Er komt geen referendum over het afschaffen van het raadgevend referendum. Dat staat in een voorstel dat de buitenlandse minister Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66, o.a. Zweeds staatsburger) zeer binnenkort aan de ministerraad zal voorleggen.
Zoals het er nu uitziet wil het brekebenen-kabinet in de intrekkingswet een frase opnemen waarin wordt bepaald dat burgers zich hier niet over mogen uitspreken. In eerdere referenda (EU-grondwet, Oekraïne) namen de Nederlandse burgers massaal afstand van het Haagse beleid, maar dat mocht niet baten; In alle gevallen legde de ‘Volksvertegenwoordiging’ (!) het oordeel van de kiezers naast zich neer. Nederlanders, zo lijkt het, mogen zich niet bemoeien met wat wordt bekokstoofd in de achterkamertjes. Dat het met name een D66 bewindsvrouwe is die een dergelijke maatregel in voorbereiding heeft, tekent het verval van de partij die haar kroonjuwelen op afroep en in het zicht van mooie carrières probleemloos bij het grofvuil zet.
Wie ziet hem in gedachten niet meer lopen langs de Amsterdamse grachten in 1966? Een jongeman in een kekke regenjas die in een druilerige regenbui praatjes stond te verkopen? De praatjes gingen over het vernieuwen van de democratie met meer inspraak voor burgers, die mondiger waren en beter opgeleid dan vijftig jaar geleden. Het gezelschap werd onder de titel ´Democraten 66´ moeiteloos geïnhaleerd door de Haagse meritocrate elites. Als kers op de slagroom later een enkele ministerspost was voldoende om de club met een gesjeesd studentenleger achter zich, tot opname in het Haagse keurslijf te dwingen. Het resultaat is een lange geschiedenis van list en bedrog, naast verhalen van touwtjes uit brievenbussen en verbijstering dat dit niet meer kon na jarenlange politieke anti-democratie en luidruchtige doofheid voor des burgers’ stem.
Als het aan ‘de politiek’ ligt, mag de burger één keer per vier jaar een hokje roodkleuren. Die hokjes staan voor de namen die jarenlang voor 90% uit dezelfde personen bestaan en die op de lijsten terechtkomen zonder interventie door de kiezer. In de praktijk stelt een groepje van hooguit 50 soigneurs de lijsten samen. Vooraf wordt afgesproken dat zij allen bij het betreden van de Staten Generaal hun eerste leugen formuleren: “…zonder last en ruggespraak….”. Want dat een groot deel van de Kamers wordt gevuld met lieden die tegen 10 tot 20% van hun salaris een vooraf afgesproken politieke partijlijn mogen uitspreken, staat zonder meer vast. Bij goed gedrag volgt een mooie baan met vele nevenfuncties.
Onze democratie is weinig anders dan een politiek-correcte dictatuur van enkelen, die in sluwheid zelfs de voormalige DDR overtreffen: ‘Das Leben der Anderen’. Slechts de lidmaatschapskaart van enige partij is wat er nog toe doet. Komen we daar met democratische middelen nog wel van af?
Vanmiddag heeft deze arrogante D’66 trol letterlijk het volgende gezegd :
“Ik vind het niet goed om de suggestie te wekken dat mensen nog veel invloed hebben.”
Goethe sprak ooit de beroemde woorden : ” drol, wie heeft u gescheten…?”
(Eindelijk) wel eerlijk