De ruimte voor ons als Nederland om zelf democratisch te besluiten over consumentenrechten en het milieu wordt ingeperkt door onze eigen regering. We worden gedwongen de vaak slechtere wetgeving en lagere standaarden uit andere landen te accepteren op het vlak van consumentenbescherming, voedselveiligheid, milieu en sociale standaarden. Dat, in essentie, is de weerslag van het CETA verdrag (Comprehensive Economic and Trade Agreement) met Canada. We hebben inmiddels echter te maken met een politieke dictatuur.
Bedrijven kunnen straks staten aanklagen voor geheime (!) arbitragehoven als deze staten langs democratische weg besluiten nemen die in de ogen van die bedrijven nadelig voor hen uitpakken (het beruchte ‘Investor-State Dispute Settlement’, ofwel ISDS). Forum voor Democratie heeft in de Tweede Kamer pleidooi gehouden voor het afwijzen van dat CETA op grond van onder andere de overweging dat zo een overeenkomst de praktische invulling van onze grondwet in feite overlaat aan de winstvooruitzichten van grote conglomeraten die zich van staten of democratie bij voorkeur niets aantrekken. FvD is van mening dat dit zich niet juist verhoudt met onze Grondwet.
Dat is een heel terechte overweging.
De burgers in ons land zien al sinds de zestiger- jaren voortdurend dezelfde gezichten in de landelijke en meer lokale politiek, ondanks dat zij zich iedere paar jaar naar de stembus begeven voor het uitbrengen van hun stem. Het maakt kennelijk niet veel uit; nadat ook de verkiezingsbeloftes – luttele momenten na sluiting van de stembussen – in de prullenbak zijn gedeponeerd, zien we exact dezelfde politici weer in de Kamers terugkeren. Wat volgt zijn zogenaamde ‘politiek compromissen’ waar niemand op heeft kunnen stemmen en die ons opzadelen met b.v. ‘milieuproblematiek’ en ‘vluchtelingenproblematiek’ die van geen enkel verkiezingsprogramma deel uitmaakten, maar ons wel door de strot worden geduwd.
Dat in essentie, is de politieke dictatuur die ons land en ons continent teistert. Politici die al jaren door lobbyisten van grote bedrijfsconglomeraten worden gepakt en gepaaid, geven uiteindelijk toe omdat de vergunde douceurtjes te verleidelijk zijn en niet meer kunnen worden afgeslagen. De relatieve zekerheid van het Haagse inkomensmodel maakt hun moraal soepeler dan warm rubber. Zo ontving Pechtold destijds een penthouse in Scheveningen.
Het CETA verdrag is met haar inhoud een product uit die stallen. Het komt erop neer dat voedselproducten, die zijn geproduceerd onder condities die wij in dit land wettelijk niet toestaan, gewoon in ons land verkocht kunnen worden vanwege dat CETA verdrag. Doen wij dat niet, dan heeft de producent het recht om dit juridisch aan te vechten in geheim te houden processen en het hoeft zelfs geen betoog dat hij daarbij geen beroep zal doen op de in onze Staten Generaal tot stand gekomen wetten. Zij doen dat wijsheidshalve met verwijzing naar Europese wetten, waarop onze volksvertegenwoordigers geen enkele invloed hebben gehad, anders dan in naam. Veel meer logica kunnen wij u niet aanreiken. Op EU-niveau namelijk zijn de knieën of ruggengraten zelfs niet van rubber gemaakt, maar van warme boter of slagroom en de invloed van ons parlement daarop is inmiddels miniem.
Op een spitsvondige manier slagen grotere Business Units er dus in om de wet aan te passen aan hun winstwensen en Nederland staat op het punt daaraan toe te geven. Ergo: dat betekent dat in de Tweede Kamer genomen besluiten met betrekking tot de product- en productievoorwaarden – wettelijk gesteund – omzeild kunnen worden en dat de invloed van de burgers op de gewenste kwaliteit of morele waarden volledig tot ‘nul’ is gereduceerd. (Lezersvraag: ‘is halal straks nog echt halal?’)
Op beide Kamers der Staten Generaal rust nu de taak om, namens de bevolking, hun invloed op het beleid in ons land veilig te stellen. Doen zij dat niet, dan zal eenieder die zich daaraan vanwege zogenaamde ‘partijpolitieke belangen’ aan overgeeft, te zijner tijd rekenschap hebben af te leggen, in het bijzonder op het morele vlak, maar ook op het justitiële. Het goedkeuren van dit CETA-verdrag zal verstrekkende gevolgen hebben die volstrekt onacceptabel zijn voor de burgers in dit land.
.
CETA pretendeert een focus op handel maar is feitelijk de zoveelste achterbakse manipulatie door ongekozen activisten om onze souvereiniteit te ondermijnen en te usurperen.
Bovendien is CETA – dat notabene al ‘voorlopig is ingevoerd’! – geen definitief document maar onderhevig aan toekomstige amenderingen door die Brusselse activisten, die ons bij deze het recht alvast ontzeggen om daar t.z.t. nog iets tegen te ondernemen.
Pure maffia practijken !