In voorgaande artikelen over de Coronapandemie heb ik een aantal vragen gesteld. Vragen die niet door Regering, RIVM en OMT werden beantwoord. Wilden ze niet of konden ze niet?
Ook die vraag bleef onbeantwoord op tafel liggen. Daarom ben ik op zoek gegaan naar antwoorden en stuitte op een artikel op de website van Winiasweek waarin Smarius een aantal criteria oplepelde dat aan de basis ligt van de manier waarop Westerse – en Aziatische landen de COVID-19 handschoen hebben opgepakt.[i] Smarius belicht in zijn artikel waarom de bestrijding in het westen minder effectief en efficiënt zou zijn dan in Azië? Volgens hem kunnen daarvoor diverse redenen aangevoerd worden die zich uitstrekken van mentaliteit van de inwoners ( het denk – en gedragspatroon van een persoon of een sociale groep) via ervaringen uit het verleden, reactietijd van de overheid, privacy, bestuursmodel tot de beschikbare mogelijkheden om doeltreffend tegen het coronavirus op te treden.
Te laat en niet effectief
Wanneer we die criteria toetsen aan de manier waarop Nederland in de achterliggende zeven maanden te werk is gegaan, dan kan het volgende neergepend worden.
Omdat in Nederland het accent ligt op klimaat, energietransitie, migratie, globalisering, kreeg de virusbesmetting en snelle verspreiding op het Chinese subcontinent niet de aandacht die het verdiende. Ondanks de waarschuwing in 2003 dat SARS-achtige besmettingen meer regel dan uitzondering zouden worden, heeft Nederland in tegenstelling tot Aziatische landen niet geïnvesteerd in informatie/inlichtingen, scenario’s, preventieve maatregelen en voorraden medicijnen en instrumenten om het maandenlang te kunnen uitzingen. Risicogroepen en potentiële brandhaarden werden niet geïdentificeerd, geregistreerd en beschermingmaatregelen daarvoor geanalyseerd. Het gevolg was dat een adequate reactie van de regering lang is uitgebleven (China is toch wel heel ver weg). Door de sterk aangescherpte globaliseringgedachte en migratie empathie werden grenzen niet gesloten noch werden personen uit geïdentificeerde risicolanden uitgebreid gescreend en konden Nederland binnenkomen zonder in quarantaine te zijn geweest. De gevolgen waren eind februari al te zien en te voelen.
Te laat werden regeringsprioriteiten van de genoemde hobbygebieden verschoven naar de COVID-19 bedreiging voor de volksgezondheid. Het gevolg was dat het tijdens de eerste Coronagolf ontbrak aan snelle, efficiënte en effectieve test – en quarantaine maatregelen; risico groepen en potentiële brandhaarden geen prioriteit kregen; bewoners en verzorgend personeel in en van verzorging – en verpleeghuizen buiten waarneming bleven; binnen – en buitenhuis groepsbijeenkomsten niet direct verboden werden (Carnaval werd gewoon gevierd); te snel afschaling van de medische zorg bij ziekenhuizen werd afgeroepen en er vrijwel geen controle op het naleven van maatregelen door gesloten gemeenschappen als sekten en religieuze gebedshuizen was. Het feit dat in Nederland een ik en wij (vooral bij sportwedstrijden en zangconcoursen) mentaliteit heerst, de nadruk meer ligt op rechten en minder op plichten; het gezagstrouw handelen en opvolgen van verstrekte maatregelen een niet meer bestaande gedragsuiting binnen Nederlandse grenzen is geworden en controle en verantwoordelijkheid bij de samenleving werden gelegd, hebben ook een versterkende invloed gehad op de verspreiding van het virus.
Gedisciplineerd[ii]
Laten we de bovenstaande vaststellingen toetsen aan de manier waarop Japan het COVID-19 spook heeft aangepakt en tot welke resultaten dat geleid heeft. Op 18 oktober 2020 publiceerde het AD op zijn website een artikel van Niels Klaassen met de titel “Waarom Japan het Corona virus wel onder controle heeft”. Dat artikel start met de tekst:” Japan slaagt er zonder massaal testen of nieuwe lockdown toch in om het aantal coronadoden beperkt te houden”. In het artikel wordt bevestigd dat de door Smarius verwoorde criteria van toepassing zijn op de manier waarop Japan is omgegaan met de COVID-19 bedreiging. De mentaliteit van de doorsnee Japanse burger verschilt sterk van die van de Nederlander/Nederlandse, ervaringen uit het verleden en vooral de SARS-3 besmetting waren de basis van een snelle reactie. Nadat de eerste besmetting op 16 januari gemeld werd, werden op 27 januari scholen, musea en pretparken gesloten en concerten en sportevenementen afgelast. Internationale reizen werden afgeraden. Geen protesten, geen demonstraties, geen boze mensen in de straten en pleinen van de grote steden, geen paniek oprakelende media berichtgeving. Het dagelijkse leven ging zo veel mogelijk zijn normale gangetje. Overdag waren de straten redelijk druk, metro’s, cafés en restaurants gevuld; iedereen draagt altijd een mondkapje.’s Avonds was het een ander verhaal: rustige straten, amper gevulde restaurants, wel veel afhaal-maaltijden.
Vrijheid van beweging als grondrecht en gezichtsverlies als straf waren vertrekpunten van het Japanse regeringsbeleid. Dat is een jas anders dan wat in Nederland wordt uitgedragen. Op 9 april werd wel de noodtoestand en geen lockdown voor een maand afgekondigd en het grote verschil is dat gebouwen gevorderd kunnen worden om te dienen als tijdelijke medische faciliteiten en horeca ondernemingen, winkels, kappers, privé ondernemingen niet zonder meer gesloten kunnen worden. De regering kan die wel verzoeken om te sluiten en als ze niet aan het verzoek voldoen, worden de namen publiekelijk bekend gemaakt. Gezichtsverlies is in Japan schadelijker dan financieel gewin resp. verlies.
Tot half juli is die noodtoestand van kracht gebleven. Het aantal besmettingen en het aantal Corona doden viel enorm mee. Toen de tweede piek zich aankondigde in twee uitgaansgebieden in Tokio waar jonge mensen in de plezier industrie werken zoals we die kennen in de grensgebieden. De horeca van Tokio werd direct in de hoogste alarmfase geplaatst om een snelle verspreiding over andere delen van Japan te voorkomen. Een tweede afkondiging van een regionale noodtoestand was daardoor niet nodig. Inmiddels loopt het aantal besmettingen en IC opnames sterk terug en kunnen horeca en scholen de deuren weer openen. De nabije toekomst ziet erin Japan een stuk zonniger uit dan in Nederland.
Oude stramien
In Nederland wordt weer het oude inmiddels afgezaagde liedje gezongen. De bewegingsvrijheid van de burger wordt sterk ingeperkt, groengebieden worden afgesloten om illegale feesten te voorkomen, beperkte openstelling van openbare gebouwen als bibliotheken, zwembaden, musea, stadsdeelkantoren en vanzelfsprekend de horeca. BOA’s en politie gaan gerichte en verscherpte controles uitvoeren op het opvolgen van de maatregelen door leden van veronderstelde risicogroepen. De sanctie uitgedrukt in boete is naar beneden bijgesteld, omdat volgens een autoriteit van de politie, de politie in gesprek wil blijven met het publiek. En hij geloofde in de kracht van zijn eigen woorden.
Vanzelfsprekend gaan in een land waar veel wordt gepraat, gediscussieerd en gedebatteerd gemeenten en ordehandhavers uitbundig in gesprek met leden van (potentiële) Corona besmettingsgebieden zoals studentenverenigingen, scholen en daar zijn ze weer de horeca. Vermoedelijk in de hoop dat door die gesprekken het gedrag van de doorsnee burger en vooral de notoire relschopper en Corona ontkenner omgebogen kan worden. Je kunt je afvragen waarom dat nu wel zou lukken terwijl dat in de achterliggende zeven maanden een hopeloze zaak is gebleken.
En dan die mondkapjes. De ene expert is een fervent tegenstander een ander ziet daarin een deel van de oplossing in de strijd tegen het COVID-19 virus. Een derde wijst op de verhouding virus en mazen van een mondkapje die duidelijk in het nadeel van het mondkapje uitvallen. Moet die altijd of alleen in binnenruimtes gedragen worden. Ook binnenshuis? Onderzoeken bevestigen dat mondkapjes een wel of niet schijnveiligheid bieden tegen het virus en het CDC (het Amerikaanse RIVM) verklaarde onlangs zelfs dat een mondkapje een betere bescherming zou bieden dan een vaccin. Gezien de eerste testresultaten van de in de haast ontwikkelde vaccins lijkt dat geen verrassende vaststelling.
Nederland versus Japan
Het inzicht in de ernst van het Coronavirus en de opstelling ten opzichte van uitgevaardigde maatregelen zijn de grootste verschillen tussen Nederland en Japan. De les die daaruit getrokken kan worden is dat het gedrag van de doorsnee Nederlandse burger rap moet veranderen en dat kan alleen als er vertrouwen is in de effectiviteit van het door de regering gevoerde beleid. Dat vertrouwen heeft het Kabinet al in maart 2020 verspeeld door de koers van vrijheidsbeperking te gaan varen en niet te kiezen voor een doelgerichte bescherming van risicogroepen en aanpak van geïdentificeerde risico gebieden. Op die manier werd de indruk van een houtje-touwtjes, een reageer – of een heen-en-weer beleid gewekt. Dat vertrouwen zal niet hersteld worden als op de oude voet van vrijheidsbeperking wordt doorgegaan. Daar veranderen die frequente crisesberaden in het Catshuis en persconferenties die de indruk bevestigen dat de Regering nog steeds niet de juiste koers vaart, niets aan.
[i] Zie artikel “Zo Intelligent was de Intelligente Lockdown niet”
[ii] O.m. informatie van de website https://www.timetomomo.com