Er is weinig discussie over de vraag door welk volk de stad Jeruzalem werd gebouwd. Er bestaat geen enkele twijfel dat dit het Joodse volk moet zijn geweest, die in dat gebied als eerste een dominante politieke macht vormde aan het begin van de negende eeuw v. Chr.
Het gehele gebied wat wij nu kennen als Israël is vanaf die tijd al voortdurend strijdtoneel. Kennelijk maakten ook vroeger veel buren van de Joden nogal werk van verovering van het door Joden in cultuur gebrachte en vruchtbare gebied: eerst de Assyriërs, dan de Babyloniërs, vervolgens nog de Perzen, Hellenen, Romeinen en de Ottomanen. Uiteindelijk raakten de Joden verjaagd van hun vaderland en moesten zij elders in de wereld onderdak zien te vinden.
Na de Tweede Wereldoorlog, waarin de Duitsers miljoenen slachtoffers maakten onder de Joden, ontstond onder hen het verlangen om terug te keren naar hun oorspronkelijke vaderland. Dat gebied was, na de ineenstorting van het Ottomaanse rijk in 1923, Brits mandaatgebied geworden en werd dunbevolkt door Arabische stammen. Al vanaf het midden van de 19e eeuw hadden rijkere –vaak Amerikaanse- Joden grond aangekocht in het latere Israël waar zich vervolgens hun families vestigden. Na de Tweede Wereldoorlog dus, keerden meer Joodse gezinnen terug om samen met de reeds aanwezige Joden het inmiddels tot woestenij verworden gebied weer op te bouwen en in cultuur te brengen.
Op 3 september 1947 kwam de VN commissie UNSCOP met een verslag, waarin het plan was opgenomen om het Mandaatgebied Palestina te verdelen in een Arabische staat (42,9%), een Joodse staat (56,4%), en Jeruzalem (0,7%) onder internationaal bestuur. De grootste Joodse delegaties gingen hiermee akkoord, maar de Arabische delegaties weigerden deze tweestatenoplossing. Deze tweestatenoplossing is bekend geworden als resolutie 181. Enkele uren voordat het Britse mandaat officieel afliep riep de Joodse gemeenschap onder leiding van David Ben-Gurion op 14 mei 1948 de onafhankelijke staat Israël uit. Vervolgens vielen troepen uit alle omringende Arabische landen Israël binnen en bevochten de Israëlische troepen, wat de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948 werd. Het Israëlische leger wist met veel moeite de Arabische overmacht te verslaan.
Nadat de Israeliers aan den lijve hadden ondervonden dat de voornemens van de omliggende Arabische staten weinig verschilden van de Duitse praktijk in de Tweede Wereldoorlog, maakten zij werk van een zorgvuldige opbouw van hun staat. Vanaf ongeveer de zeventiger jaren van de vorige eeuw bedenken de Arabieren zich dan ook nog wel meerdere malen om een rechtstreekse confrontatie aan te gaan. Zij laten ‘hun oorlog’ voeren door proxylegers in telkens andere samenstellingen, maar vooral ‘Palestijnen’ worden voor dat doel ingezet. Deze Palestijnen zijn oorspronkelijk afkomstig uit omliggende Arabische gebieden en werden pas na de zestiger jaren in de vorige eeuw zo genoemd. Niemand kan dan ook een ‘Palestijnse koning’ of ‘Palestijnse leider’ noemen die nog voor de Ottomanen, Britten of Israeliers het ‘land Palestina’ bestuurde. Palestijnen hebben nooit bestaan en zijn als volk in de zestiger jaren bedacht door vermoedelijk de toenmalige Minister van Buitenlandse Zaken van de Sovjet Unie, Alexej Nikolajevitsj Kosygin.
Het begrip ‘0’
Joden en Christenen zijn in de voorbije eeuwen in de islamitische wereld voorgesteld en bejegend als ‘dhimmies’. Een soort van tweederangs burgers dus, die voor hun ongeloof een extra belasting moesten betalen. Voor de islamieten zelf was dit een voortdurende bevestiging van de superioriteit van hun eigen religie en de daaruit voortvloeiende inrichting van het sociaal-maatschappelijke domein, evenals de rechtsspraak door middel van de ‘sharia’. Inmiddels vestigde zich dus de Israëlische staat, met voornamelijk Joden maar ook een aanzienlijk aantal Arabieren. Israël is in alle opzichten meer succesvol dan de omliggende staten. Militair, wetenschappelijk, technologisch en economisch kan geen enkel Arabisch-islamitisch land zich meten met Israël. Als het handjevol Joden dat zou willen, vegen zij morgen het hele Arabische schiereiland (behalve Israël zelf uiteraard) van de kaart en bestaat daar alleen nog de meest belangwekkende wiskundige vinding van de Arabieren: het begrip ‘0’. In de woorden van de hoofdredacteur van Al-Jazeera:
“Het knaagt aan de mensen in het Midden-Oosten dat zo’n klein land als Israël, met slechts ongeveer 7 miljoen inwoners, de Arabische natie verslaat met zijn 350 miljoen. Dat doet pijn in ons collectieve ego”.
Ziedaar de kern van het conflict in het Midden-Oosten: de frustratie van Arabieren die niets zelf kunnen ontwikkelen en niets van waarde voortbrengen. Zonder de (door Westerse mogendheden met Westerse technologie) opgepompte olie bedraagt het economisch product van de gehele Arabische wereld nog minder dan dat van een land als Spanje of Italië.
De claims die de moslims leggen op delen van Jeruzalem zijn op zijn minst twijfelachtig. De door hen bestempelde ‘islamitische heiligdommen’ in Jeruzalem, blijken inmiddels als wapenopslagplaats te zijn gebruikt voor de laatste aanslagen. Op het terrein voor de Al-Aqsa moskee op de Tempelberg worden straatvoetbaltoernooien gespeeld door de jeugd, dus al te heilig zal ook die plek niet zijn. Ditmaal schijnt de woede onder de moslims gewekt te zijn door de controles die Israël uitvoert op het verkeer van en naar de Tempelberg. Dergelijke controles vinden overal ter wereld plaats, heilig of niet heilig, en zijn noodzakelijk geworden door jihadistisch, dus moslim-geweld.
De geschiedenis wijst uit dat van alle claims op het gebied, de Joodse claims de meest geldige papieren kunnen overleggen. De Arabieren stellen daar, geheel volgens hun traditie, geen enkel zinnig argument tegenover en smijten slechts met stenen en bommen. Het is belachelijk dat ons land zo gedwee achter de moslimwereld aanloopt in dit conflict. Israël vecht daarginds immers tegen hetzelfde terrorisme wat zich nu ook in Europa ontwikkelt.
Helemaal eens met Dunki.
Israel “weet” en waardeert wat het land in 70 jaren heeft opgebouwd met bloed, zweet en tranen: een succesvolle moderne, welvarende en democratische staat.
Onze nihilistische, progressieve politici en activisten ( vaak een synoniem) die geen idee hebben waar “bloed, zweet en tranen” voor staan, willen daarentegen “niets weten” van datgene wat wij in eeuwen met grote offers hebben opgebouwd.
Het enige dat deze leeghoofden kenmerkt is hun chronische gebrek aan zelfrespect en respect voor onze eigen historie, cultuur en voornamelijk onze eigen identiteit die zij, op weg naar hun communistische Utopia, ons slechts op zinloze wijze willen ontnemen.