Het recente ‘Urgenda Arrest’ van de Hoge Raad rammelt dermate dat er, met recht, een tsunami van kritiek over ons hoogste rechtsorgaan spoelde. In cassatie kan de H.R. toetsen of de lager rechter ( de feitenrechter ) het recht juist heeft toegepast, de feiten correct heeft getoetst op bewijslast en zijn uitspraak gedegen motiveert.
De H.R. doet geen eigen onderzoek naar de feiten, maar baseert zich op de feiten die de feitenrechter heeft vastgesteld en/of (niet) bewezen verklaard; in een cassatieprocedure kunnen geen nieuwe feiten worden aangevoerd. Desondanks kan de H.R. “baanbrekend werk’ verrichten door hun opvattingen te wijzigen, bijvoorbeeld te verruimen zoals een eeuw geleden in het Lindenbaum Cohen Arrest (d.d.31.01.1919) inzake de onrechtmatige daad (O.D.) waarin de H.R. een ruimere betekenis gaf aan de O.D. volgens de toenmalige artikelen 1401 BW (onrechtmatig doen) en 1402 BW (onrechtmatig nalaten). Voordien werd een daad alleen als onrechtmatig aangemerkt als deze in eerste instantie onwetmatig was.
Ik kom hier nog op terug om te argumenteren waarom de H.R. inzake Urgenda mijns inziens zo in de fout is gegaan, maar de H.R. heeft hier alle schroom overboord gezet door zich schuldig te maken aan het favoriseren van een politieke agenda. Dit door meer dan alleen een juridisch oordeel te vellen op de vereiste merites der oordelen der lagere rechters, zonder enig steekhoudend juridisch argument en door kritiekloos leugens van de eisers te laten passeren zonder bewijslast te eisen.
Op 15 en 16 januari jl. wijdde ik hier al aandacht aan, zij het onder een andere invalshoek, in de artikelen: ‘Nederland in de greep van het algemeen belang’. Vanuit de juridische en academische wereld is uiteraard een stroom van harde kritiek losgebarsten, want afgelopen week voelde de President van de H.R. zich geroepen om de onpartijdigheid van zijn partijdige instituut te verdedigen. Hij was notabene verontwaardigd over de storm van kritiek op het Urgenda arrest dat de regering instrueert om kost wat kost binnen een jaar aan krankzinnige wensen van een handjevol activisten te voldoen die slapend rijk worden aan hun klimaatzwendel.
Dat die HR dermate met het hoofd in de wolken zweeft dat nu bijna alle energiecentrales gesloten zouden moeten worden en grijze stroom geïmporteerd moet worden ontgaat hen in hun ivoren toren ter linkerzijde van het schaakbord. Wij krijgen dan peperdure Duitse wantoestanden. Het waanidee van ‘export van CO² uitstoot is ook al zo’n onbetaalbare, linkse idée fixe die zelfs volgens de charlatans van de IPCC niets uithaalt. De D’66 Raadsheren zijn van hun voetstuk gevallen! Hebben zij ooit nagedacht over wat er gebeurt als de staat niet meedoet aan hun ideologische idee-fixe? Moeten er dan boetes betaald worden en in dat geval door wie en aan wie? De lof der zotheid lijkt speciaal hiervoor door Erasmus geschreven.
Er is trouwens niet nieuws onder de zon, want op 1 oktober 1996 beweerde mr. S. Royer bij zijn afscheid als president van de Hoge Raad: ‘ Rechters zijn niet a-politiek, maar moeten wel in staat zijn om hun eigen opvattingen en vooroordelen opzij te schuiven, zeker als het om politiek gevoelige zaken gaat.’ Hij ergert zich aan de typering dat de Hoge Raad aan politiek doet. ‘ In tegenstelling tot de politicus heeft de rechter geen politieke agenda. Hij is niet op een politiek programma verkozen, hij heeft geen achterban, hij hoeft zich niet in te spannen om te worden herkozen; hij is immers voor het leven benoemd. Hij valt bij de beslissing op zulke zaken niet terug op zijn eigen politieke opvattingen.’ Is dit doortrapt, naïef of alleen maar foutief?
De rechterlijke macht is formeel slechts daar om een oordeel te geven over rechtsvragen en, op gezette tijden – in de zin van de filosofie van Montesquieu – te fungeren als ‘de mond van de geest van de wetten’. Maar absoluut niet ‘van de mond van de destructieve geest der activisten’! Dat heeft de rechterlijke macht hier helaas wèl gedaan door op de stoel van de uitvoerende macht te gaan zitten en bovendien, zonder een spoortje van intellectuele nieuwsgierigheid naar wetenschappelijke onderbouwing der ‘feiten’, zich kritiekloos te laten voorliegen door Urgenda. De veel geciteerde Trias Politica wordt in Nederland niet zo nauw genomen omdat de uitvoerende macht de facto ook op de stoel van de wetgever is gaan zitten. Die volksvertegenwoordiging heeft het wetgevend initiatief klakkeloos uit handen gegeven aan regering èn aan de ‘deep state’ der foute topambtenaren met een eigen agenda. Dat parlement – de wetgevende macht – heeft zodoende de controle over de uitvoerende macht al lang opgegeven en zich middels de ongrondwettelijke regeerakkoorden tot applausmachine gedegradeerd.
Door beide ontwikkelingen is de term Trias Politica een wassen neus geworden en onze democratie ernstig verzwakt. Er hoeft mijns inziens. geen primaat van de politiek te heersen, maar als de overheid de wet niet overtreedt dan hoeft de rechter niet verder te gaan dan een juridisch oordeel en mag zeker niet zo onverantwoordelijk optreden jegens de uitvoering van de macht van de regering.
Ik gaf hierboven het voorbeeld van het Lindenbaum Cohen Arrest dat ook keek naar ‘belangen’, maar als hier géén sprake is van een ‘Onrechtmatige Overheidsdaad’ moet de H.R. het ‘algemeen belang’ niet op zo’n gratuite wijze gelijk stellen aan het persoonlijke belang van enkele activisten die, misbruik makend van een miskraam van een obsolete wet, redelijkerwijze niet aan die eis voldoen. Dit mag niet overslaan in activisme der Raadsheren, al helemaal niet als er geen sprake is van inbreuk op de wet door de uitvoerende macht waarbij geen schade is aangericht, terwijl het foute criterium van de H.R. ideologisch van aard is!
Minister Hirsch Ballin maakte in 1988 een analyse van de rechtspraak van de Hoge Raad sinds 1951, en constateerde een verschuiving van jurisdictie op grond van toepassingscriteria naar jurisdictie op grond van belangen criteria. Hij maande tot voorzichtigheid omdat dit niet betekent dat de burgerlijke rechter zich heeft gedistantieerd van zijn gebondenheid aan het recht. De conclusie van Hirsch Ballin luidde dat de gebondenheid van de rechter is verruimd van de kale wet naar het bredere begrip van onze rechtsorde. Achter een wet spelen belangenafwegingen van de wetgever – die ook desgewenst in de betreffende minuten van de 2e Kamer zijn terug te vinden – om verantwoordelijk handelen der betrokkenen te mogen verwachten. Dan baseert de rechter zijn oordeel op rechtsbeginselen, voorrangsregels èn (dit moet de H.R. zich aantrekken) ‘afbakening van verantwoordelijkheden’.
Naast deze juridische en ethische aspecten speelde er een ander probleem en dat zijn de ongecontroleerde, aperte leugens van Urgenda die noch door de onzorgvuldige Rechtbank, noch door het – à fortiori nog veel onzorgvuldiger – Hof getoetst zijn. Een klein uitstapje naar Urgenda’s leugenachtige pretenties ter illustratie: volgens het (hoogst manipulatieve) KNMI is de gemiddelde temperatuur in de Bilt liefst 1,8 graden is gestegen tussen 1901 en 2013. (Mondiale cijfers van NASA’s Goddard Institute for Space Studies komen méér dan één graad lager uit over die periode en latere – op een tiende graad nauwkeurige – satellietmetingen over 2016 t/m 2017 stellen dat nog eens met 0,56°C naar beneden bij! Saldo: een uiterst minieme toename van 0,35°C over 140 jaren… Dat is dus volstrekt stabiel! ). Het KNMI verklaart daarbij, dat de winters (december, januari en februari) zachter waren, doordat de wind vaker uit het westen kwam. De zomers (juni, juli en augustus) waren extra warm door een toename van de zonnestraling. (door zonnecycli èn als gevolg van afgenomen luchtverontreiniging).
Als Urgenda zelf al stelde dat sinds het beging van de 20e eeuw tot vandaag de opwarming 1°C zou zijn hebben we in Nederland, mede dank zij de schonere lucht, hun illusoire doelstelling (en die van het Akkoord van Parijs) al ruimschoots ‘gehaald’ zonder alle voorspelde klimaatrampen. Kijk nu eens wat Urgenda beweerde tijdens haar rechtszaak tegen de Staat: ‘ De huidige opwarming van 1 graad C ten opzichte van de pre-industriële tijd laat nu al significante en ernstige verstoringen van het klimaatsysteem zien, met ernstige gevolgen voor ecosystemen en grote schades voor menselijke samenlevingen’.
Om te beginnen zou ik als rechter graag willen weten of zij eigenlijk zelf wel weten wat er in het Akkoord van Parijs staat en in het bijzonder wat de exacte, magische cijfers zijn voor die totaal niet gedefinieerde ‘pre industriële tijd’ die in feite niet meer dan gebakken lucht is! Als ik uitga van gebakken lucht als manager van een industriële onderneming ga ik, binnen de kortste keren, ‘op mijn bek’. Maar vanuit hun ivoren toren zien de ideologisch gemotiveerde Raadsheren hier kennelijk geen enkel praktisch of ethisch probleem…
De kritiekloze acceptatie door de lagere rechters van zogenaamde ‘ernstige verstoringen’ van het klimaatsysteem, met ernstige gevolgen voor ecosystemen en grote schades voor menselijke samenlevingen’ is een gotspe. Dit had ook grondig getoetst moeten worden door de feitenrechter op grond van harde bewijslast, maar dat was niet aan de ideologische orde want D’66 had het vonnis al klaar in eerste instantie en droeg dit in triomf verder naar het eindpunt, waar de moreel corrupte H.R, tot twee keer toe, willens en wetens in de fout ging! Als onze rechtszekerheid zo brutaal verkracht wordt door onze rechterlijke D’66 macht zijn wij eigenlijk al in Poetin’s Rusland beland!
.
https://youtu.be/-Htrkb_qVKA
In bovenstaande link wordt door een hoogleraar excact weergegeven wat hier bedoeld wordt dat het Urgenda arrest een politieke zaak is.