Nog steeds kan men in Amerika en Nederland en vermoedelijk ook elders in de wereld, mensen vinden die Obama graag als een van de grote staatsmannen van de 21ste eeuw willen bestempelen. Een staatsman die om onbegrijpelijke redenen zeven maanden na zijn entree in het Witte Huis de Nobelprijs voor de vrede kreeg.
Wanneer de schandalen waarin hij een rol heeft gespeeld opgelijnd worden, is die blinde adoratie een onjuiste emotie en de Vredesprijs een verkeerde beslissing. Hoewel… er is een neerwaartse trend herkenbaar bij de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede. Arafat een pure terrorist en Gore een echte klimaat fantast.
Vermoedelijk wijten die Obama loyalisten de talrijke faux pas[1] van hun grote roerganger aan de oppositie of aan zijn omgeving. Voor het gemak negeren ze het gegeven dat een politieke kompasrichting door de bank genomen getypeerd wordt door de omgeving waarin een Amerikaanse presidentskandidaat is opgegroeid en gevormd. Door mensen die een belangrijke rol hebben gespeeld op weg naar politieke volwassenheid, invloed van politieke intimi tijdens de aanloop naar het Witte Huis en de mensen die hij tijdens zijn regeerperiode tot zijn inner circle rekende.Waarom zou dat niet op Obama van toepassing zijn?
Vormende factoren.
Op zijn route naar het Witte Huis hebben Hawaï, Los Angeles, New York en Chicago een belangrijke rol gespeeld in zijn vorming als mens en in het verlengde zijn opstelling en instelling als politicus. Het blijkt dat op die plaatsen in de USA, mensen zich over hem hebben ontfermd resp. zich met hem hebben bemoeid die sturend zijn geweest voor de keuze van het pad dat hij is gaan bewandelen op weg naar het Witte Huis. Frank Marshall Davis, Bill Ayers, Saul Alinsky, Jeremiah Wright, Louis Farakhan en het opmerkelijk hoge moslim gehalte hebben de instelling van Barack Hussein Obama bepaald om politieke problemen te benaderen en (niet) op te lossen. Een fraai gezelschap waarvan een aantal zich acht jaar wanhopig op de achtergrond heeft gehouden om Obama ongestoord door hinderlijke vragen over zijn band met communisten, socialisten, radicalen en moslim zijn ding te laten doen. De reactie van de Black Caucasus op de foto waarop Obama breeduit lachend naast Louis Farakhan naar de fotograaf kijkt, is daarvan een goed voorbeeld. De fotograaf moest de foto afgeven en kreeg het dringende verzoek zijn mond te houden. Dat deed hij inderdaad. Acht jaar lang.
Op weg naar politieke volwassenheid.
Tijdens de Koude Oorlog stond Hawaï door zijn strategische positie en belang voor de Defensie van Amerika´s Oostkust in de warme belangstelling van de Sovjet Unie. Frank Marshall Davis ontwikkelde in Hawaï een sterke sympathie voor communistische uitgangspunten en beginselen. Hij materialiseerde die belangstelling door grote delen van de Hawaiiaanse kust op beeld te zetten en gaf daardoor de indruk voor de Sovjet Unie te spioneren of andere illegale activiteiten te ontplooien. Door zijn communistische voorkeuren stelde de FBI een diepgaand onderzoek in naar de handel en wandel van de man. Dat onderzoek resulteerde in een lijvig rapport van 600+ pagina´s. Het rapport schetst een man met antiblanke en procommunistische sentimenten[2], die er in slaagde om de Democratische Partij binnen te dringen.
Davis is vermoedelijk de langste vertrouweling van de vorige president geweest. Davis en Obama bouwden hun vriendschap op in een levensfase waarin een 10-jarige Obama behoefte had aan een voorbeeld en mentor. Barack Obama woonde destijds bij zijn grootouders in Hawaï en werd door zijn grootvader Stanley Dunham aan Davis voorgesteld. Dunham vond Davis a strong black male figure en leefde in de veronderstelling dat de man een positieve vormende invloed zou hebben tijdens de Prep en High School jaren van Obama. Daarin zou hij in negatieve zin gelijk krijgen. De jonge Obama luisterde in zijn tienerjaren dankbaar naar de adviezen van Davis en diens antwoorden op zijn vragen over het leven op een college, over de rassenproblematiek en andere levenslessen. Frank Davis was in die tijd sturend in de vorming van een Obama op weg naar volwassenheid en via Davis kreeg hij contact met radicale, communistisch en socialistisch georiënteerde randfiguren, die de manier waarop hij in het leven stond beïnvloed hebben[3].
Die voorkeur voor politieke randfiguren had Obama ook op de twee Colleges die hij in de zes opvolgende jaren bezocht. Zowel op het Occidental of Oxy College in LA als op het Columbus College in NY zocht hij aansluiting bij politiek georiënteerde donkere studenten, Amerikanen met Mexicaanse wortels, buitenlandse studenten, docenten met Marxistische ideeën, feministische hardliners en dichters die voor hun producten gebruik maakten van punk-rock karakteristieken. Volgens eigen zeggen wilde geen sell out[4] zijn. Volgens Obama zelf heeft zijn verblijf op het Oxy College “sparked my general interest in politics…my political genesis took root in two political theory courses taught by Roger Boesche, the Arthur G. Coons Distinguished Professor of the History of Ideas”. In zijn in 1995 gepubliceerde boek “Dreams From My Father legt hij uit waarom hij aansluiting zocht bij die randfiguren “chose his own associates and friends and that they were amongst the most radical”. Die Marxistische voorkeur was een voortzetting van de levenslessen die hij van Davis kreeg tijdens zijn tijd in Hawaï en kan een verklaring zijn voor zijn latere contacten met socialistische en communistische activisten als Bill Ayers en Quentin Young in Chicago.
Het is redelijk naïef als kenners en experts beweren dat die invloeden geen schaduw hebben geworpen op de manier waarop hij politieke problemen in zijn acht jaar regeer periode heeft benaderd.
Chicago.
In het huis van Bill Ayers introduceerde Alice Palmer, de senator voor Illinois, in 1995 haar uitverkoren opvolger in de Senaat bij o.m. Bernardine Dohrn en Quentin Young. Invloedrijke liberalen, die deel uitmaakten van een liberaal netwerk met socialistische en communistische relaties, Achteraf blijkt dat dit netwerk een belangrijke invloed heeft gehad op Obama´s politieke carrière en persoonlijk leven. Het is onduidelijk of een of meerdere van de aanwezigen in contact stonden met de voormalige mentor van Obama in Hawaï. Frank Davis was op dat moment lid van de Communistische Partij USA(CPUSA)[5] en had een uitgebreid internationalistisch communistisch netwerk opgebouwd..
Bij de start van Obama´s stormachtige opmars naar het Witte Huis had Frank Chapman een lid van de US Vredesraad in een brief aan de People´s Weekly World o.m. onderstreept dat Obama´s overwinning in 2008 meer was dan een progressieve zet. Hij impliceerde dat Obama of een van zijn Marxistische vriendjes een mol in het politieke proces was en de werkelijke agenda van die mol verborgen zou blijven voor het grote publiek. Een donkere journalist die een bijdrage had geleverd aan het nieuwsblad Final Call van Louis Farakhan, vergeleek de opkomst van Obama met die van Paul Robeson, acteur, atleet en geheim lid van de CPUSA. Die werd beschouwd als een vredesactivist, een beroepsdemonstrant en protester. Obama daarentegen wist zich door zijn contacten met liberale activisten als Ayers en Dohrn[6] omringd met een geur van terrorisme en heeft de verdenking nauwe banden met de twee communistische Cuba georiënteerde terroristen te hebben, tijdens zijn opmars naar en de acht jaar in het Witte Huis nooit kunnen wegpoetsen. Obama heeft voortduren geprobeerd om die relatie te marginaliseren. Tot heden is de vraag niet beantwoord of Obama zich voor het karretje van Ayers heeft laten spannen. Anders is niet te verklaren hoe het gezien het verleden van Ayers mogelijk is dat een communistische terrorist een erkend lid van de Chicago gevestigde politieke orde is geworden en te belangrijk was voor de politieke carrière van Obama.
Route naar het Witte Huis.
De geschiedenis heeft geleerd dat de opmars naar het Witte Huis begeleid en vaak uitgestippeld wordt door schimmige adviseurs, politieke profiteurs en hardcore activisten. Obama vormde daarop geen uitzondering. Op de route die van Chicago naar het Witte Huis zou leiden, liet hij zich graag adviseren door mensen als Jaremy Wright en stemde zijn politieke kompasrichting af op de principes van Saul Alinsky. Het is onduidelijk in hoeverre mensen als Louis Farakhan en Soros zijn denken en doen hebben beïnvloed.
Jeremiah Wright was Obama´s mentor in de Chicago periode en had ogenschijnlijk het vormende stokje overgenomen van Frank Narshall Davis. Wright is de man van uitspraken als “Not God bless, but Damn America” en “USA brought on the 9/11 attacks with its own terrorism”. Als dominee verbonden aan Trinity United Church of Christ, trouwde hij de Obama´s, doopte beide Obama dochters en is de inspiratie geweest voor de titel van Obama´s boek “the Audacity of Hope”. In zijn gebeden komt herhaaldelijk zijn afkeer voor verworvenheden en daden van de USA tot uitdrukking en onderbouwt die afkeer door teksten uit de Bijbel, Gospels en de behandeling van Afro-Amerikanen. Een van de leden van Wright´s kerkgemeente drukte de warme relatie tussen beide Afro-Amerikanen als volgt uit “He has impacted the life of Barack Obama so much so that he wants to portray that feeling he got from Rev. Wright onto the country because we all need something positive..” Hoewel Obama herhaaldelijk publiekelijk verklaarde niet alle uitspraken van Wright te ondersteunen, is het ook duidelijk dat hij niet alle uitspraken en ideeën afwijst.
Tijdens Obama´s laatste verkiezingscampagne verscheen herhaaldelijk de naam Saul Alinsky, een extreem linkse socialistische activist uit Chicago. Hij stierf in 1972 en liet als erfenis een groot aantal scenario’s voor linkse activisten en radicalisten in de geest van Marx en Lenin na. Het is bekend dat Obama en Clinton de man om zijn ideeën bewonderden m.n. om een bestaande – conservatieve – samenleving van binnen uit te ondergraven. In feite correspondeert die gedachte met de manier waarop de Moslim Broederschap naar de gedachte van Al Zawahiri probeert democratische samenlevingen van binnen uit ten val te brengen en te vervangen door een islamitische. Salinsky beschouwde die revolutie als een langzaam proces dat met veel geduld gevoerd moest worden, omdat democratische instituten (scholen, kerken, vakbonden en politieke partijen) gepenetreerd en beïnvloed moesten worden.
Om zijn doelen te kunnen realiseren legde hij contacten met rijke en vrijgevige moguls. Hij pochte “I feel confident that I could persuade a millionaire on a Friday to subsidize a revolution for Saturday out of which he would make a huge profit on Sunday even though he was certain to be executed on Monday.. en had duidelijk resultaat met de manier waarop hij de rijkeren van deze aarde ertoe kon bewegen zijn inspanningen te sponsoren. Op die manier kon hij de bankier en mede eigenaar van de Washington Post Eugene Meyer, overtuigen om zijn inspanningen op media gebied door de Washington Post te ondersteunen. Op die manier kon Alinsky zijn gedachten en concepten breed over de bühne brengen en kon hij Chavez, Robert Kennedy en (in haar universitaire tijd) Hillary Clinton voor zijn karretje spannen. Vooral die laatste heeft in het begin van haar politieke carrière uitbundig gebruik gemaakt van Salinsky´s uitgebreide netwerk.
Ook Obama is een Alinsky poulain. Hij is gevormd en getraind door Alsinky´s Industrial Areas Foundation en heeft jarenlang deelnemers aan workshops geïndoctrineerd met de methodes van Alinsky. Toen hij in 1985 startte als buurtorganisator in Chicago, werkte hij voor een Alinsky groepering met de naam Developing Communities Project, Verderop in zijn aanloop naar een politieke carrière werkt hij voor twee andere Alinsky groepen nl. ACORN en diens afsplitsing Project Vote. In die periode gaf hij als een net afgestudeerde jurist bruikbare handvatten aan activisten om misbruik makend van de bestaande onevenwichtige wetgeving, banken te chanteren om tot mislukken gedoemde hypothecaire kredieten te verstrekken. Zelf bleek hij er niet vies van om de top van banken onder druk te zetten door hen met valse beschuldigingen van racisme te chanteren als zij die verrotte portefeuilles niet goedkeurden.
Met een beetje goede wil zouden Obama en in zijn spoor Clinton, verweten kunnen worden medeschuldig te zijn geweest aan de crash van 2008. ACORN is instrumenteel geweest voor het creëren van tienduizenden spookkiezers met ID’s van reeds lang overleden kiezers etc , waar de Democratische Partij nog steeds de electorale vruchten van plukt. Dat Obama en Clinton een Alinsky achtergrond hebben, bevestigen twee zaken: ze zijn uitermate links, die er op gebrand zijn het eeuwenoude Constitutionele stelsel omver te werpen en zij maskeren, verbergen hun radicale instelling voor het grote publiek en de media.
Hoe Farakhan en Soros in het geschetste beeld passen is en blijft onduidelijk. Farakhan, leider van de Nation of Islam (NOI), was en is berucht om zijn frequente antisemitische en racistische uitlatingen, De fotograaf, Askia Muhammad, vertelde later dat de foto van Obama en Farakhan in 2005 niet gepubliceerd was, omdat de relatie Obama´s politieke opmars had kunnen hinderen. Hij impliceerde met die uitspraak dat er meer zou zijn dan een toevallige ontmoeting tijdens een bijeenkomst van de Black Caucasus op Capitol Hill. De NOI staat bekend als (onder)scheidend en wordt geëtiketteerd als een haatgroepering. Louis Farakhan benadrukt regelmatig dat zwarten superieur zijn boven blanken en beweert dat het blanke ras ruim 6000 jaar geleden is uitgevonden door een kwaadaardige zwarte wetenschapper: Yakub. Blanken moeten daarom vernietigd worden[7]. Een andere bedenkelijk relatie is die met Soros of door Soros gesponsorde bewegingen. Voor de 2007 verkiezingsronde schaarde de man die bewegingen als rights for convicted felons en legealization of dope financiert zich achter de Democratische kandidatuur van Obama, omdat “Obama the Charisma has and the vision to radically reorient America in the World”. Het zegt niet alles, maar wel iets over de motieven van Soros om voor Obama en tegen Clinton te kiezen.
Geen Staatsman statuur.
Een jaar na het vertrek van Obama wordt stap voor stap duidelijk in hoeverre mensen als Alinsky zijn politieke inzichten en daden hebben beïnvloed. In het binnenland heeft hij door de inlichtingengemeenschap voor zijn karretje te spannen, Stasi achtige activiteiten doen uitvoeren op politieke en media criticasters en door zijn policor instelling heeft hij de Amerikaanse samenleving niet verbonden maar verdeeld. Het is ook onduidelijk waarom hij niet heeft ingegrepen toen in 2014 duidelijk was dat Russische hackers Amerikaanse democratische processen wilden beinvloeden en hij na een reeks van schietpartijen de wapenwet niet heeft aangepast. In het buitenland viel doorlopend zijn optimistische en positieve gevoelens voor moslims en islam op. Die instelling die hij in het begin in Cairo over de bühne bracht en tot uitdrukking kwam in een gesmoorde juichstemming over de effecten van de Arabische Lente, heeft geresulteerd in een snelle opmars van het islamitisch extremisme in het Midden Oosten, Noord Afrika en een aantal Centraal Aziatische Staten. Dat islam gejuich werd afgesloten met de sterk betwiste nucleaire overeenkomst met Iran en de wrevelachtige behandeling van Israel.
In de media wordt amper verwezen naar een uitspraak die Obama op 31 oktober 2008 deed, waarvan de strekking en toonzetting pas negen jaar later duidelijk is geworden nl. “we are five days away from fundamentally transforming the United States of America. Terugkijkend op de diepe scheuren in de Amerikaanse samenleving, het policor denken en doen dat tijdens zijn regeerperioden vaste voet in de westerse politieke wereld en media heeft gekregen, blijken dat geen holle woorden te zijn geweest. Achteraf blijkt ook dat zijn uitspraken altijd een verborgen politieke lading hadden en hebben. Accentueerde Obama niet dat words are not just words? Met die twee citaten in het achterhoofd, is het na 8 jaar duidelijk geworden wat Obama bedoelde te zeggen. Een waarschuwing voor de USA en de Westerse Wereld. Door een blinde adoratie in binnen en buitenland is het gros van media, politici en zelf verklaarde Amerika kenners ontzettend bij de beer genomen. De tekst die Monica Crowley verbonden aan het London Center fot Policy Research slaat wat de huidige politieke ontdekkingen betreffen, de spijker op de kop:
In all of the discussions about the political weaponization of the Department of Justice (DOJ) and the FBI, alleged corruption at the highest echelons of those agencies and serial abuse of the secret FISA process surrounding the 2016 election, one name has been conspicuously absent: Barack Obama……High-ranking officials and other major players in those agencies — which Obama oversaw — are increasingly embroiled in the growing scandal, John Kerry, Loretta Lynch, Susan Rice, James Comey. John Brennan, Andrew McCabe, Bruce Ohr, Sidney Blumenthal, Andrew Weissmann, Sally Yates, Peter Strzok en Lisa Page,…. Given the tight control Obama exercised over every part of his administration and agenda, the idea that any of these appointees and loyalists freelanced their activities without at least his tacit approval or that of his White House strains credulity.
Obama heeft Amerika en de westerse wereld opgescheept met een explosief uitbreidende islamisme en Jihadisme, een diepe breuk met de verworvenheden uit het verleden, een agressief bewegend policor denken en doen en westerse samenlevingen die geconfronteerd worden met polarisatie en vervaging van normen en waarden. Wie nu nog verklaart dat Obama de staatsman van de 21ste eeuw is, moet zich diep schamen.
——————————————————-
[1] In de afgelopen maanden zijn 34 stuks van die ruisaspecten ontdekt.
[2] Zijn naam staat op de FBI Security Index (een hard copy personeeldossier, dat werd gebruikt om Amerikanen en niet-Amerikanen op te sporen en in de gaten te houden, omdat hun denkbeelden en activiteiten schadelijk voor de nationale veiligheid bechouwd werden). Liddy een voormalige FBI functionaris verwoordde de reden voor het opnemen van personen op die lijst als volgt “Only very dangerous people were on the FBI security index, people who were on the side of an enemy and not on the side of the United States.
[3] Dr Kathryn Takara verbonden aan de Universiteit van Hawaï die een dissertatie over het leven van Davis schreef, bevestigde dat Davis een grote invloed op de jonge Obama had in de periode dat hij lessen op de Punahou prep school in de periode 1975-1979 volgde.
[4] Een persoon die zijn motivatie, motieven, organisatie of de mensen waarmee hij graag omgaat, verraadt.
[5] Davis is zijn communistische oriëntatie in Chicago begonnen, voordat hij naar Kentucky en Hawaï ging
[6] Beiden waren lid van de Weather Underground beweging, namen deel aan diverse bomaanslagen en andere geweldsdelicten en verheerlijkten de persoon en daden van de onlangs overleden Charles Manson. Dohrn had en heeft sterke banden met de Open Society Institute gesponsord door Soros. .
[7] Een soortgelijke instelling hebben Jihadisten en Wahhabisten overigens ook.