Het kabinet is bereid de AOW-leeftijd minder snel te laten stijgen. Dat heeft minister Koolmees van Sociale Zaken aangeboden aan de vakbonden. Na 2021 zal de AOW-leeftijd meestijgen met de levensverwachting. Voor ieder jaar dat mensen gemiddeld extra leven moet er een jaar extra worden gewerkt. Die koppeling wil de minister veranderen, zodat de pensioenleeftijd minder snel stijgt.
Uiteraard klopt de redenering van de minister niet. De levensverwachting voor mannen bedraagt momenteel 81 jaar en voor vrouwen is dat 83 volgens het CBS.[1] Gemiddeld werken de mensen ongeveer van hun 20e levensjaar tot hun 67e. Met andere woorden: bijvoorbeeld mannen werken van de 81 jaar ongeveer 47 jaar ofwel bijna 60 procent. Wil de minister een eerlijke toepassing van de regel ‘AOW leeftijd naar rato van de levensverwachting’, dan zou de minister moeten overwegen van de per jaar toegenomen levensverwachting, daarvan 60 procent ofwel 7,2 maand mee te nemen. Een jaar meer levensverwachting is 7 maand later pensioen dus.
Bovendien staat de maatregel in schril contrast met het arbeidsethos onder ‘vluchtelingen’ die vrijwel meteen na arriveren in ons land aan een pensioen beginnen. Van de Syriërs is ruwweg een kwart aan – deeltijd – werk toegekomen en driekwart dus totaal niet. Het betreft hier voormalig apothekers en andere talentvolle wetenschappers, aldus een voormalig minister van sociale zaken, die nooit hebben bijgedragen aan de Nederlandse sociale honingpot en dat geldt ook voor de mensen uit Eritrea en Somalië, waarvan de laatste overigens nóg minder scoren. Zouden die groepen onderling afgerekend worden, dan is dus 25% bezig om met belastingen en premies een inkomen en andere voorzieningen op te brengen voor de andere 75% van die groep. Het vergt weinig rekenkunde om in te zien dat deze groepen fors ‘bijlenen’ uit de pot van de overigen, waardoor o.a. onze bestaande pensioenen en andere voorzieningen onder druk komen te staan, voor zoveel ze dat al niet waren.
Daar komt bij dat die groeperingen weinig genegen zijn om na afloop van de gewelddadigheden in hun eigen land, terug te keren naar huis en haard. Het comfort van de verzorgingsstaat Nederland is kennelijk aantrekkelijker dan de opbouw van het eigen land. Dat houdt echter wel in dat onze sociale reserveringen nog harder worden getroffen; het grootste gedeelte van die groepen draagt immers niets bij aan die instandhouding of aan het herstel daarvan door hun verblijf. Het is alsof uw gast zich te goed doet aan uw biervoorraad en geduldig zijn roes uitslaapt tot die weer is aangevuld. Mocht het Grolsch betreffen, dan is dat uiteraard een nog meer dramatische situatie.
Bovenstaande zal
ongetwijfeld weer worden afgedaan als ‘rechts-radicale onderbuik oprispingen’
maar als ik iets volledig over het hoofd heb gezien vanuit de ethiek, dan hoor
ik het graag. Mij dunkt dat er elders wat meer problemen met ethiek zijn, als
dat daar al bestaat.
[1] https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/levensverwachting/cijfers-context/huidige-situatie
.