Op de dag af twee jaar geleden schreef ik voor deze website het artikel ‘Persoonlijke beschouwingen’ als reactie op de Troonrede van 2016 en de daarop volgende algemene beschouwingen in de Tweede Kamer. Op wat bedragen, percentages en namen na kan dat artikel van twee jaar geleden zowat woordelijk opnieuw worden gepubliceerd.
“De paardenvijgen zijn nog niet van het Haagse plaveisel geveegd, of de strijd om de gunst van het stemvee in de slangenkuil van het kleine Bataafse dorpje dat wij onderhand zo goed kennen barst alweer los. Veiligheid en Justitie, Defensie en het Koninklijk Huis krijgen er een douceurtje bij en de fractievoorzitter van de SP wil de zorg op de schop.
Nu ben ik het láng niet altijd eens met de standpunten van de partij van mijnheer Roemer, maar als het om de zorg gaat, vind ik wel dat zij wel degelijk een sterk punt hebben. De zorg, qua belangenverstrengeling van ‘topbestuurders’, commissarissen, aandeelhouders en andere grootgraaiers veelkoppige monster, hangt als een molensteen om de nek van onze beroepsbevolking, die het water aan de lippen staat en vaak nog daarboven. Ik heb het al vaker geschreven: toen ik na het voltooien van mijn MBO begon met werken op mijn 21ste , betaalde ik 10 gulden per maand aan het Ziekenfonds. Dat was 1% van mijn minimum jeugdloon. Dit jaar bedroeg de gemiddelde basispremie 102,36 euro, dus 1.228 euro per jaar – 2.706 gulden in 2016 tegen 120 gulden in 1991. Buiten het eigen risico van minimaal 385 euro. Dat is een prijsstijging van ruim 2.200% (tweeëntwintighonderd procent!) in 25 jaar tijd. Houdt niet echt gelijke tred met de inflatiecorrecties, zullen we maar heel eufemistisch zeggen. Je zult maar kostwinner zijn in een gezin van vier personen, en maandelijks al een kwart tot een derde van je netto modaal mogen afdragen aan de grootgraaiers van de zorgverziekeraars. Ik zal er geen traan om laten als dat systeem de nek wordt omgedraaid en het Ziekenfonds in ere zal worden hersteld. Per slot is volksgezondheid een kerntaak van de overheid, niet een prooi voor de marktwerking.
Een andere kerntaak van de overheid is veiligheid en ook daar is extra geld voor uitgetrokken. Defensie krijgt 300 miljoen extra – of is dit ook een vermindering van een reeds eerder opgelegde bezuiniging, net als de vorige keer? In procenten gezien krijgt Defensie er 3,79% bij. Naar mijn bescheiden mening niet meer dan een wrange grap, die door het inflatiecijfer alweer voor een groot deel teniet wordt gedaan, en in de verste verte nog niet in de buurt komt van de 2% van het BNP, die we binnen de NAVO hebben afgesproken aan Defensie te besteden – Nederland zit op 1,1% van het BBP en als we het aandeel van de Koninklijke Marechaussee en de Kustwacht – die niet alleen een defensietaak hebben – buiten beschouwing laten, zelfs op 0,8% van het BBP. Daar tegenover staat, dat de politie weer extra geld toebedeeld heeft gekregen in het kader van organisationele rampenbestrijding, en dat niet voor het eerst. Niet voor extra agenten, niet voor het oplossen van misdrijven, niet voor meer waakzaamheid ten behoeve van en dienstbaarheid aan de burger, nee, niets van dat al: er komt meer geld voor de IT-infrastructuur en de slepende reorganisatie van de organisatorische ramp die Nationale Politie heet. En daarnaast gaat de politie meer bekeuren, want er is een kastekort. Waarmee bewezen is, dat het uitschrijven van bekeuringen louter tot doel heeft de staatskas te spekken en niet om burgers te corrigeren. Dat laatste kan namelijk ook door hen in geval van een overtreding vermanend toe te spreken.
De verhoging van de toelagen voor de leden van het Koninklijk Huis heeft inmiddels ook de nodige tongen losgemaakt. Nu ben ik – om pragmatische redenen – een groot voorstander van de monarchie en ik kan me dan ook niet bepaald druk maken om het budget ten behoeve van het Koninklijk Huis. De leden van het Koninklijk Huis doen het naar mijn mening prima, en iedere dame wil graag als een prinses behandeld worden, maar ik ben er heilig van overtuigd dat niemand daadwerkelijk wil ruilen. Buiten dat kan ik niemand op het Binnenhof bedenken, die over de capaciteiten beschikt om de functie van ceremonieel staatshoofd te bekleden indien de monarchie zou worden afgeschaft en blijft ons gelukkig een vierjaarlijks circus bespaard, zoals de federale IQ-test die thans in de Verenigde Staten plaatsvindt. De Tweede Kamerverkiezingen zijn al erg genoeg. Goed, er mogen gerust vraagtekens worden geplaatst bij het tijdsbestek en de kosten van het onderhoud van het vorstelijke voer-en vaartuigenpark. Het kan wel zijn dat men dat duur vindt. Maar men vond de JSF ook duur, terwijl Nederland slechts één keer in de 30 jaar een nieuwe straaljager koopt en het bedrag van de prijs van de JSF, ruim 4 miljard, in de zorg binnen drie weken is uitgegeven. Er is maar één ding duur en dat is de zorg. Niet Defensie, niet het Koninklijk Huis, nee, de zorg. En dat ligt niet aan de ‘handen aan het bed’.”
De uitbreiding van de politie mag worden toegejuicht, maar voor het overige is er in twee jaar tijd in grote lijnen dus niet bijster veel veranderd – zelfs de federale IQ-test in Amerika is nog in volle gang, terwijl de president al lang en breed geïnaugureerd is – en men mag zich dus met een gerust hart afvragen wat al die mensen op en rond het Binnenhof op kosten van de als citroenen uitgeknepen belastingbetalers dagelijks zoal allemaal aan het doen zijn. Het wordt tijd dat er eens resultaten geboekt gaan worden en het wordt eveneens tijd dat de kiezers annex belastingbetalers eens waar voor hun geld gaan krijgen.
Daarnaast valt het de kiezers aan te bevelen om bij verkiezingen niet langer te stemmen op een partijprogramma, waar door coalitievorming en bijbehorend regeerakkoord toch niets van terecht komt, maar de partijen eens af te rekenen op de bereikte resultaten in de afgelopen regeerperiode.