Sinds het instappen van de Russische Federatie in Syrië bevindt het jihadisme van IS zich ogenschijnlijk in een neergaande spiraal. Het lijkt er dus op dat het Westen redenen genoeg heeft om juichend van de banken op te springen.
Maar het erupterende jihadisme in andere regio´s doet vermoeden dat IS zijn accenten aan het verschuiven is. Op 13 november 2014 heeft Abu Bakr al geanticipeerd op een mogelijke krimp van de invloedssfeer van IS in het Midden-Oosten. In een van zijn twitterberichten heeft de man in de schaduw vijf nieuwe wilayata´s[1] aangewezen. In die gebieden wil IS nieuwe fronten creëren om van daar uit zijn invloedssfeer uit te breiden.
Behalve die nieuwe machtsbases in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en het Arabisch schiereiland probeert IS ook in andere regio’s grote, kleine, actieve en slapende machtsbases van de grond te trekken. Het noordelijke deel van de Kaukasus is een voor het grote lezerspubliek onbekende[2] uitvalsbasis voor het aanstormende jihadisme in de Russische Federatie. Door de inmenging van Abu Omar, de Tsjetsjeen, en zijn wens om Rusland vanuit de Kaukasus met terroristische instrumenten te dwingen het islamitische extremisme in de Kaukasus-regio een eigen emiraat te gunnen, heeft IS ook daar een machtsbasis gesticht. IS moet overigens wel de concurrentiestrijd met Al-Qaeda aangaan.
De gewenste indeling van het Kaukasus-emiraat.
Maar de islam leeft al eeuwenlang in dit deel van de Russische Federatie. En daar niet alleen. Ene Abd Rahman ibn Rabiah heeft in de 7de eeuw vanuit de Levant en Perzië de (sunni) islam in het zuiden van de Kaukasus geïntroduceerd. In de 8ste eeuw heeft de islam over handelswegen en vaarroutes de sprong naar het Wolgabekken gewaagd. Hoewel de islam mede door de invloed van de Mongoolse ‘Gouden Horden’ tijdelijk verder over de Russische laagvlakte werd verspreid, zijn het deze twee islamitische concentratiegebieden – Noord-Kaukasus en Wolgabekken[3] – waar de islamitische leer door de eeuwen heen de heersende religie is gebleven.
Voor de Russen is de Noord-Kaukasus sinds het einde van de 18de eeuw-begin 19de eeuw een bron van voortdurende onrust. Aan de basis van die onrust staan de bijna onmenselijke methoden die Russische heersers hebben gebruikt om de regio in bezit te krijgen en in een ijzeren greep te houden: de Romanovs vóór de Eerste Wereldoorlog; na de Eerste Wereldoorlog hebben het Witte Leger van de mensjewieken en het Rode Leger van de bolsjewieken de regio geplunderd en de bewoners de rechten ontzegd op datgene, waarop zij na de Eerste Wereldoorlog vurig gehoopt hadden te herkrijgen. Twee decennia later werden tienduizenden Kaukasusbewoners slachtoffer van deportaties, omdat de Sovjetleiders hen beschuldigden van misdaden die nooit gepleegd zijn. Honderdduizenden Tsjetsjenen en Ingoezen werden vervolgd en gedeporteerd naar de bevroren steppen van Kazachstan, woestijnen van Centraal Azië en andere door God verlaten streken. Na het uiteenvallen van de Sovjetunie resulteerde de Tsjetsjeense roep om onafhankelijkheid in twee oorlogen met Moskou (periode 1994-1996 en 1999-2000). Daarna was de regio bezaaid met slachtoffers, verwoeste steden en vluchtelingenstromen.
Al-Qaeda heeft in het nabije verleden de Tsjetsjeense strijd omarmd en beschouwt die strijd als onderdeel van de mondiale jihad. Hoewel het primaire doel de afscheiding van de Noord-Kaukasische regio van Rusland is, proberen Tsjetsjeense terroristische structuren die uit te bouwen tot een (groot deel van) Russisch grondgebied bedekkend netwerk. Om hun politieke doelen te realiseren, prefereerde Al-Qaeda terroristische instrumenten boven de gebruikelijke geweldsinstrumenten. Hun uiteindelijke doel was en blijft het stichten van een kalifaat in de Noord-Kaukasus. Die wens heeft IS overgenomen.
Hoewel de Russen de Tsjetsjenen met een enorm volume aan subsidies en vage beloftes van zelfstandigheid voorshands in het gareel kunnen houden, blijven onderhuidse effecten van het onrecht dat hen in de achterliggende eeuwen is aangedaan voortwoekeren. Bovendien veroorzaakt de financiële voorkeursbehandeling van Tsjetsjenen afgunst en nijd bij andere etnische Russen in de Noord-Kaukasus. Hoge werkloosheidcijfers, groeiende armoede en de demografische onbalans tussen ouderen en jongeren is een derde factor die de instabiliteit in de regio versterkt. Die instabiele toestand heeft een grensoverschrijdend karakter en gezien de warme relaties op het gebied van terrorisme en drugshandel met etnische entiteiten in het Midden-Oosten en Afghanistan zijn de gevolgen voor het Midden-Oosten en Westers georiënteerde landen nadrukkelijk aanwezig.
Voor experts is het duidelijk dat door de verscherpte veiligheidsmaatregelen van de Tsjetsjeense president Kadirov het extremistische zwaartepunt is verschoven van Tsjetsjenië naar Dagestan. Volgens onbevestigde berichten[4] vechten of vochten ruim 2000 Dagestaanse strijders in Syrië en Irak. Ontwikkelingen sinds het eerste halfjaar van 2016 lijken te bevestigen dat de concurrentiestrijd tussen aan IS en Al-Qaeda gelieerde groeperingen in Dagestan is opgelaaid. Aanslagen worden uit naam van beide netwerken gedaan en die propagandaoverwinningen zouden kunnen leiden tot extremistische aanslagen in het zuiden en het hartland van Rusland.
In hoeverre de IS machtsbasis in Noord-Kaukasus met ondersteuning van de Caucasus Emirate Groepering[5] tot volle ontplooiing kan komen, blijft duister door de vermoedelijke dood van Abu Omar, de Tsjetsjeen. De actie van Russische speciale anti-terreureenheden in Sint Petersburg heeft op 17 augustus 2016 wel onderstreept dat IS al extremistische cellen in Ruslands grote steden heeft geïnstalleerd, en Dagestan wordt, naast het projecteren van onrust en verderf in de Kaukasus-regio, benut voor het lanceren van aanslagen in het hartland van Rusland[6].
Islamitische geweldsexplosies blijven dus niet beperkt tot de Noord-Kaukasus. Het is nog maar de vraag hoelang de Tataren in het Wolgabekken buiten de invloed van IS kunnen blijven en zich afzijdig kunnen houden van aanslagen. Daarnaast ligt ook het jihadistische gevaar vanuit de Aziatische buurlanden op de loer. Het wachten is op een moment waarop de situatie in een van de aangrenzende Centraal-Aziatische republieken[1] uit de hand loopt. Zo´n destabilisatie heeft een grensoverschrijdend effect en kan overslaan naar de twee kwetsbare zuidelijke republieken van de Russische Federatie, Tsjetsjenië en Dagestan. Het is bovendien niet ondenkbaar dat een langer durende destabilisatie van het zuiden van de Russische Federatie en diens periferie overslaat naar andere delen van de Russische Federatie en het is niet meer ondenkbaar dat die op de deur van het Kremlin zal kloppen.
Hoewel Poetin regelmatig de wereld buiten de grenzen van de Russische Federatie laat weten het jihadistische monster gekooid te hebben, lijkt dat in de praktijk niet het geval te zijn.
—————————————
[1] Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië.
[1] Gebied benut voor rekrutering, een veilige haven voor jihadi’s om op adem te komen, een halte op de verplaatsingsroute naar een front en om een potentiële oorlogszone te modelleren. Opmerkelijk dat die vijf in overeenstemming zijn met de opties die de leiding van AQI (Al Qaeda in Iraq) in 2012 in het hoofd had om hun netwerk uit te breiden nl. Libië, Egypte, Sinaï, Saudi-Arabië, Jemen en Algerije, .
[2] Zie essay van Ariel Cohen” Russia´s Counterinsurgency in North Caucasus: Performance and Consequences” (SSI;, maart 2014)
[3] In Noord-Kaukasus vooral Tsjetsjenië, Dagestan, Ingoestetië in het oosten en in het Wolgabekken Tatarstan.
[4] Informatie van de Soufan Groepering in december 2015.
[5] Verbond zich juni 2015 aan IS, waarna IS in de Kaukasus de Kaukasus Provincie uitriep.
[6] De vier gedode extremisten waren afkomstig uit Kabardino-Balkharia. Rusland meldde op 4 december 2016 dat een emir van de IS in Dagestan – Rustam Alselderov en vier van zijn naaste medestrijders – in het noorden van de Kaukasus door FSB troepen is gedood. Alselderov wordt verdacht van de bomaanslag in Wolgograd in 2013 en diverse bomaanslagen in Dagestan in 2012.