De hedendaagse berichtgeving wordt gedomineerd door het Syrië van Assad, het Rusland van Poetin en het Amerika van Trump. Opvallend is de relatief geringe informatie over ontwikkelingen binnen en buiten de Chinese grenzen.
In het artikel “Concurrentie op de High Seas” dat in de Carré in 2011 werd gepubliceerd[1] is aangestipt dat China zich gedwongen voelde om op drie Lines of operation (LOO) te opereren om zijn droom van een mondiale grootmacht te kunnen bereiken. Primair: een world-class seaborne merchant fleet[2] voor de uitbreiding en intensivering van de nationale economische ontwikkeling waarin naast Zuid-Chinese Zee, en Indische Oceaan, het Russische Verre Oosten en Afrikaanse continent belangrijke rollen spelen. Secundair: de inlossing van territoriale claims[3] in de Zuid en Oost Chinese Zee om bodemschatten te kunnen exploiteren en toegankelijkheid van Chinese havens te waarborgen. Tertiair: een geloofwaardig en doeltreffend swing role maritiem vermogen met power projection mogelijkheden om die twee doelen te kunnen realiseren en beschermen.
Vier zaken over het grootste land ter wereld[4]
Het is wenselijk om de ontwikkelingen op een aantal gebieden en in sectoren te observeren en te volgen om de drijfveren beter te begrijpen van Chinese activiteiten in de IOR, Zuid Chinese Zee, Stille Oceaan, Russische Verre Oosten en de beemden van Afrika. Westerse experts en politici kunnen dan in staat zijn om op een evenwichtige manier vast te stellen waarom China een bepaald beleid nastreeft en welke nationale factoren de aanjagers zijn. Zo kan een verkeerde inschatting van Chinese activiteiten in de genoemde regio’s worden beperkt en te heftige reacties worden voorkomen. In de navolgende teksten zullen de volgende onderwerpen aan de orde komen: economie, sociaal beleid, geopolitiek en ecologie
Economie
Het is al vaker genoemd. De economische groei was de afgelopen 35 jaar ronduit fenomenaal. Groot-Brittannië, waar de Industriële Revolutie begon, had 150 jaar nodig om zijn inkomen per inwoner te verdubbelen. Bij de VS duurde dat 30 jaar. Bij China is dat om de zeven à tien jaar en gebeurt het bovendien op een veel grotere schaal. Vandaag de dag is het Chinese BNP groter dan die van de gezamenlijke economie van 154 landen.
Vijf jaar geleden is het verouderde economische model gebaseerd op export, investeringen in de zware industrie en op de constructie en de maakindustrie, over boord gegooid en is het accent gelegd op de binnenlandse markt, verhogen van de dienstensector en technologische vooruitgang. Dat die verandering in volle gang is bewijzen de cijfers: de dienstensector groeide van 41%BNP in 2005 naar 52%BNP in 2016; export kromp van 37% in 2005 naar 20% in 2016 en 40% van alle patenten wereldwijd hebben een Chinees etiket. Hoger dan USA, Japan en Zuid Korea samen (13%).
Ondanks de in gang gezette verandering is en blijft de Chinese economie een hybride systeem, waarop de staat een stevige controle uitoefent. De Chinese president die onlangs voor het leven benoemd is, beweert dat de markten een beslissende rol gaan spelen bij de toewijzing van middelen, maar accentueert tegelijkertijd een grotere rol van de staat/ Communistische Partij (CP)[5] in de economie. Zoals vaker bij autocratisch geregeerde staten is daarvan in de praktijk nauwelijks sprake. In tegendeel, de afgelopen vijf jaar heeft de overheid zijn greep op de economie juist versterkt[6]. Privé kapitaal is toegestaan zolang die de doelstellingen van de staat ondersteunt. Xi Jinping plakte daarop het etiket met de tekst socialisme met Chinese karakteristieken.
Wu Jinglian, docent aan de China Europe International Business School in Beijing, karakteriseerde het Chinese model als volgt: Staatsaanwezigheid blijft groot, ze beheerst de financiële stromen en fungeert als poortwachter voor vrijwel alle belangrijke beslissingen, van grondtransacties tot fusies. Lokale overheden mogen en kunnen ook meebeslissen over het reilen en zeilen van een bedrijf. Volgens de Financial Times: omarmt China op deze manier het internationaal kapitaal op zijn eigen voorwaarden en neutraliseert het diens macht.
Sociaal beleid[7]
In China zijn de gemiddelde lonen de laatste tien jaar verdrievoudigd en door een jaarlijkse gemiddelde stijging van 10,5% overtreft die zelfs de economische groei. China is niet meer een van de lage lonen landen die aantrekkelijk zijn voor westerse industrieën en als de voortekenen niet bedriegen zijn de minimum lonen in de nabije toekomst hoger dan in Roemenie, Bulgarije, Macedonië en niet veel lager dan in Portugal.
Opmerkelijk is dat de economische groei gepaard gaat met een sterke daling van de armoede. In de afgelopen 25 jaar konden bijna 635 miljoen Chinezen de extreme armoede ontvluchten en dat is bijna net zoveel als de totale bevolking van het Afrikaanse continent. Als het huidige tempo aanhoudt, zal in 2020 de extreme armoede in China een onbekend fenomeen zijn. Daardoor kan de aandacht worden verschoven van bevolkingsegmenten naar individuen die nog steeds armoede kennen. Hoewel de armen er op vooruit zijn gegaan, heeft de rijkere bovenlaag enorm geprofiteerd van de snellere productiviteitsstijging in de industrie en dienstensectoren dan in de landbouw. Daardoor is de kloof tussen arm en rijk sinds de jaren tachtig gegroeid en vooral herkenbaar in het welvaartsverschil tussen stad en platteland, tussen armere regio’s en kustprovincies.
Zeventig jaar geleden behoorde de Chinees tot de armsten der aarde. Die tijd is definitief voorbij. Volgens het Wereld Economisch Forum is: “China een wereldleider op het gebied van armoedebestrijding en verbetering van gezondheidsresultaten
Geopolitiek[8]
Net als bij veel autocratische bestuurde naties kan men ook China een zekere omsingelingsparanoia niet ontzeggen. Daarin zit volgens China volgers een kern van waarheid in. In het in 2015 gepubliceerde document “The National of the USA, 2015” worden vier landen genoemd die een mogelijk doelwit zijn van US militaire actie: Iran, Rusland, Noord-Korea en China. Door de 30 Amerikaanse militaire steunpunten, bases of trainingscentra rond China ligt het Amerikaanse accent duidelijk op China. Omdat China voor 90% afhankelijk is van open zeeroutes, meer dan 80% van de olietoevoer door de straat van Malakka gaat en de USA door die steunpunten en bases de olietoevoer simpel kan afsluiten, ziet China zich gedwongen om zijn oostelijke buffer uit te breiden. Het bezetten van eilanden in de Zuid Chinese Zee en het claimen van een deel van dat gebied moet dan ook beschouwd worden als een inspanning om die in de ogen van China ernstige bedreiging te kunnen marginaliseren.
Voorheen was China zelfvoorzienend. Dat is onder de huidige omstandigheden niet het geval en is China sterk aangewezen op buitenlandse economieën. Naast het omsingelingsgevoel vormt die afhankelijkheid een tweede argument om naar andere alternatieven te zoeken die doen denken aan de verdwenen zijderoute. Onder de naam Belt & Road Initiative probeert China een netwerk ter waarde van $900 miljard op te bouwen rond resp. met investeringen, kredietverleningen, handelsovereenkomsten en tientallen Speciale Economische Zones[9]. In totaal wil China liefst $4.000 miljard investeren in 64 landen. Goed voor een bevolking van 3 miljard mensen.
Ecologie
China als werkvloer van de wereld is een van de grootste vervuilers van onze planeet en met voorsprong de grootste uitstoter van CO2. Meer dan 40 % van het landbouwgebied is aangetast en een vijfde zelfs ernstig vervuild. In Beijing heeft de luchtverontreiniging veertig maal het niveau bereikt dat door de Wereldgezondheidsorganisatie als veilig wordt bestempeld. De luchtverontreiniging heeft in het Noorden van het land de levensverwachting met vijf jaar verminderd en veroorzaakt onrustwekkend veel longkanker en hartaanvallen.
Bij de start van het huidige millennium berekende men in Beijing dat China in het huidige vervuilingtempo, tussen 1990 en 2050 evenveel kooldioxide geproduceerd zou hebben als de hele wereld tussen het begin van de industriële revolutie en 1970. Catastrofaal voor het klimaat. Het roer moest om. De ecologische problematiek kreeg en krijgt de hoogste prioriteit en een batterij aan maatregelen werd getroffen. Door die koersverandering kon Beijing vier vliegen in één klap slaan. Milieuproblemen worden aangepakt; verhogen van de milieunormen leidt tot hogere efficiëntie in de productie; overcapaciteit in een aantal sectoren wordt door het sluiten van vervuilende bedrijven aangepakt en groene energie is een veelbelovende groeisector die heel wat bannen creëert. China is opgeklommen naar de nummer één plaats op het vlak van zonnepanelen en windenergie; 33% van de elektriciteit wordt opgewekt door groene energie.
In de nabije toekomst wil China miljoenen ton CO2 afvangen en ondergronds opslaan. Het land is ook een pionier op het vlak van de transmissie over grote afstanden van grote hoeveelheden energie.
Meer begrip a.u.b.
Chinese regionale en mondiale inspanningen zijn volgens Beijing primair gericht zijn op het streven naar economische ontwikkeling vanuit een sterke Chinese positie, waarbij vreedzame samenwerking en een stabiele internationale omgeving de belangrijkste randvoorwaarden zijn. Economische inspanningen genieten de voorkeur boven het uitdragen van communistische dogma’s en ideologie. Daarom streeft China volgens eigen zeggen i.t.t. het westen (mondiale democratische hegemonie), voormalige Sovjet Unie (mondiale socialistische hegemonie) en het Islamitisch extremisme (mondiaal Kalifaat gestuurd door Koran en Sharia) in principe niet naar een op Chinese leest geschoeide mondiale socialistische hegemonie.
Hopelijk begrijpt de doorsnee China volger nu een aantal bewegingen beter. Waarom China zijn zinnen heeft gezet op een aantal eilanden in de Zuid Chinese Zee en zijn pogingen om een deel van het gebied dat rijk is aan fossiele energie naar zich toe trekken. Waarom China zo gepassioneerd probeert om landen te overtuigen bij te dragen aan het Chinese streven om een Zijderoute 2.0 van de grond te trekken. Die doorsnee lezer moet inzien dat het China veel bloed, zweet en tranen heeft gekost om de economie structureel te doen aantrekken, de extreme armoede terug te dringen, de afstand tussen arm en rijk te verkleinen en de verstikkende milieuverontreiniging ter wille van de gezondheid van de eigen bevolking en die van het klimaat in een korte periode terug te dringen.
Niet alle Chinese inspanningen zijn bedreigend voor het westen of verstikkend voor de landen waar China zijn invloed op een “vreedzame en assertieve ” wijze wil wortelen en uitbreiden.
—————————————
[1] Artikel “Strijd om de Heerschappij in de Indian Ocean Rim” op de website Stapal is daarvan afgeleid.
[2] Meer dan 90% gaat over zee; 50% van het BNP leunt op de export, waarbij 70% van de energiebehoefte. China heeft de vierde grootste handelsvloot; is het derde land met de grootste scheepsindustrie, heeft de grootste haven voor zwaar container transport en bezit vijf van de grootste en drukstbezochte havens ter wereld.
[3] Die claim – ruim 3 miljoen vierkante kilometer – wordt echter betwist door de traditionele tegenstanders Japan, Filippijnen, Vietnam, Maleisië en Brunei aangevuld met nieuwe tegenstanders de twee Korea’s en Indonesië. Overigens heeft de uitbreiding van de 12 mijl zone (de kustwaterstrook behorend tot het territoir van een natie) tot een 200 mijl economische zone (Exclusive Economic Zone of EEZ) het open water of the High Seas doen krimpen tot 64% van het mondiale watervolume. Door die maatregel wordt het speelveld van een Blue Water Navy beperkt en van een Brown Water Navy uitgebreid en gezien het geringe verschil in karakteristieken (stroming, golfhoogte, diepte etc.) ontlopen hun karakteristieken elkaar niet veel meer.
[4] Teksten onttrokken aan het artikel “China voorbij de poppenkast. Vier zaken die je moet weten over het grootste land van de wereld” op de website www.dewereldmorgen.be . Een analyse door Marc Vandepitte en Ng Sauw Tjhoi.
[5] Gelet op de uiteenlopende beweringen is het moeilijk te achterhalen wat hij nu werkelijk bedoelt.
[6] Vooral op de financiële markten. Na de minicrash in 2015 en de stormloop op de Yuan schroefde de Chinese regering een groot aanzal liberaliseringen terug. Sinds 2016 zijn er meer beperkingen op buitenlandse investeringen van Chinese bedrijven (overheidsbedrijven en privéfirma’s. De planning is van negen sleutelindustrieën (staal, petrochemie en scheepsbouw, tot 2010) in 2010 uitgebreid met zeven nieuwe sectoren zoals alternatieve energie en biotechnologie; in 2015 aangevuld met tien sectoren bij (luchtvaart, landbouwuitrusting en nieuwe materialen). Consolidatie overheidsbedrijven: in november 2015 werd beslist om de hervormingsinspanningen vooral te richten op het versterken, optimaliseren en uitbreiden van staatsbedrijven. Tegelijkertijd werd privatisering verworpen. Door die ingrepen werd de overheidsgreep op de economie versterkt. Tenslotte een sterkere rol van de partij: de Chinese communistische partij en niet de staat werd verankerd in bedrijven door meer partijleden in de top te plaatsen.
[7] Lonen en koopkracht, armoede en kloof,
[8] Omsingeling, strategie van Amsterdam,
[9] Commerciële garnizoenen in de internationale toeleveringsketens waardoor China zijn handel veilig kan stellen zonder de rommel van koloniale onderwerping
Beste Charlef,
Ik meen mij van vorige artikelen te herinneren dat jij tot de klimaatsceptici behoort. Daarom ben ik zeer verbaasd dat jij CO2 emissie en “klimaatproblematiek” in drie zinnen (“grootste vervuilers van onze planeet”; vervuilingtempo”; “verstikkende milieuverontreiniging”) gelijk stelt aan milieuvervuiling en een conclusie: “Catastrofaal voor het klimaat”.
Die zgn klimaatproblematiek is een linkse politieke leugen die de socialisten hebben opgevoerd om de maatschappij te kunnen blijven controleren nu de westerse klassenstrijd voor hun verloren gegaan is. Mede door het politiek/mediakartel zijn zij daarin redelijk succesvol. De uitspraken in dit artikel zou zo van dit kartel afkomstig kunnen zijn. Jammer, dit draagt niet bij aan de bestrijding van het linkse kartel.