De situatie rond Schiphol, waar nu al dagenlang enorme hinder wordt ondervonden in het verkeer vanwege controles, maken duidelijk dat nu ook in Nederland de ‘islamkoorts’ heeft toegeslagen bij de autoriteiten. Het is opmerkelijk dat het politieke discours zich vooralsnog in stilte hult. Natuurlijk: een goed bestuurder past het om geen olie op het vuur te gooien, maar wonderlijk is de politieke stilte wel, zelfs ondanks de vakantieperiode.
Wanneer de politiek zich niet duidelijk uitspreekt, dan blijft er voor een volk dat zijn manier van leven bedreigd ziet weinig anders over dan zelf de in zijn ogen noodzakelijke maatregelen te nemen. Vooralsnog laten politici van de meeste partijen het bij de opmerking dat het voor politieke criticasters van islamitische dreigingen zoals nu rond Schiphol, ook meteen de enige argumentatie is wat hun electorale succes verklaart. “Zij baseren zich vooral op de [onnodige] verspreiding van angst” is het adagium en men gaat over tot de vermeende orde van de dag. Dat is nu al zo’n 35 jaar telkens hetzelfde.
Janmaat
Hans Janmaat was de eerste politicus die zich met hand en tand tegen de massa-immigratie verzette. Jan van de Beek stelt in zijn proefschrift ‘Kennis, macht en moraal: de productie van wetenschappelijke kennis over de economische effecten van migratie naar Nederland, 1960-2005 (Amsterdam 2010) dat partijen als de CP en de CD een grote hypotheek legden op elke economische analyse van de voor- en nadelen van immigratie (blz 183). “[De aanwezigheid van het extreemnationalisme] bracht de intellectuele elite tot de overtuiging dat Janmaat geen ammunitie verschaft mocht worden, bijvoorbeeld in de vorm van gegevens of kennis die zijn probleemdefinitie zouden ondersteunen.” (blz 272) Nu Janmaat als ‘extreem-rechts’ werd beschouwd, werd kennelijk prompt de academische productie omgebogen tot ‘links-politiek-correct’. Een soort van academische zelfcensuur dus… De Groenlinkse politicoloog Meindert Fennema werd ooit uitgenodigd voor een lunch met Janmaat, maar:
“Maar ik dacht: ‘Wat als ik nu zometeen in het restaurant van de Tweede Kamer bij het echtpaar Janmaat aan tafel zit? Dan kan ik mijn wetenschappelijke carrière wel op mijn buik schrijven.’ Dus toen heb ik snel een smoes verzonnen dat ik geen tijd had. Tja, eigenlijk enorm laf. …”
(art. Volkskrant van 19-03-2007)
Janmaat kreeg 300 processen te verduren en werd enkele malen veroordeeld voor zaken waarover iedereen de schouders ophaalde, behalve de linkse elitaire bovenlaag.
Pim Fortuyn
Op 20 augustus 2001 maakte de wetenschapper Pim Fortuyn bekend dat hij de politiek in wilde. Fortuyn stelde evenals Janmaat voor hem, dat hij links noch rechts was, vroeg om meer openheid in de politiek en drukte zijn misnoegen uit over het zogeheten subsidiesocialisme. Hij stelde minder overheidsinmenging voor in het onderwijs en de (gezondheids)zorg en was ook een warm voorstander van een hardere aanpak door de politie. Hij bekritiseerde de media als een ‘Siamese tweeling met de politiek’. Een aantal, voornamelijk linkse leden van Leefbaar Nederland, waarvan hij sinds 25 november 2001 lijsttrekker was, zegden vervolgens hun lidmaatschap op uit protest tegen zijn benoeming. “Ik ben ook voor afschaffen van dat rare Grondwetsartikel: gij zult niet discrimineren. Prachtig. Maar als dat betekent dat mensen geen discriminerende opmerkingen meer mogen maken, en die maak je in dit land nogal snel, dan zeg ik: dit is niet goed. Laat mensen die opmerkingen maar maken.” Door veel journalisten werden deze woorden opgevat als een pleidooi voor het schrappen van artikel 1. Verder noemde hij de islam “een achterlijke cultuur” en vond hij dat Nederland een vol land was. Toen de interviewers Frank Poorthuis en Hans Wansink hem voorhielden dat hij dat laatste niet mocht zeggen van zijn partij, repliceerde hij met “Nou, daar moest ik me maar eens niet zoveel meer van aantrekken.” Hij werd hierop uit Leefbaar Nederland gezet en begon een eigen partij: de Lijst Pim Fortuyn. Wel bleef hij lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam en behaalde daarmee in 2002 een enorme overwinning met 35% van de stemmen. Linksradicale Nederlanders zagen de bui hangen en begonnen Fortuyn op eenzelfde manier te belagen als Hans Janmaat destijds, maar bereikten het tegendeel: de populariteit van Fortuyn steeg zienderogen. Toen zijn partij in de peilingen tot duizelingwekkende hoogten steeg en een Kamermeerderheid niet langer ondenkbaar was werd hij op 6 mei 2002, negen dagen voor de verkiezingen, door de linkse dierenactivist Volkert van der Graaf in Hilversum vermoord.
Geert Wilders
Evenals Janmaat en Fortuyn, maakt Wilders gehakt van de door links gedomineerde en doorgedraaide immigratie-industrie. Daarbij richt hij zijn pijlen vooral op de achterlijke cultuur van de meeste immigranten uit niet-westerse landen, in het bijzonder Turkije, het Arabisch schiereiland en Noord-Afrika. Sinds de islamitische moord op filmmaker Theo van Gogh in 2004, wordt Wilders daarom zwaarbewaakt. Dit weerhield hem er niet van om in 2006 te verklaren dat hij, evenals Fortuyn voor hem, artikel 1 van de Grondwet (het non-discriminatiebeginsel) wilde afschaffen, de grenzen te willen sluiten voor zeker vijf jaar voor niet-westerse immigranten en een verbod op nieuwe islamitische scholen en moskeeën voor eveneens vijf jaar. Verder wilde hij een preekverbod voor buitenlandse imams en een verbod op het preken in een andere dan de Nederlandse taal. Begin 2007 haalde Wilders opnieuw de krantenkoppen, nadat hij had geopperd dat moslims de helft uit de Koran moesten scheuren als ze in Nederland wilden blijven. Er stonden immers “genoeg verschrikkelijke dingen” in de Koran, aldus Wilders.
Wilders noemde de Koran in 2007 een fascistisch boek en “het islamitische Mein Kampf”. Volgens Wilders zou de Koran zonder meer verboden moeten worden omdat het boek oproept tot geweld tegen joden en niet-moslims. Verder sprak hij van “de islamitische invasie”, wilde hij “geen moslimimmigrant er meer bij” en zou de politiek “meewerken aan de transformatie van Nederland in Nederabië als provincie van de islamitische superstaat Eurabia”. Ook Wilders werd en wordt, evenals Janmaat en Fortuyn voor hem, voortdurend opgeschrikt door aangekondigde rechtszaken. In 2010 werd Wilders vrijgesproken van aanklachten wegens discriminatie. Tijdens de rechtszaak bleek dat mr. Tom Schalken, een van de rechters van het Amsterdamse Gerechtshof die de vervolging van Wilders had bevolen, had geprobeerd om getuige-deskundige prof. dr. Hans Jansen te beïnvloeden tijdens een etentje bij de journalist Bertus Hendriks (ex Palestina Komitee). Momenteel is een rechtszaak in voorbereiding waarvoor de politie ‘inloopavonden’ organiseerde en voorgedrukte aangifteformulieren klaar had liggen. Het gaat daarbij om de ‘minder, minder, minder’ uitspraak, waarbij Wilders zijn aanhang voorstelde om de stad Den Haag procentueel meer autochtone inwoners te gunnen. Veel van de aangevers onder de migranten bleken bij nader onderzoek niet te kunnen lezen, laat staan dat zij begrepen waarom zij aangifte deden.
Islamitische ideologie
Aan de drie bovenstaande voorbeelden is te zien dat het de tegenstanders van degenen die zich tegen massa-immigratie verzetten, niet uitsluitend is begonnen om de bescherming van de rechtsstaat. Zou dat het geval zijn, dan zouden zij met dezelfde nadruk hebben gekeken naar de mate waarin de premoderne immigranten zich met onze cultuur verhouden en hoe hun religie zich verhoudt met bepalingen in ons recht. In het bijzonder omdat de islamitische religie een eigen wettisch systeem hanteert, de zogenaamde ‘sharia’. Naast de enorme en regulerende invloed op het sociale leven van moslims (kleding, gedragingen, huwelijk e.d.) is de sharia completerend om de islam niet als een religie te beschouwen, maar veel eerder als een ideologie. Onderzoek in dit veld ligt, objectief beschouwd, veel meer voor de hand dan onderzoek naar politici die nu juist zijn verkozen om zonder last of ruggespraak, kritisch naar onze maatschappij te kijken en daarop wetsmaatregelen voor te stellen.
Daar was in het bijzonder al reden voor toen op 22 november 2005 de islamitische prediker Salam weigerde om toenmalig minister Verdonk een hand te geven. Hij verklaarde dat zijn religie hem dat verbood. In het blad ‘Medisch Contact’ van 20 juli 2007, pag. 1243/1269 verscheen een artikel waarin duidelijk werd dat mannelijke medisch specialisten voortdurend bedreigd worden door islamitische echtgenoten van islamitische vrouwen, die voor de behandeling van hun echtgenotes een vrouwelijke arts eisten. Dit zijn slechts twee voorbeelden van het discriminerende karakter van de islam (er zijn slechts 14 Kamervragen gesteld over de inbreuk van de islam op nota bene artikel 1 van onze Grondwet). De autochtone burger ondertussen ondervindt dit dagelijks in de grote steden. Homo’s en Joden kunnen niet zonder problemen (bespuugd, geslagen, ramen ingegooid) over straat en jongedames die in dit land al sinds de 60-er jaren een korte rok dragen, worden door islamieten ook al in toenemende mate seksueel belaagd of uitgescholden voor ‘hoer’. Voor die klagende burgers ligt geen voorgedrukte aangifte klaar. Integendeel: zij worden vaak heengezonden met de boodschap dat er geen tijd (en ook geen aandacht) voor hen is.
De angst van de burger is niet hoofdzakelijk de angst voor een islamitische aanslag. Als de autochtone burgers namelijk daadwerkelijk in beweging komen dan blijft er van de islam totaal niets meer over in het westen. Bovendien: veel burgers denken dat er eerst een aanslag moet komen, alvorens ook de politici begrijpen hoe ernstig de situatie is. ‘Als het kalf verdronken is dempt men de put’, is de opvatting. De angst van de burgers is daarom beter te beschrijven als angst dat de door hen aangestelde politici eigenlijk niet doen wat diezelfde burger meende als opdracht mee te hebben gegeven, namelijk de bestendiging en verdere uitbreiding van hun vrijheden en hun cultuur. Die bereidheid tot actie begint zich te ontwikkelen, onder andere zichtbaar in het toenemende verzet tegen opvangcentra en islamitische gebedshuizen.
De ‘islamkoorts’ gaat daarom vanzelf over in openlijk verzet en revolte. Tenzij de politiek gaat voldoen aan de eisen van de burgers, maar dat lijkt ver weg.