Energieoorlog in Europa

Hypocriet, hypocrisie. Naast racist/racisme en fascist/fascisme, zijn dit de laatste jaren de favoriete termen van de politieke elite om een evangelist van een andere boodschap te isoleren of kort te sluiten. Vooral in Nederland wordt al snel naar deze termen gegrepen om handelingen en uitspraken van tegenstanders of politici en bedrijven van andere nationaliteiten als verwerpelijk te kwalificeren.

Het blijkt echter dat juist Nederlandse bedrijven die hun brood in de energievoorziening verdienen, in de dagelijkse realiteit iets anders doen dan ze met de mond bedrijven. En dat was zeker niet altijd in het voordeel van het Oost Europese ‘klantenbestand’.

Energievoorziening als politiek pressiemiddel

In de achterliggende jaren is helder geworden dat Moskou met het openen en dichtdraaien van de energiekraan en goochelen met energieprijzen, zijn energiecliënten ervan heeft overtuigd hun buitenlandbeleid in een voor Moskou gunstige richting bij te sturen. Tijdens de Koude Oorlog gebruikte Moskou de twee genoemde instrumenten om rebelse Sovjet lidstaten in het gareel te houden: dichtdraaien en prijsverhoging om opstandige regerings-leiders te temmen, en prijsverlaging om blinde loyaliteit te belonen. Ook na de val van de Muur en de implosie van de Sovjet Unie is Moskou doorgegaan met die twee methoden om m.n. Oost Europese buurstaten aan boord te houden. Men zou kunnen stellen dat het regelen van de energietoevoer en -prijs één van de voornaamste effectieve instrumenten in Poetins  hybride gereedschapskist zijn geworden.

Baltische staten streven naar energieonafhankelijkheid

Tot 2009 werd ruim 75% van de Baltische energiebehoefte gedekt door de productie van de verouderende kernenergiecentrale bij Ignalina, en hun bij tijd en wijle afvallige gedrag werd door Moskou ‘beloond’ door hen ruim 20% meer voor gaslevering te laten betalen dan de meeste West Europese landen. Het is volkomen begrijpelijk dat de Baltische staten naarstig naar alternatieven hebben gezocht om hun energieafhankelijkheid van Moskou te doorbreken.

Hun verzoek om lid te kunnen worden van de EU was de eerste stap die naar die gewenste onafhankelijkheid zou moeten leiden. Dat had wel een prijs. Het sluiten van de Ignalina kernreactor die ruim 75% van de Baltische energiebehoefte dekte, was één van de voorwaarden die de EU stelde. Maar de sluiting betekende dat moest worden gezocht naar alternatieven om de goedkopere energie uit Ignalina te vervangen en tevens de Baltische staten volledig onafhankelijk van Russische energie te maken. De goedkope kernenergie bleek alleen vervangen te kunnen worden door het duurdere gas en de Baltische staten besloten daarom niet ver van Ignalina een kerncentrale in de buurt van Visaginas te bouwen.

Dat laatste moest onder de druk van de publieke opinie worden opgeschort. Moskou had de Balten gebombardeerd met beelden van de Tsjernobyl-ramp en wakkerde de onrust onder de Balten aan met nepnieuws over de verschrikkingen die de doorsnee burger te wachten zou staan. De vraag, waarom er dan niet werd geprotesteerd tegen de ongemakken die de Ignalina kerninstallatie voor mens, dier en gewas zou opleveren, is gelet op de toenmalige politieke atmosfeer binnen de Sovjet Unie, eenvoudig te beantwoorden.

Voorlopig geen kerncentrale, maar wat dan wel? De bouw van een drijvende LNG-terminal in de omgeving van Klaipeda en de milieuvriendelijke ontmanteling van de sterk verouderde Ignalina reactors waren de volgende stappen naar energieonafhankelijkheid. De aanzienlijke ontmantelingkosten van ongeveer €820 miljoen en de hogere gasprijs werden met geld uit de beurs van de EU gecompenseerd; de drijvende LNG-terminal en aansluiting op het Europese Unie Gasnetwerk moesten de weg vrijmaken om de energiebanden met Moskou definitief door te kunnen knippen.

De terminal opende zijn poorten in 2014 en de eerste lading gas uit Noorwegen werd door een lease LNG- tanker Independence bij de terminal afgeleverd.

Naast gas uit Noorwegen sloten de Baltische staten een overeenkomst met het Amerikaanse bedrijf “Cheniere Marketing International” uit Louisiana om schaliegas aan Litouwen te leveren. Op 21 augustus 2017 arriveerde de eerste gaslevering in Klaipeda. Een tweede leverantie staat gepland voor het einde van dit jaar.

Omdat een aantal ingrijpende maatregelen genomen moesten worden in de bestaande toestand, bleek aansluiting op het Europese Unie Gasnetwerk een geheel andere ball game te zijn. Eén van die maatregelen was het leggen van een transitiepijpleiding van Litouwen naar Polen om te kunnen aansluiten op het bestaande gaspijpleidingstelsel in Polen. Een tweede maatregel is het leggen van een kabel door de Finse Bocht om Estland met Finland te verbinden. Een derde maatregel is de bouw van LNG-terminals in Gdansk (Polen) en Riga (Letland). Het plan om daadwerkelijk de energieband met Moskou te kunnen doorknippen was gereed en dat plan diende dus niet het belang van Rusland.

Steun uit Europa

Nordstream pijpleiding. Afb: wiki.

Door de leverantie van Noors en Amerikaans gas aan de Baltische staten, verliest Rusland een van zijn lucratieve afzetmogelijkheden. Dat betekent een fikse financiële aderlating en daar zit Moskou, gelet op de steeds leger rakende schatkist, niet op te wachten. Moskou is op zoek naar alternatieven en die moeten – gelet op de financiële status – snel gevonden worden om niet te worden geconfronteerd met opdrogende transito-pijpleidingen.

Putin & Schröder. Afb: wikimedia.

Het lag voor de hand dat Moskou onmiddellijk op de schouder van zijn grootste Duitse fan tikte – Gerhard Schröder – en hem heeft verzocht of opgedragen te onderzoeken of Shell binnen het raamwerk van het bestaande contract, Russisch aardgas kan en wil verkopen aan klanten die niet op de klantenlijst van Gazprom staan, zoals EU lidstaten die niet op het Russisch netwerk zijn aangesloten. Via die achterdeur heeft Moskou dan nog steeds de indirecte mogelijkheid om de ontwikkelingen op de energiemarkt te beïnvloeden.

Naast het waarborgen van een gevulde klantenlijst heeft Moskou besloten om naar alternatieven te zoeken, die de krimp in gasinkomsten kunnen compenseren. Eén van die opties is een verdubbeling van de Nordstream-pijpleiding die door de Oostzee van Vyborg in Rusland naar Greifsmark in Duitsland loopt.

In 2005 heeft Gazprom met twee Duitse bedrijven EON en BASF/Wintershall een verdrag gesloten om Nordstream aan te leggen. Het aantal aandeelhouders werd eerst in 2007 aangevuld met de Nederlandse Gasunie en in 2010 met het Franse GDF Suez. In het aanlegplan was de mogelijkheid ingebouwd om de pijpleiding door te trekken naar Nederland en UK. De eigenaar van de pijpleiding is een dochteronderneming van het Russische staatsbedrijf Gazprom; Nordstream AG, en Schröder werd door de Russen aangesteld als voorzitter van de Raad van Commissarissen.

Na de illegale annexatie van de Krim en de inval van door Moskou gesteunde militanten in het oosten van de Oekraïne, sloot Gazprom in 2015 een verdrag met EON, BASF, OMV, ENGIE en Shell om de capaciteit van de pijpleiding te verdubbelen. Een investering van rond de €10 miljard waarvan 51% op het conto van Gazprom zou komen. Nog geen jaar na het sluiten van het verdrag trokken de Europese partners zich terug na de verklaring van het Internationale Energie Agentschap dat Rusland die dominante positie als politiek middel zou kunnen gebruiken, en de constatering dat een uitbreiding, milieugevolgen kon hebben. Gazprom/Moskou wil het project toch doorzetten, maar kan het restant van de investering niet alleen ophoesten en zou daarvoor op de kapitaalmarkt moeten lenen. Door de Westerse sancties is lenen niet mogelijk en moet een andere oplossing gevonden worden. Hoewel de Europese partners zich terugtrokken, hebben ze hun investeringsopties toch opengehouden. Daarom kunnen ze nog steeds een sturende rol spelen bij het vinden van de financiële oplossing waar Gazprom koortsig naar op zoek is. ENGIE,[2] OMV, UNIPER,[3] Wintershall[4] en twee Nederlandse bedrijven – Koninklijke Shell en de Gasunie – blijken van plan te zijn om Moskou een handje te helpen, waarbij zij zich niet storen aan de sancties die sinds 2014 aan Rusland zijn opgelegd en die in 2017 zijn verscherpt.

Als de financiering van het capaciteits-groeiproject rondkomt, dan kan het voor Rusland en Duitsland door het verdwijnen van de transitokosten door Polen en de Oekraïne[5] een uiterst winstgevende onderneming worden. Bovendien vervalt de mogelijkheid om Russisch gas te blokkeren of bij gas- conflicten af te tappen. Omgekeerd kan Moskou nog steeds spelen met de verdeelschakelaar.

Naast de verdubbeling van de Nordstream-capaciteit heeft Moskou nog twee andere ijzers in het vuur. Moskou hoopt dat na de Duitse verkiezingen de ondernemingsvriendelijke FDP zowel in het parlement als in de regering een rol kan spelen bij het ombuigen van het Duitse beleid in een voor Moskou gunstige richting, waardoor het project alsnog doorgang kan vinden. De aanleg van een LNG-terminal bij Ust Luga, zuid van Sint Petersburg, is dat andere ijzer. LNG-schepen, door Shell gecontracteerd, kunnen van daaruit Russisch gas naar de klanten in Europa brengen.[6]

Polen en Oekraïne

De problematiek rond de uitbreiding van de Nordstream-pijpleiding en het vooruitzicht dat heel wat transitogeld aan hun neus voorbij zal gaan, hebben Polen en de Oekraïne in het geweer doen komen. Beide landen zijn de afgelopen jaren bezig geweest om een pijpleiding van Odessa naar Polen door te trekken en op dit moment moet alleen het laatste stuk van Brody in het noordwesten van de Oekraïne naar Polen aangelegd worden. Zodra de pijpleiding operationeel wordt verklaard, zal er gas door Kazachstan geleverd worden.

Onbegrijpelijke opstelling

 Vier buurlanden – Finland, Slowakije, Bulgarije en Hongarije[7] – zijn voor een deel van hun energievoorziening, net als de Baltische staten in het verleden, afhankelijk van de productie van kerncentrales die in de Sovjetperiode door Rusland zijn gebouwd. Die centrales krijgen hun nucleaire brandstof ook uit Rusland. De betrokken landen hebben in de Koude Oorlog, zoals gebruikelijk binnen de Sovjet Unie, langdurige contracten afgesloten en die contracten hangen nu als een molensteen om hun nek.[8]

Verhoging van de brandstofprijs betekent voor de betrokken landen doorberekening naar de belastingbetaler en in het verlengde kan daardoor de publieke opinie gemanipuleerd worden. Door het afwijkende standpunt dat de betrokken landen hebben ingenomen m.b.t. de Westerse sancties, is bevestigd dat dit instrument uitermate effectief kan zijn. Alsof hun afhankelijkheid van Rusland nog niet groot genoeg is, heeft Hongarije – in tegenstelling tot de Baltische staten – een contract gesloten met het Russische staatsbedrijf Rosatom,[9] en zal Rusland ook in Finland een nieuwe kerncentrale bouwen. Het kan niemand verbazen als een aantal teksten is gewijd aan het aan het vrijwillig committeren aan het Russische energie-beleid

Hollandse Handelsgeest?

Shell en Gasunie zijn niet de enige Nederlandse firma´s die de sancties tegen Rusland naast zich neerleggen. Zij blijken bij nader onderzoek niet méér te zijn dan het topje van de ijsberg. Twee Nederlandse bedrijven – Dematec Equipment (producent van hydraulische hamers voor het slaan van pijlers van een brug) en Bijlard Hydroliek (levert onderdelen voor hydraulische hamers) – hebben met Moskou een contract gesloten om een brug over de Straat van Kertsj (die de Zee van Azov verbindt met de Zwarte Zee) te bouwen waardoor Rusland verbonden wordt met de Krim. De sancties waren toen al van kracht

toen het contract werd gesloten en de levering van materieel werd gestart. Siemens was en is betrokken bij de bouw en plaatsing van generatoren om de energievoorziening in de Krim, na de afkoppeling van het Oekraïense energiestelsel, te waarborgen. De leveranties van de generatoren aan Rusland zijn voor het bedrijf blijkbaar zo belangrijk, dat Siemens alle leveranties van elektronisch materieel aan Oekraïne heeft gestopt om te voorkomen dat het Krim-contract door Moskou wordt opgezegd en Siemens naar zijn geld kan fluiten.

Vermoedelijk voor de bühne heeft de woordvoerder van het Ministerie voor Handel en Ontwikkelingssamenwerking de handelwijze van de genoemde Nederlandse bedrijven scherp veroordeeld. Het is echter duidelijk dat e.e.a. achter de schermen werd bekokstoofd.

Hypocriet.

Nederland “gidsland” en het “land van het bestraffende vingertje”, staat vaak op de eerste rij om schendingen van Europese afspraken te veroordelen. Het zou voor de doorsnee Nederlander onverteerbaar moeten zijn dat ditzelfde gidsland de ruimte schept voor Nederlandse bedrijven om uit winstbejag via de achterdeur toch zaken te doen met Rusland.

Daardoor leveren overheid en betrokken bedrijven een directe bijdrage aan de schending van internationale verdragen/sancties en staan in de energiestrijd die in Europa gaande is, merkwaardig genoeg aan de verkeerde kant van de lijn. Wanneer die opstelling scherp onder de woorden moet worden gebracht, dan past daarvoor maar één term: HYPOCRIET!!

—————————————————-

[1] Tot 2006 Noord-Europese Gasleiding (NEGP) en ook wel Oostzee-gasleiding of Baltische pijpleiding genoemd, is een tweevoudige gasleiding (een deel over land en een deel door de Oostzee) voor het transport van Russisch aardgas uit het noorden van West Siberië door de Oostzee naar Duitsland. De aanleg werd gestart op 9 december 2005 en het gas in de eerste leiding begon te stromen op 8 november 2011. 75% van de totale Russische gasproductie gaat naar Europa en die dekt 40% van de totale Europese aardgasbehoefte. Vanuit Greifsmark lopen twee pijpleidingen om de Nordstream te verbinden met het Europese gasleidingnet. Het totale investeringsbudget bedroeg € 7,3 miljard en met de gastoevoer kunnen 26 miljoen huishoudens van energie voorzien worden. De verwachte levensduur bedraagt 50 jaar.

[2] ENGIE: Franse gas- en oliegigant.

[3] UNIPER: Duitse energieleverancier.

[4] Duitslands grootste olie- en gasproducent.

[5] Polen verwacht ruim € 1 miljard aan transitkosten te verliezen.

[6] Shell heeft verdere stappen gezet om zijn tankervloot voor LNG te vergroten en heeft onlangs de “Cardissa” aangeschaft met als argument dat het gebruik van LNG voor tankers schoner is dan stookolie of diesel. In werkelijkheid past de aanschaf in Shells plan om gemakkelijker Russisch gas te kunnen verkopen.

[7] De Atlantic Council  liet een verklaring uitgaan, die stelde:….. as illustrated in Hungary, Finland, and Slovakia, Rosatom’s presence in these countries has either already secured more favorable positions vis-à-vis Russia or is creating more advantageous environments in which to do so…. Daarmee aangevend dat het Russische staatsbedrijf Rosatom een speler is in de Russische buitenlandse politiek.

[8] Hongarije heeft onlangs laten weten dat het elk initiatief om Oekraïne lid te laten worden van de EU, zal blokkeren. Woedend omdat Oekraïne zich heeft uitgesproken voor een beslissing om het Oekraïens vanaf de vijfde klas van het voortgezet onderwijs, voor het gehele land verplicht te maken. Een voorwendsel dat prima in de buitenlandpolitiek van Rusland past om Oekraïne zo veel mogelijk te isoleren.

[9] Aan het contract ging een schimmige deal vooraf. Er was geen aanbesteding: de financiering van 12 miljard verliep via een Russische staatsbank. Het is duidelijk dat Hongarije zich zo voor lange tijd bindt aan de Russische energiepolitiek.

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties