Panama Papers onthullen Palestijnse corruptie

Uit de gelekte documenten van de Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca blijkt dat er een Palestijnse corrupte ‘club’ is van de politieke leiding van de Palestijnse Autoriteit. Die richtte in september 1994 het bedrijf ‘Arabische Palestijnse Investerings- maatschappij’ (APIC in Engels) op, geregistreerd in de Britse Maagdeneilanden. In de twee decennia sindsdien is APIC uitgegroeid tot een economische gigant in de Palestijnse maatschappij. Het is actief in vrijwel alle Palestijnse economische terreinen, van voedsel en medische apparatuur tot public relations, voertuigen en winkelcentra.

...'weet van niks'... afb: Likud.nl

…’weet van niks’… afb: Likud.nl

De Palestijnse president heeft grote invloed op het investeringsfonds daarin (genaamd PIF). In 2006, meteen nadat Hamas de parlementsverkiezingen won, Abbas gaf zichzelf met een presidentieel decreet bijna totale controle over bestuur van het fonds. De toenmalige Amerikaanse consul in Jeruzalem, Jake Walles, schreef in een geheim rapport in februari 2006 dat werd onthuld door Wikileaks:

“Dit presidentieel decreet legt de PIF nog meer direct onder de controle van het kantoor van de president. De miljard dollar-plus beleggingsportefeuille van het PIF is nu nog meer in de handen van president Abbas met een door hem geselecteerd bestuur.”

In 2011 werd een nieuw lid toegevoegd aan de raad van bestuur van APIC: Tareq Abbas, de zoon van de Palestijnse president. Terwijl zijn benoeming al algemeen bekend was, onthulden de Panamese documenten dat hij aandelen bezit ter waarde van $ 982.000.

Een andere link naar de zoon van Abbas bestaat via de public relations firma Sky, die een groot deel van de Palestijnse reclamemarkt domineert. Het werd gekocht door APIC in 1999. Op dat moment was Tareq adjunct-directeur, met minder dan 10 procent van de aandelen. Hij werd later benoemd tot CEO van het bedrijf en is momenteel voorzitter van de raad van bestuur, namens APIC.

In 2009, Reuters publiceerde een verhaal over de Abbas broers: dat bedrijven onder controle van de twee zoons van Abbas aanbestedingen hadden gekregen voor meer dan $ 2.000.000 van het Amerikaanse Bureau voor Internationale Ontwikkeling (USAID).

In juni 2012 publiceerde het blad ‘Foreign Policy’ ook een verhaal over de Abbas broers.  Tareq Abbas is bij twee bedrijven van APIC: hij is adjunct-directeur van de Arabisch-Palestijnse Shopping Center Company die verschillende winkelcentra heeft. Ook is hij lid van de raad van bestuur van Unipal General Trading Company, de toonaangevende Palestijnse distributeur voor voedsel,sigaretten, cosmetica enz.

Dit laat de oppervlakkigheid van de controle zien van het Panamese advocatenkantoor Mossack Fonseca met betrekking tot belangenconflicten bij haar klanten. Volgens internationale normen moet het bedrijf controleren of klanten “politiek prominente personen” zijn. Als iemand dat is, wordt de onderneming verondersteld bijzondere aandacht te besteden of de persoon niet is betrokken bij het witwassen van geld, belastingfraude of andere corruptie misdrijven.

Niettemin blijken de zonen van Abbas en allerlei topmensen van de Palestijnse Autoriteit betrokken te zijn bij APIC, dat dominant is in de Palestijnse economie. Zo profiteert de Palestijnse top financieel volop van de door haar gecreëerde Palestijnse corruptie. Een corruptie die gevoed wordt door de massale Westerse ‘ontwikkelingshulp’, waar maar weinig controle op is.

.


Met dank aan Likud Nederland
.

0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties