Is nog niet genoeg geschreven over de klimaat gekte? Zolang politieke klimaatgekkies blijven volharden in emoties en weigeren zich in hun mening te laten sturen door meetbare feiten, blijft het nodig om artikelen met een andere kompasrichting aan te bieden.
Of die gepubliceerd worden, is een keuze van de beheerder van de betrokken website aan wie het artikel wordt aangeboden. In de achterliggende maanden is herhaaldelijk onderstreept dat de samenleving in wegkijk-Nederland voortdurend gebombardeerd wordt met emotionele kreten die op geen enkele meetbare basis kunnen bogen.
Climate gate[1] uit 2009, waarin sprake was van het gebruik van gemanipuleerde data door o.m. de invloedrijke Climatic Research Unit verbonden aan de University of East Anglia, Het akkoord van Parijs dat mede is gebaseerd op een gemanipuleerd rapport van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) vol onbevestigde en onbewezen data. Een Nederlands Energie akkoord waarin windenergiedoelen staan die niet te realiseren zijn in het gererveerde tijdframe en de belasting betaler miljarden zal kosten. De conclusie uit die drie ontwikkelingen is dat mondiaal en nationaal de beurs van de klimaat goeroes wordt gespekt en de westerse angst voor het klimaat benut wordt voor een mondiale welvaartsverdeling, waarbij m.n. de politieke leiding van ontwikkelende en in ontwikkeling zijnde landen er wel bij varen.
Binnen Nederland komen de kosten van het opwekken, exploiteren en transporteren van windenergie op de schouders van de kleinverbruiker terecht; vindt een overdracht van financiële middelen van de verbruiker naar de windmolen beheerder en van de klein naar de grootverbruiker plaats. Omdat de kosten van het Akkoord van Parijs en het Nederlandse Energie akkoord gedragen moet worden door de belastingbetaler wordt op verschillende manieren een aanslag gepleegd op de beurs van de doorsnee Nederlandse burger. Binnen dat segment lijken de hogere inkomens het best uit te zijn en zullen de post-actieve midden en lagere inkomenschalen het haasje worden. Bovendien is het nu nog onduidelijk op welke manier het wegvallen van de gaswinning inkomsten en de kosten van een eventueel gedwongen aankoop van buitenlands gas gecompenseerd gaat worden binnen de context van het krimpende volume belastingbetalers en het groeiende aantal staatsruif graaiers. Gaat de overheid bezuinigen? Wordt de belasting verhoogd? Laat de regering de staatsschuld oplopen? Het antwoord uit Den Haag zal ongetwijfeld luiden dat Nederland in 2021 allang is overgestapt op alternatieve energiebronnen als windmolens, zonnepanelen en middels warmtepompen (aanschafkosten met lawaaierige ventilatoren: tussen € 6000 tot €10.000) gebruik maakt van de natuurlijke warmte van de aarde.
Misschien is het beter om maar bij de feiten te blijven en niet met zweverige argumenten te komen. Een bron die zich in de berichtgeving wel laat leiden door meetbare data, is de Global Warming Policy Foundation[2]. Die publiceert ieder jaar een terugblik met de titel “ State of the Climate Year X”. Begin 2018 publiceerde de organisatie zijn rapport #30 met een terugblik op 2017 en het is voor een klimaatdiscussie interessant en relevant om de vaststellingen van de auteur – Ole Humlum[3] – nader te bestuderen. Zijn observaties in een notedop:
Vermoedelijk was 2017 een van de warmste jaren sinds het begin van de meting in 1850, maar koeler dan 2016.
Eind 2017 daalde de gemiddelde luchttemperatuur naar de pre-El Nino periode van 2015-2016. Dat bevestigt de observatie dat dit oceanische fenomeen de belangrijkste reden is van de mondiale grondtemperatuur piek in de periode 2016-2017. Vermoedelijk is dat een signaal dat wat tegenwoordig wordt genoemd “temperatuur pause, hiatus zich nog jaren zal voortzetten.
Er bestaat nog steeds een verschil in gemiddelde temperaturen gemeten door grondstations en satellieten. Vanaf 2003 wordt het verschil tussen de metingen steeds groter waarbij die van de grondstations in een warmere richting gaan.
Het effect van het oceanografisch El Nino fenomeen in de periode 2016-2017 is de sterkste sinds de eerste metingen van dit fenomeen in 1950. Wanneer het geheel van de temperatuur variaties over de gehele periode in ogenschouw genomen wordt zijn de hedendaagse afwijkingen tussen El Nino (warm) en La Nina (koud) perioden niet ongewoon. Eind 2017 is een nieuwe La Nina begonnen en die zal vermoedelijk de temperaturen in 2018 gaan beinvloeden.
Sinds de Argo meetboeien (in 2004 ingevoerd) gebruikt worden om de Oceaan temperatuur op diverse diepten te meten, is de temperatuur van waterdiepten groter dan 1900 meter, iets opgelopen. Rond de evenaar waar de kracht van de zonnestralen het sterkste is, is de maximale opwarming tussen de oppervlakte en 120 meter diepte het hoogst. Sinds 2004 is de watertemperatuur van het water in het noorden van de Atlantische Oceaan, gedaald.
Informatie over de mondiale zee getijden suggereren dat de zeespiegel gemiddeld per jaar 1 tot 1,5 mm stijgt. Sinds 1992 suggereren satellieten echter een stijging van 3,2 mm per jaar. Het is onduidelijk waarom dat verschil bestaat en waarom zo groot.
Het ijsvolume bij de Noord en Zuidpool vertoont een krimpend en een aanwassend karakter. Op de Noordpool is een observatie over een langere periode (5,3 jaar) belangrijk, terwijl die voor de Zuid Pool korter is (4,5 jaar). In 2016 bereikte beide een piekhoogte, waarmee de grote krimp van het ijsvolume verklaard kan worden. Vermoedelijk is eind 2017 de aanwas van ijs op de Noord en Zuidpool begonnen zoals in 2016 al was voorspeld.
Op het noordelijke halfrond varieert de sneeuwbedekking van de bodem lokaal en regionaal. Desalniettemin kan sinds 1972 een stabiel patroon herkend worden.
Sinds 1970 varieert de door tropische stormen en orkanen opgewekte orkaan energie waarden (ACE) van jaar tot jaar sterk, maar een mondiale trend in opwaartse noch neerwaartse richting is er niet. In 2017 was de ACE hoger dan in 2016, maar bleef de stijging binnen de marges sinds 1970.
De temperatuur pauze in de stratosfeer is begonnen in 1995. Dat is 5 tot 7 jaar vroeger dan de pauze in de lagere troposfeerdicht dichtbij het aardoppervlak. De pauze in de hogere luchtlagen duurt nu al 23 jaar, waarvoor klimatologen geen verklaring hebben.
Wanneer klimaatgoeroes gebruik gaan maken van de meetbare inhoud van dergelijke studies en daaraan ook een prijskaartje voegen, kan de klimaatdiscussie in de juiste richting worden gestuurd. Daarbij is het principe van woord en wederwoord gehoord, belangrijk om de effecten van klimaat ontwikkelingen op de juiste manier in te schatten. Op die manier wordt niet alleen de persoon met de grootste mond gehoord, maar ook de kritisch denkende medeburger. Die andersdenkenden moet dan niet herhaaldelijk beticht worden van klimaatontkenning om te voorkomen dat discussies gaan verzanden in welles-nietes wedstrijden. Bovendien moeten klimaatgoeroes bereid zijn om hun ongelijk te erkennen wanner dat ongelijk op basis van meetbare data wordt aangetoond.
Of ik dat ooit nog zal meemaken? Zolang het beleid wordt geconcipieerd door en voor de samenleving zonder die samenleving de kans te geven een bijdrage te leveren aan dat beleid; zolang wetenschappers buiten de deur worden gehouden, vrees ik van niet.
—————————————-
[1] Wetenschappers probeerden de toegang tot data te blokkeren en gebruikten trucjes om pijnlijke gebreken in hun beweringen te verdoezelen.
[2] Zie website www.thegwpf.org . De organisatie is een denktank in de UK, die van mening is dat klimaatverandering of opwarming van de aarde nog steeds niet kan bogen op een wetenschappelijke basis. De leden van de denktank en hun klimaatvolgers strekken zich uit van de IPCC position through agnosticism to outright scepticism. Klimaatgoeroes categoriseren de denktank als ontkenners van klimaat verandering.
[3] Hij is professor van de Fysische Geografie aan de Universiteit in Svabard en emiritus professor aan de Universiteit van Oslo.