvoerder van Asscher laat weten dat kritische discussie bij de partij hoort: “Dat gebeurt bij ons altijd in alle openheid. Daarom heeft Lodewijk zondag ook zijn reactie geschreven. En ja, er zijn mensen die het daar niet mee eens zijn. Dat is ingecalculeerd”.
Dat laatste blijft hangen: ‘Dat is ingecalculeerd’. Is Asscher iemand die voortdurend calculeert of het nog wel door de beugel kan wat hij doet? Het doet nadenken over de rol van zijn overgrootvader in de Tweede Wereldoorlog: calculeerde die ook op een dergelijke wijze alvorens Joden te selecteren voor transport? Het is oneerlijk om bij het vallen van de naam Asscher juist aan de rol van zijn overgrootvader in WO-ll te refereren. Maar toch; ‘die Asschers, zijn ze altijd aan het calculeren’ tot hoever ze kunnen gaan? Het heeft er tenminste de schijn van. Het voelt niet goed; helemaal niet goed. Zeker niet als je partijleider van de Partij voor de Arbeid bent.
Na jaren van statistisch profileren (denk aan woonwagenbewoners, al-of-niet malafide garagebedrijven of de chinese keukens/restaurants) kreeg de Belastingdienst ontvangers van kindertoeslagen in het oog. De grootste bedragen gingen categorisch naar aanvragers met de meest exotische namen. Wat zou dat dan weer zijn? Een gevalletje bussen vol Roemenen? Niet werkende of wel werkende Polen in de ziektewet? Nederland was voor veel nationaliteiten niet meer dan een flappentap met weinig controle. Er moest wat echt wat gebeuren om tenminste nog de schijn op te houden dat Nederland een fatsoenlijk land was waarin alle burgers die zonder frauderen bijdroegen aan de schatkist, recht zou worden gedaan.
Vervolgens ontpopte de Staat zich als een monster waarin de machten – tenminste op dit dossier – niet meer gescheiden bleken. Wetgevende macht, uitvoerende macht en rechterlijke macht: ze bleken allemaal eensgezind en heimelijk samen te werken, elkaar af te dekken. Precies zoals dat in een totalitaire Staat plaatsvindt. Precies dat is niet acceptabel: het passeren van de democratische rechtsstaat. Niet alleen de betrokken politici moeten hun conclusies trekken; ambtenaren die willens en wetens mee hebben gewerkt aan dit grove falen kunnen niet op de positie blijven waar ze nu waarschijnlijk nog gewoon zitten.
Veel lezers zullen ooit de foto hebben gezien: Asscher, destijds met zijn vrienden Van Dam en Samsom, staand achterin een tram: “De Groene Ingenieurs”. Jongelui met een fraaie toekomst onder handbereik en met een idealistische kijk op de toekomst waarvoor ze zich al even idealistisch wilden inzetten. Terecht. Voor hen was die toekomst en daarvoor mochten ze zich inzetten. Maar niet zo, niet op deze manier.
Het pijnlijkste gevoel bij de zonde is het berouw naderhand. Je bent pas een vent als je dat inziet, dat draagt, de consequenties aanvaardt en vervolgens ook neemt. Een slap excuusje op Facebook is een klap in het gezicht van de rechtsstaat en een brevet van moreel onvermogen.
Geen gelul: opdonderen. Allemaal. En de schobbejak die al die tijd voorzitter was van het stelletje moet voorop.