Door de Bosnische Burgeroorlog is inmiddels duidelijk geworden op welke manier usefull idiots gebruikt worden voor politieke doeleinden. Voor het grote publiek is het getover met aantallen lang buiten het blikveld gebleven en tegenwoordig zijn het alleen de echte die hards die alsnog het naadje van de kous willen weten. De rest vindt het allemaal wel goed, geeuwt een paar keer en gaat verder met zijn/haar door Coronamaatregelen beperkte bestaan.
Wie kent het verhaal achter of beter gezegd wie wil het verhaal weten achter de 200.000 slachtoffers van de Bosnische Burgeroorlog zoals de voormalige Bosnische onderminister van Voorlichting en Informatie, Senado Kreso in Sarajevo met veel aplomb verkondigde. Clinton de voormalige Amerikaanse president, liet zelfs het onbewezen aantal van 250.000 slachtoffers uit de mond rollen. Wat te denken van de 20.000 door VRS militairen en militanten verkrachte moslima’s om te onderstrepen dat het verkrachten een integraal onderdeel was van VRS operaties op Bosnisch grondgebied. Om maar te zwijgen van het inmiddels heilig verklaarde aantal van 8000 gedode moslimmannen in de weerbare leeftijdsband van 16-65 jaar. Het kon in die 1992-1995 periode niet op met het opstuwen van het volume moslimslachtoffers om hun barre situatie te onderstrepen en de publieke opinie te winnen voor de moslim zaak..
Het effect van grote aantallen op de publieke opinie
Dat toentertijd sprake was van structurele overdrijving om het Westen en NATO via de publieke opinie te dwingen om de zijde van de moslimregering in Sarajevo te kiezen is inmiddels door serieuze onderzoeksjournalisten uitbundig bewezen. Met de bijstelling van het aantal, dat bij de 9/11 terroristische aanslag in New York viel en het bijgestelde aantal slachtoffers van de Kosovo crisis als kompas richting, kwamen die tot de ontdekking dat die aantallen of niet bewezen konden worden of stevig bijgesteld moesten worden. In NY werd aanvankelijk geraamd dat er 6900 slachtoffers te betreuren waren en uiteindelijk werd dat aantal bijgesteld naar 2750. De bijstelling van de Kosovo crisis was nog straffer: van de initiële geraamde 100.000 naar bijna 10.000.
Wat was het resultaat in Bosnië? Volgens Tokaca een Bosnische onderzoeker vielen aan de zijde van de strijdende partijen in totaal ongeveer 90.000 slachtoffers waarvan bijna 64.000 aan moslimzijde met een bedenkelijk hoogtepunt van 45.000 slachtoffers bij alle partijen in juni 1992. Het EC Warburton rapport (1993) werd gebruikt als bewijs van systematische verkrachtingen door de VRS. Hoewel de commissie een verregaande discrepantie tussen beweringen in de media en gebrek aan harde bewijslast constateerde, weigerde zij te erkennen dat door het gebrek aan eenduidig en harde bewijslast de missie niet geslaagd was. In het rapport werd dat als volgt verwoord: “Although the exact number of victims cannot be fixed it is possible to speak over several thousands. The most reasonable estimate given the delegation indicated a figure of 20.000 in the Zagreb Region”. Die zinsnede werd te pas en te onpas misbruikt om systematische verkrachtingen als een belangrijk onderdeel van de (Bosnisch) Servische strategie tijdens de Joegoslavische Burgeroorlog te onderstrepen.
“Genocidal rape is
utter nonsense“
Simone Veil (1927), een invloedrijke Europese politica, kon zich als lid van de Warburton commissie niet verenigen met die constatering en trad terug. Vooraanstaande autoriteiten als Thierry Gemond (ICRC) en Professor Kalshoven (1924)[1] (UN Commissie Kalshoven) waren zeer kritisch over die uitlating. Professor Kalshoven die in oktober 1992 door de UNSC werd verzocht om de beschuldiging van systematische massaverkrachtingen te onderzoeken en de archivering voor het ICTY te verzorgen, zei in 1997 daarover het volgende: “ Genocidal rape is utter nonsense. Genocide means extermination and it is of course impossible to exterminate people and make them pregnant at the same time. It is a propaganda term which was used against the Serb right from the start, but I never found any indication that rape was systematically by any of the parties- and I understand by systematically, on orders from the top “.
Tijdens en na het einde van de Joegoslavische Burgeroorlog is er nooit enig substantieel bewijs gevonden dat Bosnische-Serven het systematisch verkrachten van moslim vrouwen als een essentieel onderdeel beschouwden van hun politieke strategie noch dat inderdaad 20.000 moslim vrouwen het slachtoffer van dergelijke praktijken zijn geweest. De voormalige medewerker van Stern TV Martin Lettmayer kon na jarenlang onderzoek op Bosnisch territoir slechts 100 gevallen documenteren. Zijn onderzoeksresultaten heeft hij o.m. in Weltwoche en In Konkret gepubliceerd.
Hoewel door bosjes serieuze auteurs en onderzoekers het getal 8000 allang is ondergraven, blijven Nederlandse politici en deugmensen volharden in de 8000 dodelijke slachtoffers die tijdens en vooral na het verlies van Srebrenica zouden zijn gevallen. Die onderzoekresultaten strekken zich uit van de 700 tot 2000 van de Srebrenica Research Group (SRG)[2] via de 4450 van Manning een onderzoeker van het ICTY, de 3000 van Richard Butler een andere onderzoeker van het ICTY naar mijn eigen inschatting op basis van zes elementen[3] van ruim 4400 (4000 niet combattanten en 400 moslimstrijders). Hoewel uitbundig bijna jaarlijks over die veronderstelde 8000 wordt gesproken, zwijgen media en politici hardnekkig over de 200.000 Krajina-Serven die in augustus met harde hand door Kroaten, moslims en NATO uit hun huizen en leefgebieden verjaagd werden.
Hen werd geen veilige aftocht geboden. Aan de aanslag op een colonne van bejaarden, vrouwen en kinderen, waarbij honderden gedood werden, is door de westerse media geen letter besteed. Vermoedelijk stemde ICTY in met Holbrooke’s zienswijze op de acties van de Kroaten in de Krajina: “a case of involuntary expulsions”[4] of onderstreepte termen als “gevlucht” of “Displaced”. Vermoedelijk knikte dat sterk politiek anti-Servisch georienteerde lichaam goedkeurend toen de US Ambassadeur in Kroatië Peter Galbraith zei dat de “the Serb exodus was not ethnic cleansing.”[5]. Daarbij werden duizenden gedood waaronder ruim 400 vrouwen, kinderen en bejaarden[6].
De 40.000 van Westerling
Waarom die lange inleiding? Er loopt een jarenlang onderzoek naar vermeende oorlogsmisdaden van Nederlandse militairen tijdens de Bersiap in voormalig Nederlands-Indië. Er bestaan grote twijfels aan de neutraliteit van het onderzoek dat onder de vleugels van de Directeur van het NIOD wordt uitgevoerd. Twijfels die door Bauke Geersing een voormalige collega in zijn open brief aan Professor van Vree perfect onder woorden is gebracht:
De dominante factor zal – zo verwachten wij – het zogenoemde ‘Indonesische perspectief’ zijn. Dat past bij het willen ‘dekoloniseren’ van de geschiedenis. De complexiteit van de revolutie zal worden teruggebracht tot een vrijheidsstrijd tegen de koloniale overheerser Nederland, een beeld in strijd is met de historische werkelijkheid. Het gevolg van deze aanpak is dat Nederland straks wordt geconfronteerd met het beeld van schuld aan een agressieve, bloedige en ‘vuile’ kolonisatieoorlog waarover wij Nederlanders ons diep moeten schamen, schuld moeten betuigen, excuses moeten aanbieden en herstelbetalingen moeten doen.
Binnen dat onderzoek wordt er gesproken over 40.000 slachtoffers die Westerling onder inheemse inwoners van Zuid-Celebes (het huidige Kalimantan) zou hebben veroorzaakt. In april 1977 heeft Westerling een antwoord gekregen op zijn maart 1977 verzoek aan het Indonesische instituut dat zich concentreert op het Geschiedkundig Onderzoek der Strijdkrachten om een onderzoek te doen naar de juistheid van die bewering.
In de aanhef van die brief staat luid en duidelijk:
“Door mijn interviews met de betrokken officieren van het TRI heb ik zoveel informatie gewonnen betreffende de korban (slachtoffers) 40.000 in Zuid-Celebes dat ik tot de conclusie ben gekomen dat dit aantal zuiver fictief is en gegrond op een politiek oogmerk. Dus een propaganda oogmerk gericht tegen de Nederlandse bezetting”.
Volgens de briefschrijver van het Instituut was het vertrekpunt 40 slachtoffers die in een hinderlaag waren gelopen en in een rivier in de buurt van Soerabaja op Java waren verdronken. Een officier van de TRI vond dat er niet zoveel drukte gemaakt moest worden over die 40 slachtoffers “terwijl er 4000 en wellicht 40.000 Indonesiërs de dood vonden in Zuid-Celebes door de hand van het Nederlandse Leger”. Die uit de binnenzak gehaalde 40.000 kreet werd net als de 200.000 resp. 250.000 slachtoffers van de Bosnische burgeroorlog en 20.000 onbewezen verkrachte moslima’s gretig overgenomen door Soekarno c.s. om er politieke munt uit te slaan. Uit het onderzoek van de genoemde Indonesische instantie is vastgesteld dat er in de periode 1945-1950 ruim 500 slachtoffers zijn gevallen waarvan een deel niet aan de Speciale Troepen van Westerling is toe te schrijven.
Liegen uit politieke overwegingen
90.000 slachtoffers in plaats van 250.000 resp. 200.000 tijdens de Bosnische Burgeroorlog; 10.000 in plaats van 100.000 tijdens de Kosovo crisis; 2000 tot 4500 in plaats van 8000 door de VRS aanval op Srebrenica en als klap op de vuurpijl 500 minus in plaats van 40.000 in Zuid –Celebes door de troepen van Westerling. Overdrijvingen die het bereiken van politieke doelen moesten faciliteren en in het geval van Bosnië en Srebrenica zelfs cementeren. Dat zal in het geval van het onderzoek naar de activiteiten van het KNIL tijdens de Bersiap periode niet anders zijn. Bovendien zal dat worden versterkt door het gegroeide wantrouwen in de motieven van het NIOD.
Beschadigd imago
Met het NIOD rapport over het debacle van Srebrenica als vertrekpunt, zal het Eindrapport over de Bersiap periode getuige de kanttekeningen van Geerts er niet aan kunnen ontkomen dat bij het formele Eindverslag kanttekeningen geplaatst gaan worden. Niet alleen door het (deels) ontbreken van de door de onderzoekers zelf verklaarde neutraliteit of zelfs objectiviteit van de inhoud, maar ook bij het wetenschappelijke karakter van het onderzoek.
Bij het Srebrenica onderzoek was al snel de kritiek te horen dat het NIOD teveel tegen de macht aanschurkte en daarom de rol van politici en hogere militairen in het drama vergoelijkte. Er waren zelfs geluiden te horen dat de inhoud van het NIOD Rapport niet alleen overbodig was, maar zelfs discutabele conclusies had getrokken die in het ogenschijnlijke voordeel van bepaalde Nederlandse hoofdrolspelers waren. Teleurstellend was dat de toon van het rapport te sussend was en is en de interpretatie van beschikbare informatie nog steeds kernvragen onbeantwoord liet. In de internationale media werd het als volgt onder woorden gebracht: “Dutch NIOD Report is not as objective as one might have expected it to be. It’s a piece of moral equivalism never seen before. Critics of the NIOD Report allege that the massive tome is full of inaccuracies and amounts to a whitewash designed to clear the Dutch of any wrongdoing”.
Bij het Bersiap onderzoek dreigt het getuige de opmars van de schuldvraag cultuur en het schoppen tegen veiligheidsorganisaties als politie en krijgsmacht door activistische bewegingen gesteund door politici die een slaatje willen slaan uit die atmosfeer, juist de andere kant op te gaan. Geersing heeft daar nu al voor gewaarschuwd en gezien de lauwe of zelfs ontbrekende reactie van de betrokken onderzoekers, kan worden gevreesd voor de uitslag.
Het is dus oppassen geblazen.
[1] Hoogleraar op het gebied van Internationale Mensenrechten. Zie “Misinformation: Tv coverage of a Bosnian Camp”.
[2] Groep bestaande uit journalisten en wetenschappers zoals Michael Mandell, Phillip Hammond, Tim Fenton, David Peterson, Milan Bulajic, geleid door de schrijver author Ed Herman van de University of Pennsylvania en geadviseerd door Phillip Corwin, Carlos Martins Branco, Diana Johnstone, Vera Vratusa. De Groep heeft drie jaar lang de beschikbare informatie over de gebeurtenissen in en rond de Safe Area Srebrenica diepgaand bestudeerd
[3] Structurele overdrijving van aantallen slachtoffers binnen een demonisering context; het onduidelijke volume van de uitgebroken massa die naar Tuzla trok; aantal gesneuvelde moslistrijders (400); Het aantal teruggevonden moslims in Servische gevangenissen (800); gecorrumpeerde verkiezingslijsten 1996 (3000) en een rekenmethodiek.
[4] Richard Holbrooke tijdens MacNeil-Lehrer Newshour, transcript # 5300, 24 augustus 1995.
[5] Washington Post, 8 juli 1996.
[6] Tim Ripley: “Thousands of people, those too old or infirm to flee,…remained behind. UN patrols soon found hundreds had been murdered by Croat soldiers and civilians. Almost every home had been looted.”