Het westerse democratische model is in verval. Normen en waarden vervagen. Gezinnen, scholen, leefomgeving en overheden schieten tekort in het meegeven of afdwingen van regels waardoor integriteit en respect van jongsaf aan in het menselijke systeem worden geslepen.
Geen sociale controle, geen innerlijke discipline, voortdurend laveren binnen het grijze gebied, herhaaldelijk de grenzen opzoeken van het speelveld en als het persoonlijk niet uitkomt, voortdurend oprekken van de regels. In goed Nederlands alles moet kunnen. Door het void verklaren van de strekking van wetten, afgelegde eed of belofte, ongeschreven en geschreven gedragsregels, wordt er gemorreld aan de poten van de fundering waarop onze democratieën rusten.
De USA laat zien wat er gebeurt als een president een eeuwenlang naar tevredenheid functionerende samenleving wil vervangen door een op een verzorgingsstaat georiënteerd model en blind blijft voor de effecten van die verandering. Diepe verdeeldheid binnen autochtone bevolkingsgroepen, groeiende ongelijkheid door overheidsingrijpen en overheidssteun (entitlements), groeiende federale overheid, sanctuary steden, omhoog schietende misdaadcijfers in grote steden, uitstroom van arbeid naar goedkopere landen en een voortdurende stroom van illegale migranten. Het wegnemen van een helder kader waarbinnen uniforme spelregels houding en gedrag van individuen en groepen richting wordt gegeven, resulteert in subversie, opstand, rebellie en een politieke partij ondersteund door media en actiegroepen, die zich niet wenst neer te leggen bij het verlies en probeert op allerlei manieren toch zijn gelijk te halen. Het zijn de randvoorwaarden voor totale chaos.
Wanneer alle gebeurtenissen chronologisch op een rij gezet worden, ontstaat een beeld van een coup die geleid wordt door een penetrerende inlichtingensamenleving en een manipulerend media-apparaat. Dat duo blijkt in staat te zijn liberale politici en actiegroepen gezagsondermijnende en rebellerende activiteiten op te dringen. Uitspraken en activiteiten van twee directeuren van de CIA spelen een sleutelrol in pogingen om de geloofwaardigheid van een democratisch gekozen president te ondergraven en stellen daardoor de beginselen van een democratie ter discussie. John Brennan en zijn voorganger Michael Hayden hebben in het afgelopen jaar doorlopend geprobeerd hun eigen agenda op te dringen aan de nieuwe POTUS. Iets wat de CIA blijkbaar goed gelukt is in de jaren dat Obama het roer van het Amerikaanse vlaggenschip in handen had en de nationale kompasrichting schoot.
Hayden geeft in februari 2016 het startschot voor een grootschalig en intensieve lastercampagne tegen toen nog presidentskandidaat Trump. Hij zegt erg bezorgd te zijn dat de ongewenste ideeën van de presidentskandidaat het vertrekpunt zullen vormen voor het beleid van de president Trump. Een mediabericht citeert Hayden “het is absoluut niet ondenkbaar dat Amerikaanse strijdkrachten gaan weigeren opdrachten van een president Trump uit te voeren”. Een maand later is hij nog scherper als hij Trump een grotere bedreiging voor de nationale veiligheid acht dan Clinton. Hoewel Hayden blijkbaar beide kandidaten niet de gewenste kwaliteiten toedicht, is voor een goed verstaander duidelijk dat de CIA voorkeur uitgaat naar Clinton. Vermoedelijk verwachtte de top van de CIA dat een voortzetting van het Obama beleid dan verzekerd zou zijn en de CIA sturend blijft op het gebied van het buitenlands beleid. Amerika krijgt voor de eerste keer een stemadvies uit de boezem van de overheid.
John Brennan laat zich in april 2016 voor het eerst horen. Tijdens een interview voor NBC News Sunday beklemtoont hij extreme ondervragingsmethoden als waterboarding niet toe te staan. Voor een Senaatscommissie beweert hij een paar maanden later stellig dat hij een opdracht van de POTUS naast zich neer zal leggen en zelfs zal overwegen op te stappen.
In september 2016 komt de inlichtingengemeenschap met de eerste zware aanval op Trumps geloofwaardigheid. De US inlichtingensamenleving ondersteund door wetshandhavers starten een onderzoek naar een veronderstelde geheime Russische operatie om bij de Amerikaanse kiezer onrust te zaaien en tweespalt te veroorzaken. In een mediabericht van 14 januari 2017, amper een week voor de inauguratie, blijkt dat de CIA in 2016 een task force (TF)[1] ingesteld heeft om eventuele Russische geldstromen naar de Trump-campagne boven tafel te krijgen. Volgens de BBC werd die beslissing genomen na ontvangst van een tape waarop blijkbaar gesproken werd over een Russisch geldstroom naar de Trump-campagne. De tape kwam uit een van de Baltische staten. Mocht de TF toch niets vinden dan was onder het motto “waar rook is, is vuur” het doel om Trump te besmeuren toch gelukt en zou Clinton genoeg munitie in handen hebben om het verloop van de verkiezingen naar haar hand te zetten. De grote geldbedragen die voor en tijdens haar periode als minister van Buitenlandse Zaken naar de Clinton Foundation stroomden, maakten geen deel uit van het onderzoek. De tweede bevestiging dat de top van de CIA in Clinton de gewenste presidentskandidaat zag.
Kort voor de verkiezingsdag komen Homeland Security en Director of National Intelligence (DNI) op 7 oktober 2016 met een gezamenlijke verklaring dat de virtuele inbreuken uit de koker van het Kremlin komen. De tekst van de verklaring luidt
“This brief statement on behalf of U.S. intelligence agencies linked the Russian government to hacking….the U.S. Intelligence Community (USIC) is confident that the Russian Government directed the recent compromises of e-mails from US persons and institutions, including from US political organizations….. that only Russia’s senior-most officials could have authorized these activities…” en op 9 december 2016 wordt die observatie verscherpt doordat de CIA meldt dat the CIA has concluded in a secret assessment that Russia intervened in the 2016 election to help Donald Trump win the presidency…….
Het staat er duidelijk. Rusland wil Trump helpen de verkiezingen te winnen. Het is en blijft onduidelijk waarop de inlichtingengemeenschap die vaststelling heeft gebaseerd.
Enkele dagen voor de inauguratie waarschuwt Brennan de president–elect twee keer. Trump mag de sancties tegen Rusland niet verzachten en de nucleaire overeenkomst met Iran niet kaltstellen. Dat laatste zal volgens Brennan catastrofaal uitpakken. Daar blijft het niet bij. Het Golden Showers rapport wordt gelekt. Het rapport is vermoedelijk in de periode juli-december 2016 opgesteld door Christopher Steele, een voormalige functionaris van MI6. In het rapport wordt Trump ervan beschuldigd having been compromised by Russian agents and therefore subject to blackmail. Het rapport circuleert al weken binnen de inlichtingengemeenschap en bij de media, maar pas kort voor de inauguratie lekt de CIA de inhoud naar de publieke arena. Opnieuw een poging de nieuwe president in een lastig parket te manoeuvreren. Het zijn deze stoten onder de gordel die Trump verleiden tot de uitspraak dat de inlichtingengemeenschap zich bedient van methodes en methodieken die veel gelijkenissen vertonen met de methodes die nazi-Duitsland toepaste.
Het lekken van informatie, inhoud van telefoongesprekken, onderzoeken naar een mogelijk verband tussen Trump en Moskou en het onthouden van essentiële informatie zijn voldoende aanwijzingen dat een coup tegen Trump gaande is. Coupplegers, die zich bedienen van hybride instrumenten om hem in diskrediet te brengen en het Witte Huis uit te jagen. Die inspanningen vertonen grote gelijkenis met de hybride oorlogvoering van en door het Kremlin om te proberen het door Obama gevoerde ineffectieve anti-Ruslandbeleid voort te kunnen zetten. Dat anti-Ruslandsentiment is de band die de betrokken coupplegers met elkaar verbindt.
——————————————————————-
[1] De TF is samengesteld uit functionarissen van de CIA; FBI; Financiën, Justitie, DNI en NSA