In het artikel “NATO Gevechtskracht blijft de Sjaak” werd een beeld geschetst van de onzin die Nederland bij monde van de Minister-president tijdens de laatste NATO top heeft geuit over de Nederlandse belofte om in 2024 de door de NATO (zeg Trump) 2%BNP norm te hebben bereikt. In dat artikel wordt met klem gewezen op het gegoochel met dat percentage t.o.v. het BNP of BBP en de vervuiling die regelmatig in de discussie over die 2% norm sluipt.
Zes vervuilingen
De eerste vervuiling is het uitdrukken van het defensiebudget in een percentage van het BBP resp. BNP, omdat het BNP hoger uitvalt dan het BBP[1]. Daardoor kan de discussie over de hoogte van het Defensiebudget al bij de start uit elkaar gedreven worden. De tweede vervuiling is het uitdrukken van het geldvolume in dollars of in euro´s. Bij discussies blijkt dat de ene partij de dollar gebruikt en de andere zich vasthoudt aan de euro. Op die manier praten beide partijen over verschillende geldvolumes en percentages, die tot ongewenste irritatie kunnen leiden. De derde vervuiling is de invloed van de economische groei of krimp in een bepaalde periode (in dit geval de periode 2019-2024) heeft op het streven naar de 2% BNP/BBP norm. In beide gevallen kan dat streven geblokkeerd worden en moet beleid aangepast worden.
De vierde vervuiling betreft de financiële duurzaamheid van Defensie. Die staat ook nog onder druk van exogene factoren als fluctuaties in valutakoersen, gevolgen van een te voorzien AOW-gat en verschillende gerechtelijke uitspraken met soms vergaande financiële gevolgen. Defensie is een uitvoeringsdepartement en heeft nagenoeg geen budgetflexibiliteit of financiële instrumenten om de gevolgen van dergelijke exogene factoren op te vangen. Met andere woorden, dergelijke uitgaven die worden veroorzaakt door die exogene factoren, gaan vroeg of laat ten koste van de operationele capaciteiten van Defensie. Uit de ‘Antwoorden op feitelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie over de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie blijkt overduidelijk dat bij gelijkblijvend beleid het Defensie aandeel in het BBP daalt.
Een vijfde vervuiling is het antwoord op de vraag welk deel van het voor Defensie gereserveerde budget daadwerkelijk gebruikt wordt voor het op peil houden en zo mogelijk versterken van de gevechtskracht of slagkracht van de Krijgsmacht. Die 2% norm is vooral bedoeld om juist die gevechtskracht op het gewenste kwaliteit en kwantiteit niveau te brengen en te houden. Er wordt door politici doorlopend gesproken over bruto bedragen en niet over netto bedragen. Dat is des te opmerkelijker, omdat de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken (AIV) in 2018 de zaken helder op een rijtje heeft gezet. Het defensiebudget bedroeg in 2015, 7,8 miljard euro (1,09% van het BBP; in 2009 was dit nog 1,5%). Het echte bedrag dat direct naar de Krijgsmacht toestroomt, het netto bedrag, is aanmerkelijk lager nl. 0,7%.[2]. Kenmerkend is dat de AIV net als de politiek de percentages afzet tegen de lagere BBP en niet tegen de hogere BNP.
Een zesde vervuiling is het antwoord op de vraag of met een groter geldvolume ook de gevechtskracht en dus de afschrikkingwaarde van de Krijgsmacht verhoogd wordt. Afwijkend van andere landen wordt in de Nederlandse Defensiebegroting personeelskosten in de vorm van wedde, wachtgeld en pensioen opgenomen in het budget. Daardoor wordt de indruk ontkracht dat meer geld ook automatisch grotere gevechtskracht betekent.
Geen vertrouwen in de politiek
In 2017 openbaarde de Minister van Defensie haar Defensienota, Investeren in onze mensen, slagkracht, en zichtbaarheid. Uit de inhoud kan worden vastgesteld dat de nota vooral een intern gebaar reflecteert> het herstel van vertrouwen van het Defensiepersoneel in hun eigen organisatie blijkt de belangrijkste uitdaging de komende jaren. De vraag hoe die woorden rijmen met de brandbrief die de officieren van de Krijgsmacht onlangs naar de Minister hebben gestuurd, kan alleen de Minister en haar entourage beantwoorden. Een paar teksten uit die brief:
Het wantrouwen in onze organisatie begint alarmerend te worden. De verzuring na 30 jaar bezuinigen eist haar tol. Wij vrezen dat de onvrede over het voorliggende arbeidsvoorwaardenresultaat voor veel jonge officieren de spreekwoordelijke druppel zal zijn die hen doet besluiten Defensie te verlaten. De ‘braindrain’, die al jaren plaatsvindt omdat het irreguliere verloop te hoog is, wordt met dit resultaat derhalve niet tot een halt geroepen maar juist aangewakkerd…….
De aangehaalde woorden van de Minister uit de Defensienota lijken alle waarde te hebben
verloren. Het vertrouwen in de Defensieleiding was, mede als gevolg van het handelen ten
aanzien van de WUL- en AOW-problematiek, al zeer laag. Het voorliggende onderhandelingsresultaat heeft het laatste restje vertrouwen weggeslagen.
U leest het goed. Ook de woorden in de laatste Defensie nota zijn vervuild doordat die niet zijn of worden omgezet in daden die het vertrouwen van het personeel, in dit geval de officieren van de Krijgsmacht, een opwaartse stimulans geven. In tegendeel, de snelheid van de neerwaartse spiraal wordt in een hogere versnelling geschakeld.
Gekrast beeld van de nabije toekomst
Na het debat van gisteren dat meer het karakter van een café ruzie had en waarbij een inhoudelijke discussie ontbrak, zal ook het debat over vrede en veiligheid voor Defensie niet in de gewenste kompasrichting gestuurd worden. Onder de huidige politieke omstandigheden zal het Defensie budget van de huidige € 9 miljard niet naar de gewenste € 17 miljard in 2024 groeien om de 2% BNP (de Minister-president gebruikt het BNP) te realiseren. Gezien de brandbrief van de GOV/MHB en de opgelijnde vervuilingen, hoeft het Defensie personeel daarvan niet veel te verwachten. Blijkbaar is het bij de bewindslieden nog steeds niet doorgedrongen dat Defensie draait op de kwaliteit en kwantiteit van het beschikbare personeel. Het is meer dan geld en materieel. Het draait om het vertrouwen in de politiek. En dat is door de tocht in de Defensie kamer weggevlogen uit het raam.
Vervuiling. En in geen velden en wegen is een goede schoonmaker te vinden.
——————————————-
[1] BBP nl. BNP = BBP + (inkomens verdiend in buitenland – inkomens verdiend in eigen land door buitenlanders).
[2] € 1,3 miljard voor pensioenen, uitkeringen en wachtgelden, 400 miljoen euro voor de Koninklijke marechaussee, ca. € 600 miljoen jaarlijkse BTW afdrachten aan het Ministerie van Financiën, € 180 miljoen afgeroomd als fiscale eindheffing over de Uitkering Gewezen Militairen (UGM), € 100 miljoen bijdrage aan de Rijksbrede ruilvoettegenvaller en € 60 afdracht aan het Budget Internationale Veiligheid.