In 1933 trad in toenmalig Duitsland het nieuwe kabinet-Hitler trad aan en als eerste regeringsmaatregel (31 januari 1933) ontbond kanselier Hitler de Rijksdag en schreef nieuwe verkiezingen uit die in het voorjaar van 1933 plaats moesten vinden. Zal de geschiedenis zich nu in ons land herhalen? Wie weet…
Vlak na Hitlers’ aantreden werd het Rijksdaggebouw door brand verwoest. Deze ‘Rijksdagbrand’ kwam Hitler bijzonder goed uit (Churchill zou later nog eens eufemistisch opmerken: ‘never waste a good crisis’) en de dictator in spé verordende direct noodmaatregelen om de orde te herstellen en verdachte figuren op te pakken. Die opgepakte en verdachte figuren waren voornamelijk – geheel toevallig ook natuurlijk – de felste tegenstanders van de nazi’s. Door dergelijke intimidatie en het verbieden van weer andere, politieke partijen behaalde Hitler een klinkende overwinning bij de verkiezingen in het voorjaar van 1933. De NSDAP won met 43,9%, van de 38 miljoen stemmen; bijna de helft dus. Logisch: flink wat partijen mochten niet meedoen.
“De moker om de democratie
het graf in te timmeren?”
Hitler kwam dus aan de macht door de democratie – in tijd van opgeklopte crisis – op een listige manier te ontwapenen en eenzelfde gevoel moet ons toch bekruipen bij de op stapel staande ‘noodwet’. Het is namelijk nog maar de vraag of de ‘hamer om het virus dood te slaan’ niet de moker zal blijken om de democratie het graf in te timmeren. Het is niet dat onze premier en zijn ministers geen democraten zijn die onder de condities van de noodwet druk doende zijn een ‘vierde Rijk’ op te richten. Het is dat opvolgers van deze ploeg echter wèl op het idee kunnen komen om nog maar eens een héél klein zetje te geven. Zo’n noodwet is een groot risico als je niet meteen ook wat democratische hervormingen doorvoert die escapades zoals in vooroorlogs Duitsland afdoende weten te bedrempelen. Alhoewel: Hindenburg (de toenmalige Duitse president) was te ver heen in zijn seniliteit en kwam z’n bed al niet meer uit om ‘snorremans met de verkeerde kapper’ eruit te rossen.
De nieuwe noodwet kan gemakkelijk misbruikt worden voor andere doeleinden en zal alleen daarom al afgevoerd moeten worden. Onze regering heeft voldoende en afdoende maatregelen ter beschikking om een crisis als deze te beheersen. Begin eens met een ordentelijke registratie van wat er nu ècht aan de hand is en wees opener naar parlement en burgers.
Al dat gezwabber rond corona is eigenlijk verdacht en dat moet de leden van de Eerste Kamer, die binnenkort over de noodwet moeten stemmen, toch hopelijk ook opvallen…
De trappen van vergelijking zijn vormen van een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord waarmee een bepaalde gradatie wordt uitgedrukt.
De trappen van vergelijking bestaan uit:
stellende trap
De stellende trap of positief, de standaardvorm van een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord (voorbeeld: Demo! )
vergrotende trap
Bij de vergrotende trap of comparatief wordt een ding met één ander ding vergeleken. (voorbeeld: Democratie! )
overtreffende trap
Bij de overtreffende trap of superlatief wordt één ding vergeleken met de rest (van de groep). (voorbeeld: Democratuur!!!! )
Dat tuig dat aan de macht is, dat transporteert de onthoofders naar binnen, om ons af te maken. En we stemmen er op. We houden het in het zadel. De Waan.