Salafistische geldstromen

Een belangrijke aanwijzing voor het karakter van een man is zijn gedrag tegenover diegenen die zwak zijn of zich in een kwetsbare positie bevinden. In het geval van de ‘profeet’ Mohammed waren de groepen waarop deze beschrijving het gemakkelijkst kon worden toegepast, de groepen die gevangen werden genomen toen hun stammen werden verslagen door de moslims. Mohammed heeft zijn volgelingen misschien geleerd om Allah aan te roepen als ‘Barmhartig en Medelevend’, maar de behandeling van degenen die zijn troepen gevangen namen was vaak precies het tegenovergestelde van deze waarden.

Islam
Afb: wikipedia.

In de nasleep van de Slag om Khaybar was Mohammed wanhopig op zoek naar een deel van de rijkdom van deze Joodse stammen die door de moslims waren overwonnen. In feite zo wanhopig dat hij niet terugdeinsde voor marteling als een manier om informatie te verzamelen. Ibn Ishaq vertelt het volgende: “Kinana al-Rabi, die de voogdij over de schat van Banu Nadir had, werd naar de profeet gebracht die hem ernaar vroeg. Hij ontkende dat hij wist waar het was. Een Jood kwam naar de profeet en zei dat hij Kinana elke ochtend vroeg bij een bepaalde ruïne had zien rondgaan. Toen de profeet tegen Kinana zei: ‘Weet je dat als we het vinden en ik het heb, dat ik je zal vermoorden?’, Zei hij ‘Ja’. De profeet gaf bevel dat bij de ruïne moest worden gegraven en een deel van de schat werd inderdaad gevonden. Toen hij hem naar de rest vroeg, weigerde hij het te vertellen, dus gaf de profeet het bevel aan al-Zubayr Al-Awwam, ‘Martel hem totdat hij precies vertelt wat hij heeft’. Dus stak hij een vuur aan op zijn borst en liet dat branden tot hij bijna dood was. Toen droeg de profeet hem over aan Mohammed ibn Maslama en sloeg zijn hoofd af, uit wraak voor zijn broer Mahmud”.

Er hoeft weinig meer toe te worden gevoegd aan Ibn Ishaq’s verslag van dit – ook voor die tijd – barbaarse incident en de manier waarop het inzicht geeft in het karakter van deze ‘profeet’. Het volstaat te zeggen dat het aansteken van een vuur op de borst van een medemens om je hebzucht te bevredigen niet iets is dat de meesten van ons gemakkelijk zouden associëren met een ‘schoon voorbeeld’ (Koran 33:21).

Alsof het lot dat Kinana al Rabi overkwam al niet erg genoeg was, had Mohammed ook zijn vrouw in het vizier. In overeenstemming met de praktijken van de moslimlegers werden de vrouwen van de joodse stam gevangen genomen na de slag om Khaybar. Een van zijn volgelingen, Dihya genaamd, kwam naar Mohammed en vroeg: “O profeet van Allah! Geef me een slavin van de gevangenen”. In plaats van Dihya te vermanen voor zijn poging om een kwetsbare medemens tot slaaf te maken, zegt Mohammed: “Ga en neem een ​​slavin”. Op dit punt moet worden opgemerkt dat de man die om een ​​slavin vroeg waarschijnlijk niet op zoek was naar een nieuwe schoonmaakster. De koran maakt duidelijk dat moslimmannen seks mogen hebben met “wat uw rechterhand bezit” (koran 4:24 of in de telling van Fluegel: 4:28) met andere woorden; hier is sprake van seksuele slavernij.

Aangemoedigd door Mohammed, kiest Dihya een ‘slavenmeisje’, Safiya bint Huyai. Door iemand wordt Mohammed er echter op gewezen dat zij de vrouw was van het nu dode ‘hoofd van de stam van Joden’: “Een man kwam naar de profeet en zei: ‘O Allah’s profeet! Je gaf Safiya bint Huyai aan Dihya en zij is de belangrijkste minnares van de stammen van Quraiza en An-Nadir en ze past niemand anders dan jou’. Dus de profeet zei: ‘Breng hem en haar’. Dus Dihya kwam met haar en toen de profeet haar zag, zei hij tegen Dihya, ‘Neem een ​​ander slavin dan haar uit de gevangenen”. Anas voegde eraan toe: “De profeet heeft haar toen vrijgelaten en is met haar getrouwd” (Sahih Bukhari Deel 1 Boek 8 Hadith 367).

Dus op de dag dat haar wereld wordt vernietigd door de gewelddadige acties van de moslims (inclusief de gruwelijke moord op haar man), en hoewel ze ongetwijfeld nog steeds diep in shock was, is ze ‘getrouwd’ met Mohammed, de leider van de groep die de wreedheden tegen haar en haar volk heeft begaan. Het is duidelijk dat zij hierover niets te zeggen had. Dit wordt bevestigd door het feit dat Mohammed haar naam veranderde in Safiya, een vernederende woordspeling die aangeeft dat ze deel uitmaakt van het vijfde deel van de buit die aan Mohammed verplicht is ‘door Allah’ (Koran 8:41). Dit is als volgt gerelateerd in Sunan Abu Dawud 2987: “Qatadah zei: ‘Toen de profeet van Allah deelnam aan een strijd, was er voor hem een ​​speciaal deel dat hij nam waar hij wilde. Safiya was van dat deel”.

Een commissie van de Tweede Kamer onderzoekt de ‘Salafistische geldstromen’ naar moskeeën in Nederland. Dat zal geen informatie opleveren wat onze geheime diensten niet al wisten, althans; als die hun werk goed hebben gedaan. Maar zeg eens eerlijk: hebben we niet een veel beter klusje voor deze commissie? Bijvoorbeeld onderzoek naar de islam met het oog op de beantwoording van de vraag, of dit eigenlijk wel een religie is?

Of komt dat pas als de communisten godsdienstvrijheid claimen, wanneer zij zich beroepen op hun profeet Pol Pot?


.

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties