Dat er voor wat betreft de deplorabele staat van onze defensie nauwelijks verantwoordelijken zijn te vinden, is tekenend voor de mate waarin -hoge- ambtenaren en politici zich moreel verantwoordelijk achten voor hun taken. Totaal niet. In Nederland hebben we een politieke en ambtelijke besluitvormingscultuur ontwikkeld waarin zóveel mensen zijn betrokken en waar zóveel schijven deel van uitmaken, dat op het eind niemand zich meer echt verantwoordelijk hoeft te voelen.
De vraag of met het vertrek van Hennis (VVD) de problemen bij defensie werkelijk zijn opgelost, heeft natuurlijk als antwoord dat dit niet het geval is. Het te late aftreden van Minister en de hoogste militair in rang, heeft die problematiek wel helder gemaakt, maar geenszins opgelost. Het aftreden is een stap voor de politieke bühne om de doorsnee Nederlander de indruk te geven dat een politicus verantwoordelijk is voor falen van en binnen een Ministerie. Het debat heeft ook duidelijk gemaakt dat rapportages over ambtelijk falen misbruikt worden om op de persoon te spelen en bij het polderen over maatschappelijke problemen politiek voordeel te hebben. Haar woorden “ik ben ook maar een mens”, een calimero -achtige uitspraak, schildert perfect de politiek voorbehouden faal-modus instelling van de aftredende minister om de Krijgsmacht op de rails te krijgen en te houden. Het draaide niet om de militair in binnen en buitenland, maar om de zelfverheerlijking van de eerste politica op het Departement van Defensie. In die zelfverheerlijking hebben hoge militairen gelet op hun herhaaldelijke juichkreten m.b.t. inzet en integriteit van de minister, een katalyserende invloed gehad. Ze ging daarom zelf ook geloven dat ze het departement op een prima manier beheerde.
De vraag of de aftredende minister inderdaad zodanig beschadigd is dat een volgende ministerspost aan haar voorbij zal gaan is afhankelijk van de mores van de demissionaire en vermoedelijke volgende premier. Over die mores hoeft Nederland geen enkele illusie te hebben gelet op het feit dat de voltallige politiek de Mali missie misbruikt heeft om een deeltijd-stoeltje in de Veiligheidsraad te krijgen. Het debat was een groot toneel stuk met slechte acteurs, waarbij de verwijten op de vrouw gericht waren en slechts het eigen partijbelang dienden. Immers één van de aanzittende partijen zal de volgende minister leveren en het beschadigen van minister en departement zal die nieuwe minister alleen maar een betere instap bezorgen onder het motto “slechter kan het niet”.
Wanneer het debat, zoals de titel deed vermoeden ook over de missie naar Mali was gegaan, zouden ook de schimmige rollen van Timmermans en Koenders in het debat opgenomen moeten zijn. Dat is merkwaardig genoeg niet gebeurd. Mali is daarom slechts als politiek breekijzer gebruikt om de posities aan de onderhandelingstafel te versterken. ‘Structureel rot’ wordt onder druk van carrièreperspectieven ineens ‘Can Do’ mentaliteit en wanneer de minister klaar is haar straat schoon te vegen dan spreken collega’s in de Kamer van ‘een moedig optreden’.
In het debat in de Kamer kwamen politici van verschillende partijen niet verder dan oppervlakkig gebazel verpakt in hard lijkende woorden, maar die dat niet waren. Allicht niet. Moest de D66 woordvoerster die dan uitspreken, nadat haar partijleider (en momenteel tevens aspirant minister) op 1 augustus 2015 al een Twitterbericht het licht deed zien met de tekst ‘Militairen moeten zelf pang-pang roepen […] heerlijk zo’n bericht’? Of de woordvoerster van de PvdA die eerder twee eigen ministers zware druk zag uitoefenen op de defensietop en in de Kamer om die missie door te drukken? Het CDA of de ChristenUnie die ministersposten in het aanstaande kabinet in het vooruitzicht zijn gesteld? Laat staan de Allochtone PvdA-afsplitsing DENK, wiens voorman Öztürk werkelijk nog niet één zin kon uitspreken in ordentelijk Nederlands… Alle politici, in het bijzonder degenen die het woord voerden, moeten de afgelopen zes jaar compleet buiten de werkelijkheid of elders gelogeerd hebben. FvD voorman Baudet kwam de Kamer in een achterhaald legertenue uitleggen waar het aan schortte. Alsof het een kermismiddag was.
Het optreden van de defensieleiding de afgelopen jaren was een aanfluiting in functie, de minister wilde haar perspectieven verdedigen, desnoods over de rug van treurende nabestaanden en Kamerleden maken een farce van hun optreden. Dat is het resultaat van de plenaire vergadering over een rapport wat het hevige falen aantoont en de dodelijke slachtoffers als gevolg van onder andere politieke falen aantoont.
Militairen gaven hun leven. Waarom eigenlijk en voor wie?
Dat het laffe poldermodel weer volledig gefaald heeft – logisch wanneer niemand verantwoordelijk is – werd in de 2e Kamer voor de bühne aangetoond door alle leden van het schuldige kartel; slechts Baudet’s betoog spoorde inhoudelijk.
Dat een politiek-correcte opperbevelhebber a) toestaat dat zijn jongens met inferieure troep worden opgescheept en b) toestaat dat vervolgens immorele politieke-polder-beunhazen als de narcistische Koenders en Timmermans die inferieur geëquipeerde troepen naar ‘verweggistan’ sturen ter meerdere persoonlijke glorie van deze salon-socialisten, is een brevet van diens onvermogen (Koenders en Timmermans houden zich muisstil !)
Niet alleen onvermogen maar ook onverantwoordelijkheid omdat hij de minister geen dwingend negatief advies geeft terwijl zij zelf uiteraard van toeten noch blazen weet omdat zij slechts door het kartel ‘beloond’ is met een baantje voor bewezen trouwe diensten.
De enige die in de 2e kamer inhoudelijk voor de kiezer duidelijk maakte waar de schoen van het kartel wringt was Baudet, reden waarom alle geitenharen sokken in de polder weer hals over kop over hem heenvallen. Toch een lichtje aan het eind van deze tunnel?