Oud-minister Voorhoeve: leger onverantwoord uitgehold

Het is onverantwoord dat het Nederlandse leger pas over vier jaar weer helemaal inzetbaar is. Dat vindt de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), die zijn zorgen uitspreekt over de belabberde staat waarin de krijgsmacht verkeert. Dit melden onder meer De Telegraaf en de NOS.

Karremans & Voorhoeve. Afb: wikimedia-commons.

Als het nieuwe kabinet niet meer geld voor het leger uittrekt, duurt het tot ten minste 2021 voor de zogenoemde basisgereedheid weer op orde is, aldus de AIV. De AIV, die de regering van onafhankelijk advies dient, noemt dat zeer ernstig. AIV-lid en oud-minister van Defensie prof. dr. ir. Joris Voorhoeve wijst erop dat er gevaren dreigen vanuit Rusland, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Hieraan is op onze site al meermalen aandacht besteed, onder andere door te wijzen op de inhoud van de recente rapporten van de denktanks van het Haagse Centrum voor Strategische Studies en instituut Clingendael. De AIV raadt de regering met klem aan zich aan de afspraken te houden die de NAVO-landen hebben gemaakt over het defensiebudget; spoed hierbij is geboden, nu de Amerikaanse president Trump al kort na zijn aantreden heeft benadrukt dat de V.S. niet blíjven opdraaien voor het leeuwendeel van het NAVO-budget. Het volgende kabinet moet toewerken naar het gemiddelde van de defensieuitgaven in Europa, vindt de raad. Vier jaar later moet de NAVO-norm van 2 procent van het bbp worden gehaald. Zelfs dat is nog geen garantie om vóór die tijd de  basisgereedheid op orde te hebben, sterker nog: dat lijkt een wat al te rooskleurig beeld te zijn.

Saillant detail in dit verhaal is, dat Voorhoeve zelf uitbundig aan de voortgaande afbraak van de krijgsmacht heeft bijgedragen met zijn Novemberbrief van 1994 tijdens zijn ministerschap gedurende het eerste  kabinet-Kok, ‘Paars-I’. Zonder de bijna twee jaar oude prioriteiten van zijn voorganger Relus ter Beek (PvdA)  – die na de Val van de Muur en de implosie van de Sovjetunie een aanvang nam met de grote afbraak in zijn Defensienota 1991 en de Prioriteitennota van 1993 – op te geven, schoof hij hierin toch zoveel ‘nieuws’ naar achteren dat de in het toenmalige regeerakkoord voorgenomen verdere bezuinigingen binnen bereik zouden blijven. Het bestaande dat zijn ‘waarde’ had bewezen, kreeg bovendien voorrang. Het is overigens niet helemaal eerlijk om die bezuinigingen volledig op het conto van de oud-minister bij te schrijven; per slot van rekening werden die hem opgelegd door het toenmalige kabinet. Op de invulling van die opgelegde bezuinigingen valt natuurlijk wèl het nodige af te dingen, met name op de uiteindelijke effecten ervan.

Voorhoeve wilde de hem opgelegde bezuinigingen zoeken in grotere doelmatigheid. De trap zou ‘van bovenaf schoon geveegd’ worden en de organisatie zou worden doorgelicht op overtollige en slechts door de overlevering gerechtvaardigde bezigheden en personeelsbezetting. Daarnaast moest verregaande internationale samenwerking en de internationale afstemming van nieuwe aanschaffingen soelaas bieden. Die wensen werden niet voor de eerste keer geuit. De strijdkrachten hadden door de jaren heen een zekere taaiheid aan de dag gelegd bij de afweer van pogingen tot besnoeiing en stroomlijning – achteraf gezien klaarblijkelijk méér dan terecht – en juist daarom werd de beloofde vasthoudendheid aan de bezuinigings- en doelmatigheidsoperaties noodzakelijk en gerechtvaardigd geacht. Daarnaast wilde de bewindsman invulling geven aan de opgelegde bezuinigingen door het uitstellen van investeringen en van ‘structurele maatregelen’. Die uitgestelde investeringen betroffen destijds de bewapende helikopters voor de luchtmobiele brigade en de vervanging van de luchtverdedigings- en commandofregatten van de Koninklijke Marine.

Ik heb in mijn artikel ‘Het prijskaartje van vrijheid en veiligheid’ uitgebreid aandacht besteed aan de uitholling van de krijgsmacht. Het is goed, te kunnen constateren dat intelligente en eminente wetenschappers als Joris Voorhoeve nog steeds beschikken over voortschrijdend inzicht; het valt te betreuren dat dat rijkelijk laat is en dat hij de consequenties van de toenmalige inzichten en maatregelen niet heeft kunnen beoordelen. Je kunt een mooi glad vel papier verfrommelen en in de hoek gooien; hoe hard je daarna ook probeert het glad te strijken, de kreukels zullen altijd zichtbaar blijven.

 

Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties