Majoor Marco Kroon, drager van de Militaire Willemsorde, blijkt tijdens een geheime operatie in Afghanistan gevangen genomen te zijn. Toen de vijand hem om onduidelijke redenen liet gaan, wilde Kroon zelf de leider van de groep gevangen nemen, maar dat mondde uiteindelijk uit in een dodelijk vuurgevecht. De verklaring van majoor Kroon komt enkele weken nadat hij opbiechtte dat hij al tien jaar lang met een geheim rondliep.
Omdat de buitenwereld zich bleef afvragen waarom hij niet eerder met dit verhaal naar zijn werkgever is gestapt, komt majoor Kroon nu met een verklaring in het Algemeen Dagblad. Het blijft evenwel onduidelijk welke operatie hij precies deed en wat zijn rol daarin was. Verder geeft hij geen details over de man die hij doodde, behalve dat de man “hoogstwaarschijnlijk verantwoordelijk was voor de verwoesting van vele levens”. Dat Kroon nog niet alles prijs geeft, heeft alles te maken met de aard van de missie. Die was in opdracht van de militaire geheime dienst MIVD en is nog altijd geheim. Het openbaren van staatsgeheimen is strafbaar. De verklaring van majoor Kroon is hieronder opgenomen:
————————————
Er is mij de afgelopen weken zo vaak de vraag gesteld waarom ik het geweldsincident uit 2007 (Afghanistan) niet eerder dan vorig jaar heb gemeld bij Defensie. Om het Openbaar Ministerie niet voor de voeten te lopen heb ik daarop tot nu toe geen antwoord gegeven.
Echter, naar nu blijkt is gisteren opnieuw daarover in de pers gespeculeerd en zal ik, ter voorkoming van een verkeerde beeldvorming, alsnog een verduidelijking geven.
Zo’n tien jaar geleden was ik betrokken bij een geheime operatie in Afghanistan. Ik was op dat moment de commandant van een eenheid en droeg de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van mijn mannen en het slagen van de operatie.
Tijdens deze operatie ben ik op een bepaald moment gevangengenomen door de vijand. Gedurende deze korte gevangenschap ben ik op een uiterst hardhandige wijze ondervraagd, mishandeld en bovenal ernstig vernederd.
Tijdens deze brute ondervraging probeerde de leider van deze groep te achterhalen wie ik was en wat ik in Afghanistan deed. Ondanks de brutaliteiten waaraan ik tijdens de ondervragingen werd blootgesteld, heb ik mijn opdracht geheim weten te houden.
Ik ben op enig moment vrijgelaten. Waarom is mij nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar ik vermoed dat ik deze personen met succes heb weten te misleiden. Een ding wist ik zeker: de leider van de groep die verantwoordelijk was voor deze gewelddadigheden, zou mogelijk onze operatie in gevaar kunnen gaan brengen. Ik kon dit niet laten gebeuren. Ik woog nauwkeurig af wat te doen. Moest ik dit incident melden met het risico dat alle door de geheime operatie opgebouwde resultaten gecompromitteerd zouden worden of moest ik zelf eerst onderzoeken wie en wat er achter deze ‘operatie’ tegen mij schuilging? Ik koos weloverwogen voor het laatste, om op die manier ook tot een betere briefing te kunnen komen bij mijn werkgever.
Ik onderzocht de situatie omdat ik wilde weten wie de leider precies was. Ik deed onder meer navraag bij een internationale organisatie om na te gaan of ik de leider gevangen kon nemen en hem bij deze organisatie onder kon brengen. Ik ontdekte tijdens dit onderzoek meer van zijn gangen en zag dat de man in de weken na mijn vrijlating steeds dichter bij onze operatie kwam. Dit bevestigde mijn gevoel. Dit sterkte mij in mijn plan om hem gevangen te nemen en hem uit te leveren aan de organisatie. Ik wist dat dit niet eenvoudig zou zijn. Het was een moeilijke afweging waarbij ik alle kansen en risico’s goed moest beoordelen.
Op een avond, enkele weken na mijn vrijlating, trof ik de man uiteindelijk aan op een andere locatie dan waar ik hem verwachtte. Hij was ditmaal, anders dan toen hij en zijn mannen mij gevangennamen, gewapend met een AK-47. Hij was die avond ook niet alleen.
Ik herkende de man uit duizenden. Toen ik uit mijn voertuig stapte om hem te gijzelen, herkende hij mij ook en hij greep naar zijn wapen. Het was op dat moment ‘hij of ik’. De man liet mij geen keuze. Ik realiseerde mij dat ik hem niet langer kon gijzelen en als gevangene kon meenemen. Ik moest nu aan mijn leven denken. Flitsen van zijn brute handelingen tijdens mijn gevangenschap kwamen in een klap weer allemaal naar boven. Ik greep in een reflex naar mijn wapen en vuurde gericht mijn hele magazijn leeg op het lichaam van de man. Hij was dood. Zijn collega was inmiddels gevlucht. Ik fouilleerde hem want ik wilde weten wie hij was en wat hij van mij en de operatie wist. Wat ik vond, was schokkend.
De emotie die toen door mij heenging, zal ik nooit vergeten. Ik realiseerde mij dat ik zojuist een man had gedood die hoogstwaarschijnlijk verantwoordelijk was voor de verwoesting van vele levens. Een man die zeker niet had geaarzeld om mij op dat moment te doden.
Waarom heb ik dit toen daarna niet direct gemeld? Ook dat kan ik uitleggen. Als beëdigd officier wordt men geacht om meerdere niveaus hoger mee te denken. Destijds was het mijn oordeel als commandant dat als ik het incident zou melden, het voortbestaan van de geheime operatie in gevaar zou komen doordat deze mogelijk zou worden stilgelegd voor onderzoek, waardoor de vijand meer tijd zou hebben om dichterbij te komen. Met alle gevolgen van dien voor de levens die op het spel stonden maar ook voor de inmiddels door de operatie verkregen resultaten, waarmee ook mensenlevens werden gered.
Op dat moment nam ik mij dus voor om deze actie voorlopig bij mij te houden. Alleen dan was de kans op lekken nul en de operatie veilig gesteld. Deze geheime operatie mocht op geen enkele wijze in gevaar komen en mocht simpelweg niet stil komen te liggen. Ik moest dat koste wat kost zien te voorkomen, ondanks de consequenties voor mijzelf. Ons werk hier was te belangrijk. Ik heb namelijk zelf kunnen zien dat onze aanwezigheid op dat moment hier juist het verschil kon maken tussen leven en dood.
Als commandant ter plaatste zag ik dit dus als mijn hoogste prioriteit en verantwoordelijkheid. Daarom wilde en kon ik ook niemand deelgenoot maken van de gewelddadigheden die ik had ondergaan en begaan. Ik moest en zou het bij me houden. Puur uit landsbelang. Ik heb mezelf hiermee bewust ondergeschikt gemaakt aan het collectief met als enige houvast, mijn militaire eed en de kernwaarden van het Korps Commandotroepen. Moed, Beleid, Trouw, Eer en Trots.
Bereid het incident te melden ben ik altijd geweest, maar het was toen nog niet de juiste tijd. Het kon gewoonweg niet. De operatie zou toen zeker in gevaar kunnen worden gebracht.
Een ding wist ik zeker: als ik het incident zou hebben gemeld, zou dit door de uiterst gevoelige aard van de operatie zeker naar buiten zijn gekomen. Dit zou dus het einde van de operatie betekend hebben. Dat mocht niet gebeuren omdat ik als geen ander wist dat door deze operatie mensenlevens konden worden gered. Mijn keuze dit geweldsincident tien jaar lang bij me te dragen, heeft ervoor gezorgd dat de operatie ongestoord door kon blijven gaan. Geen storende onderbrekingen en onderzoeken. Door deze beslissing zijn er uiteindelijk ook daadwerkelijk mensenlevens gered. Dit was voor mij de voornaamste drijfveer om het geweldsincident niet toen maar nu pas te melden.
Om helemaal compleet te zijn en zo transparant mogelijk als ik op dit moment kan, wil ik er toch ook nog wel deze persoonlijke noot bij plaatsen. De kans op een lek en daardoor het compromitteren van de operatie was vergroot door het feit dat mijn leven als Nederlands militair ernstig in gevaar was gebracht en de vijand mij op een zeer vernederende wijze had mishandeld. Ik ging er toen vanuit dat dit aspect zeker toen in de openbaarheid zou zijn gekomen. Voor mij stonden de operationele en strategische argumenten om dit voor me te houden echter voorop. Ik ben er tot op de dag van vandaag heilig van overtuigd dat het niet eerder melden bij Defensie van het geweldsincident op geen wijze de operatie zelf of het betrokken personeel in gevaar heeft gebracht. Integendeel juist. Ondanks de mentale en fysieke offers die ikzelf heb moeten brengen als Nederlands militair, ben ik er nog steeds trots op dat ik samen met mijn maten mijn land heb mogen dienen in Afghanistan. Ik ben er trots op dat ik samen met mijn collega’s heb mogen bijdragen aan de directe en indirecte bescherming van onze Nederlandse normen en waarden en onze vrijheden. Ik wil nu graag van deze gelegenheid gebruikmaken om alle mensen, en in het bijzonder alle militairen en veteranen, hartelijk te danken voor hun warme persoonlijke woorden en talloze steunbetuigingen. Het heeft me de laatste weken enorm gesterkt. Ik heb alle vertrouwen dat ook het OM tot de conclusie zal komen dat ik in deze kwestie juist heb gehandeld. Ik heb altijd naar eer en geweten gehandeld, ondergeschikt aan het collectief en ten dienst van Volk en Vaderland. Je maintiendrai.
Majoor Marco Kroon
Ridder Militaire Willemsorde der vierde klasse
Ik vind Marco Kroon een held. En als je bang bent voor (burger-)slachtoffers dan moet je thuis blijven. Het geeft geen pas om militairen na een missie voor het gerecht te slepen en hen te beoordelen naar de maatstaven van ons recht. Het is OORLOG waar deze militairen heen gestuurd worden, ja?