Kwijnend normatief besef

De laatste twee jaar is normvervaging de nieuwe routine geworden. Politici, activisten en mediavertegenwoordigers gebruiken te pas en onpas termen als populisme en racisme om tegenstanders van hun ideeën de mond te snoeren.

Eva Jinek. Afb: Screenshot Youtube / DWDD / Leoboudv

Populisme en racisme worden dan in een zin opgenomen en met groot verbaal geweld de tegenstander toegeschreeuwd. Het resultaat is dat aanzitters met andere denkbeelden in hun schulp kruipen en in het verdere verloop geen tegengeluid laten horen. Ze willen de discussie niet op de spits drijven en willen voorkomen dat ze met pek en veren de studio moeten verlaten. De persoon die de discussie in goede banen moet leiden, grijpt niet in, geeft geen tegengas, geeft daardoor de indruk de mening van de onbehouwen schreeuwer te delen en laat de discussie ontsporen. Een zinvolle discussie ontaardt regelmatig in een zinloos, leeg georeer. Zover is het dus al gekomen.

De westerse Gutmensch discrimineert

Onlangs hebben we twee voorbeelden van normvervaging verpakt in antiracisme en Trump bashen op het scherm kunnen zien. Bij het programma M wilde een mevrouw Bergman in de spotlight staan, in een ander programma bewees Jinek een discussie met woord en wederwoord niet te kunnen sturen. In beide programma´s speelde het bevooroordeeld zijn een markante rol. De lichtelijk verdwaalde mevrouw Bergman vindt weliswaar dat topless zonnen moet kunnen, maar vindt het okay dat scooterjeugd (een ander woord voor relzoekende niet-blanke jongelingen) vervolgens topless zonnende vrouwen met stenen bekogelt. Afkeuren is volgens haar racisme. Niemand aan de tafel ging er tegen in. Blijkbaar vinden die ook dat het moet kunnen om afkeuring op die manier te uiten. Als een wetsovertreder een andere huidskleur of een andere cultuurachtergrond heeft, mag die blijkbaar doen en laten wat in hem opkomt.

Jinek maakt het ook bont in haar programma. Roderick Veelo merkte in zijn column voor RTLZ op dat …Trump-bashing, avond aan avond aan de orde was georganiseerd door een talkshow (Jinek) met journalistieke pretenties… Jinek schoot na de kanttekening van Dales dat in haar programma regelmatig emotioneel en feitenvrij tegen Trump in woord en daad geageerd wordt, onmiddellijk in een kramp. Terwijl Dales nog steeds aan het woord was, riep ze iets te hard dat zij mensen die daar een mening over hebben de ruimte geeft om die te ventileren. Niet het programma, maar de aanzitters doen aan Trump bashen. Jinek vergat erbij te vertellen dat in lijn met het doel dat moet worden bereikt een scenario wordt opgesteld en gasten uitgenodigd worden. Zij vergat er ook bij te vertellen dat er een verdeelsleutel voor spreektijd wordt afgesproken om het doel te bereiken. In dit geval is dat doel het besmeuren en belachelijk maken van de machtigste man ter wereld. Tijdens zo´n programma is van vrijheid van meningsuiting van andersdenkenden geen sprake, ontbreekt het respect voor de mening van een ander en is van fatsoen in woord en lichaamstaal nauwelijks sprake.

Vrijwel alle westerse media maken zich schuldig aan het beperken van de vrijheid van meningsuiting van anders dan Politiek Correct (PC) denkende personen. Vrijwel alle zenders maken zich sinds decennia schuldig aan Journalism of Attachment. Veelo drukt het als volgt uit: “…Het gaat mis als journalisten onpartijdigheid claimen, maar dat niet waarmaken….de geloofwaardigheid gaat eraan door ten onrechte vast te houden aan de schijn van onpartijdigheid.Zoals Jinek, DWDD en Nieuwsuur avond na avond bewijzen.

Afb: wikimedia

Een ander vorm van normvervaging is het jargon dat wordt gebruikt om te voorkomen dat de overtreder verbonden kan worden met huidskleur en culturele achtergrond van de nieuwe legale en illegale Nederlander. De NPO heeft voor haar medewerkers een aantal nieuwe benamingen op papier gezet, opdat ze zich tijdens diverse programma´s niet per ongeluk vergissen. De islamitische aanslagpleger wordt door de bank genomen aangeduid met een verwarde man; blank is wit, omdat blank volgens de Gutmensch geen kleur is; een islamcriticus is een islamofoob; een illegale migrant is een vluchteling; een klimaatcriticus en -scepticus een klimaatontkenner: EU-criticus een rechtspopulist; allochtone relschopper een jongere of wanneer het meerdere zijn jeugd; een antisemiet is een pro-Palestijnse activist en een aanslag is een incident. De opmerkelijke kijker. luisteraar en lezer zal ongetwijfeld dat jargon van de westerse Gutmensch in het multiculti en tolerante Nederlander herkennen. De blanke overtreder mag natuurlijk gewoon bij naam en toenaam worden genoemd, vaak wordt ook nog zijn woonadres er fijntjes aan gevoegd en in enkele gevallen zelfs diens werkplek.

Uit de beschreven ontwikkelingen kan maar een conclusie getrokken worden: normvervaging is vooral herkenbaar bij de linkse Gutmensch en PC politici. Een normvervaging die herhaaldelijk ontaardt in discriminatie en racisme van andersdenkenden.

Misvattingen over populisme

2017 was volgens kenners het jaar van het populisme. Politici uit het kartel probeerden de samenleving doorlopend op te voeden over goed en verkeerd populisme. Het bleef in veel gevallen onduidelijk wat de spreker onder het een (goed) en het ander (verkeerd) populisme verstond, Blijkbaar had de betrokkene daar ook moeite mee en beperkte zich tot het met de vinger wijzen naar een persoon en politieke partij. En passant meer dan een miljoen Nederlanders aan de schandpaal spijkerend. De spreker was zich natuurlijk van geen kwaad bewust en wierp beschuldigingen van discriminatie en racisme ver van zich.

Wat is in wezen populisme? Om Cas Mudde[1] te citeren “politieke ideeën en activiteiten bedoeld om steun van het gewone volk te krijgen door het te geven wat het wil….populisme is niets meer dan het volk naar de mond praten. Door die laatste kanttekening geeft Mudde een negatieve toonzetting aan het woord populisme en ik vraag me af of hij wel gelijk heeft. Niet iedere populist smeert het volk, het electoraat honing rond de mond. Wanneer Mudde populisme verbindt met de manier waarop het gros van de Nederlandse politici in 2017 te werk is gegaan, dan heeft hij gelijk. Immers iets beloven en er vervolgens geen vervolg aangeven, is volksverlakkerij. Dan heeft populisme inderdaad een negatieve toonzetting en dat bewijst de huidige regeringscoalitie. Het gaat te ver om iedere persoon die populisme lijkt[2] te bedrijven, daarvan te beschuldigen. Nuancering is gewenst.

Volgens Mudde dekt populisme in hoge mate de omschrijving van democratie: de wil van het volk is de bron van legitieme machtsuitoefening. Persoonlijk zou ik liever de term bestuursmodel gebruiken, omdat machtsuitoefening een negatieve dwingende strekking en toonzetting heeft en in tegenspraak is met voor het volk, met het volk en door het volk. Mudde onderstreept een aantal misvattingen over populisme. Misvattingen die vooral door de kromme uitleg en stellingname van politici in de hoofden van een deel van het electoraat een vruchtbare voedingsbodem hebben gevonden. Volgens hem is populisme niet antidemocratisch omdat die het meerderheidsprincipe en de volkssoevereiniteit steunt. Populisme is ook niet alleen te vinden in het (ultra) rechtse of ultraconservatieve kamp. De aanloop naar de 2016 parlementsverkiezingen heeft aangetoond dat populisme ook en vaak nadrukkelijk in het linkse kamp te vinden was. Een onderscheid in goed en verkeerd populisme is dan ook misleidend, omdat er een links (Venezuela en Griekenland)[3] en rechts (Hongarije, Polen, Oostenrijk) populisme geïdentificeerd kan worden.

Michael Sandel[4] stelt dat populisme in de uitleg van besturend door en voor het volk niet verschilt van democratie. Aan een democratie worden volgens hem wel hogere normen gesteld. Die hogere normen concentreren zich volgens hem vooral op normatief besef in termen van wederzijds respect, tolerantie en beschaafdheid “…er zijn hogere waarden dan de voorkeuren van mensen bij elkaar op te tellen… respect en tolerantie voor degenen met wie we het oneens zijn. Dat is een democratische deugd.” Vervolgens komt Sandel in zijn lezingen met Trump als voorbeeld van een persoon die dat normatief besef heeft laten varen en vliegt hij uit de bocht door geen voorbeelden uit de andere kant van het politieke gangpad te noemen. Wanneer de lezer de moeite neemt om Amerikaanse en Nederlandse websites af te grazen en te volgen, dan blijkt dat gewenste normatief besef juist bij Amerikaanse Democraten (Waters, Schiff. Schumer, Feinstein) en de Nederlandse Gutmensch te ontbreken. Gedragsuitingen die in de hedendaagse samenleving vrijwel normaal zijn geworden. De vraag is of Samuel het bij het rechte einde heeft? Zijn die door hem geïdentificeerde hogere normen niet herkenbaar bij populisten? Ook hier gaat het generaliseren wellicht te ver.

In diverse artikelen is populisme op Sta-Pal aan de orde geweest[5]. In die artikelen werd uitgelegd dat het afwijzen van populisme net als het leggen van een cordon sanitaire om een politicus en zijn partij die volgens het kartel zich schuldig maakte aan (verkeerd) populisme, een antidemocratische daad is. Zowel Mudde als Michael Sandel onderschrijven in hun columns en presentaties die stelling.

Op de rem trappen

Sandel observeerde dat “…beschaafdheid en wederzijds respect zijn aan het afbrokkelen in onze maatschappij. We moeten een cultuur van beschaafdheid ontwikkelenDe verantwoordelijkheid ligt ook bij de media: die moeten een platform bieden aan respectvol debat. Ik denk niet dat dat nu goed gaat. Nu zien we vaak wedstrijden in schreeuwen, want dat trekt natuurlijk de aandacht. Het ligt ook aan politieke partijen en politici zelf, die een slechte gewoonte ontwikkeld hebben… aan alle kanten van het politieke spectrum, ook bij centrum-links en centrumrechts, luistert men niet goed naar elkaar. Populisten zijn daar niet uniek in.” Wanneer men de dagelijkse discussies bij de NPO en debatten in het parlement volgt, zijn het niet de rechtse populisten, maar de linkse Gutmensch die zich regelmatig te buiten gaan aan het gebrek aan normatief besef en iedere vorm van beschaving. Maar Sandel heeft het wel bij het rechte einde dat het tijd wordt dat die twee gedragsuitingen een prominente plaats krijgt in het dagelijkse leven.

Of is het daarvoor al te laat?

———————————————-

[1] Nederlands politiek wetenschapper, gespecialiseerd in politiek extremisme en populisme in Europa.

[2] Lijkt, omdat de term een grote mate van subjectiviteit in zich herbergt.

[3] Venezuela is in mijn beleving een ongelukkig voorbeeld. Maduro luistert juist niet naar de wil van het volk en probeert op allerlei legale en illegale manieren zijn autoriteit, alleenheersers-schap een legitiem karakter te geven o.m. door sterk gecorrumpeerde, gemanipuleerde verkiezingen, waarbij de uitslag al bij voorbaat duidelijk is en zeker niet de wil van het volk moet reflecteren.

[4] Amerikaans filosoof, gespecialiseerd in de politieke filosofie. Sandel behoort tot de communitaristische stroming (kritisch tegenover het moderne kapitalisme en liberalisme) binnen de politieke filosofie

[5] Artikel “Populair willen zijn is ook populisme”, “Goed populisme”, “De talenten van de goede populist” en “Anti-profielen en deugprofilering”.

 

 

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

2 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
6 jaren geleden

Populisme is “een oppervlakkige betoogtrant”, zoals in mijn woordenboek is omschreven.
De negatieve betekenis, zoals dat nu kennelijk algemeen aanvaard is, is doodeenvoudig afkomstig uit werkelijk zieke geesten.
De bedenkers wilden de ‘Populisten” als onbelangrijk en als “schenen- schopper” te kijk zetten om zo hun links zieke ideeën te beschermen.
De gesettelde kartelleden. zullen alles in het werk stellen om hun “pluche- gevoel” te behouden en zijn zelfs zo diep mentaal gezakt dat zij mensen, zoals Geert Wilders en Thierry Baudet, en vroeger was dat drs. Janmaat, buiten hun “baantjes carrousel” te houden.
Er zijn dus drie oorlogen aan de gang:” 1. Immigratie, 2. de macht van de huidige elite dewelke ” een détournement de pouvoir” plegen uit macht. 3. Het management is alle gelederen van de politieke macht én het bedrijfsleven, waarbij de Multinationals een dominante rol spelen.

De heer Dunki heeft gelijk als hij schrijft:”**** Wellicht ‘slecht’ voor de gevestigde belangen van de linkse pluche-zitters op het Binnenhof of in de gemeenteraden van Amsterdam en Rotterdam, maar in de ware zin des woords kan er mijns inziens niet genoeg democratisch ‘populisme’ zijn om het ‘kartel’ te doorbreken.****.

r dunki
6 jaren geleden

‘Populisme’ heeft in de originele – Romeinse – zin niets te maken met politici en/of politieke stromingen, maar was een reflectie van de (negatieve) gemoedsstemming onder het volk dat de kont tegen de krib gooide omdat het de willekeur van de Romeinse élite “zat was.”

Dat opportunistische Romeinse politici – tegen wie dit ‘populisme’ in feite gericht was – daar later gretig op sprongen om dit fenomeen uit te buiten door het te kneden in de vorm van een ideologie ligt voor de hand. Politici zijn ras-opportunisten.

Maar ‘populisme’ is vanouds q.q. het verzet geweest tegen de machthebbers, dus ook tegen de politici, dus van nature was het een soort van democratisch controle mechanisme waar de Romeinse senaat tekort schoot zoals nu, bij ons, het Haagse kartel probeert iedere vorm van controle te mijden resp. te onderdrukken door de oppositie van het ‘populus’ te diskwalificeren als ‘slecht’. Met ander woorden, de kiezer moet zijn grote mond houden!

Wellicht ‘slecht’ voor de gevestigde belangen van de linkse pluche-zitters op het Binnenhof of in de gemeenteraden van Amsterdam en Rotterdam, maar in de ware zin des woords kan er mijns inziens niet genoeg democratisch ‘populisme’ zijn om het ‘kartel’ te doorbreken.