De 176 Europarlementariërs met een extra baantje kunnen opgelucht ademhalen. De voorstellen om bijbanen van EU parlementariërs te beperken hebben het niet gehaald. Ook de fractieleider van ALDE, de Belg Guy Verhofstadt, kan zijn bijbanen bij de beleggingsondernemingen APG en Sofina houden. Volgens EU Integrety Watch verdient Verhofstadt naast zijn baan als parlementariër, tenminste 144.000 euro aan zijn nevenactiviteiten. Investeringsmaatschappij Sofina kwam eerder in het nieuws omdat zij in Oekraïne wilden investeren in ‘fracking’, een nieuwe methode om olie te winnen.
Veel landen die deze nevenactiviteiten als potentiële belangenverstrengeling zien en daartegen in eigen land wetgeving hebben, hebben druk uitgeoefend om die nevenactiviteiten te verbieden door middel van een herzieningsvoorstel. Volgens Daniël Freund van Transparency International staan de Europarlementariërs wel in de rij om de draaideurfuncties van voormalig Eurocommissarissen te bekritiseren, maar nu het om henzelf gaat blijft het muisstil. “De parlementariërs zijn eigenlijk gewoon aan het lobbyen terwijl ze zelfs nog in functie zijn”. Advocaten van het Europees Parlement zijn er in geslaagd de voorstellen tegen te houden teneinde het aantal bijbaantjes te beperken van Europarlementariërs. Die beperkingen zouden teveel tegen de grondrechten van de parlementsleden ingaan aldus de website Politico. Ook meldt de website dat Verhofstadt zeker niet de enige is met een bijbaan in grote bedrijven: maar liefst 176 Europarlementariërs ontvangen inkomsten uit ‘externe activiteiten’. Tweeëndertig van hen, vooral afkomstig uit de liberaal-conservatieve ALDE-groep, omschrijven die activiteiten als ‘advocaat’, ‘adviseur’ of als ‘freelancer’.
Dit zijn natuurlijk geen kwesties die met een kop koffie kunnen worden afgedaan. Met name de activiteiten van Verhofstadt en Van Baalen in 2014, op het Maidanplein in Kiev (Oekraïne) springen daarbij in het oog gelet op de nevenfunctie bij Sofina van Verhofstadt en de nevenfunctie van Van Baalen in 2014 bij de Raad van Commissarissen van Mercedes Nederland. Beide bedrijven hebben namelijk belang bij olie. Overigens hebben die toespraken van die beiden geo-politiek gezien meer kwaad dan goed gedaan. Dat heeft president Petro Porosjenko tegen Rob de Wijk, directeur van The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), gezegd volgens de website The Post Online op 17 november 2015. In een interview met ThePostOnline vertelde De Wijk over de Oekraïne-crisis die leidde tot de aansluiting van de Krim bij Rusland:
“We hebben nooit gedacht aan de risico’s die we ermee lopen, maar je kon voorspellen dat Poetin dit zou doen. Vooral die demonstratie is een hele grote fout geweest, met mega-implicaties. Dat heeft Porosjenko, de huidige president van Oekraïne, zelf tegen me gezegd.”
Het is zeker niet gezegd dat beide politici naar Kiev afreisden om daar doelbewust vooral de belangen van hun nevenactiviteiten te dienen, maar de schijn van belangenverstrengeling ligt hier duidelijk op tafel en dat kan natuurlijk niet.
.
TTIP en CETA
Het gehaspel rond de handelsverdragen TTIP- en CETA met respectievelijk de USA en Canada, staat eveneens in dit bijzondere daglicht. Het zijn uitsluitend grote bedrijven die belang hebben bij de mogelijkheid om onwelgevallige wetgeving in heimelijke rechtszaken voor een geheime rechtbank te beslechten. Dat notabene ‘volksvertegenwoordigers’ de vurigste pleitbezorgers bleken voor de beide verdragen evenals het ter discussie staande verdrag met Oekraïne, is geen best teken voor de staat van onze democratie nu Nederland daar zo massaal tegen heeft gestemd bij het laatste referendum. Gevoegd bij de huidige wetenschap dat maar liefst 176 Europarlementariërs nevenfuncties vervullen bij belanghebbenden, kunnen wij niet langer ‘blij’ zijn met door Brussel opgelegde wetgeving en regels.
Het wordt daarom tijd dat ons eigen Nederlandse parlement de macht weer in eigen hand neemt omdat het Brusselse circus steeds verder ontspoort als democratisch instituut. Een ’sprong vooruit’ zoal vele EU-adepten willen (waaronder Verhofstadt) is daarbij natuurlijk al helemaal niet aan de orde. Nederland moet nadrukkelijk overwegen om het Britse voorbeeld te volgen. Wij durven de uitslag van een bindend referendum met verplichte opkomst al wel te voorspellen: 63% van de Nederlanders is tegen de EU in deze vorm en opzet.