Afgelopen week stond het nieuws, naast de gebruikelijke problematiek rond AZC’s en vluchtelingen, op de achtergrond behoorlijk bol van berichtgeving over windturbines. Het meest opvallende hieraan is dat het zonder uitzondering windmolenparken betrof die vooral landelijke gebieden moeten gaan ontsieren, terwijl de grootverbruikers toch hoofdzakelijk in het westen liggen, en daarnaast de volstrekt ondemocratische wijze waarop die parken tot stand komen.
Friesland: Stichting Gjin Romte Foar Wynhânnel (GRFW) wil dat Súdwest-Fryslân een referendum houdt over windenergie, meldde de Leeuwarder Courant. De stichting heeft daar in een brief aan raad en college van Súdwest-Fryslân op aangedrongen. Afspraken met het Rijk (eenzijdig opgelegd dus) dwingen Friesland voor 2020 tot het realiseren van windmolenparken met een totale capaciteit van 520,5 megawatt. Eerdere pogingen van de GRFW om het provinciebestuur een enquête onder alle Friezen te laten uitvoeren strandden. Nu Gedeputeerde Staten vorige maand hebben ingestemd met een opschaling van windpark Hiddum Houw (vlakbij de kop van de Afsluitdijk), wijst de GRFW bestuurders in Súdwest nogmaals op de mogelijkheid om de bevolking over het windturbinebeleid te ondervragen. Bij de raadsfracties lijkt weinig animo te bestaan. Burgemeester en wethouders buigen zich volgende week over de brief.
Drenthe: de gemeentes Borger-Odoorn en Aa en Hunze mogen niet zelf bepalen waar windmolens komen. Dat heeft de rechter bepaald in een kort geding dat Drentse gemeenten hadden aangespannen tegen het Rijk, meldde de NOS. Ze vinden dat minister Kamp ten onrechte een speciale regeling gebruikt om hen buitenspel te zetten. De rechter bepaalde dat het Rijk zich terecht beroept op de rijkscoördinatieregeling, waarmee de landelijke overheid de regie over lokale projecten kan overnemen van provincies en gemeentes als een project van nationaal belang is. Borger-Odoorn en Aa en Hunze vinden dat juist lokaal bepaald moet worden waar de windmolens komen. Het windmolenproject in Borger-Odoorn en Aa en Hunze is volgens het Rijk een project van meer dan honderd megawatt, waarmee het windpark onder de nationale regeling valt. De gemeenten zeggen dat het gaat om drie losse initiatieven, die het Rijk niet zomaar bij elkaar op had mogen tellen om boven die norm van honderd megawatt te komen. De gemeenten overwegen in hoger beroep te gaan.
Drenthe: windmolenexploitant Raedthuys, de belangrijkste kandidaat voor de aanleg van een of meer windparkjes in Emmen, kan niet voldoen aan de randvoorwaarden die de gemeente Emmen stelt aan de komst van turbines, schreef het Dagblad van het Noorden. Emmen stelt als randvoorwaarden dat de tiphoogte van de molens de 149 meter niet overschrijdt, dat de maximale as-hoogte 100 meter bedraagt en dat de molens maximaal 16 jaar worden geplaatst. Maar met die voorwaarden is een businesscase onmogelijk, stelt de projectmanager van Raedthuys. Raedthuys heeft, samen met concurrent Yard, een plan ingediend voor drie windparken in de gemeente Emmen: vijf molens langs de N34, twintig molens nabij het lawaaisportcentrum Pottendijk en zeven molens langs de Duitse grens tussen Barger-Compascuum en Emmer-Compascuum. Volgens de projectmanager krijgt Raedthuys simpelweg geen geld van de bank voor windmolens van hooguit 149 meter hoogte. Raedthuys mikt dan ook op molens van zo’n 180 meter hoog, die ’s nachts verlicht moeten zijn. De as-hoogte is dan tussen de 120 en 140 meter. Raedthuys gaat in haar plannen uit van een termijn van dertig jaar. Raedthuys voldoet wel – knarsetandend – aan de gemeentelijke eis dat de windmolens op 1100 meter van woongebieden en 500 meter van solitaire huizen moeten staan. ,,Ik ken geen gemeente in Nederland waar de eisen zo streng zijn”, stelt de projectmanager. Hint: misschien wil Emmen die lelijke, onrendabele en overgesubsidieerde ondingen gewoon niet en dan hebben ze nog gelijk ook.
Overijssel: er komen in Overijssel geen windturbines in Nationale Parken, aldus gedeputeerde Lievers op het provinciehuis in Zwolle in een debat over windmolens, meldde RTV Oost. Buiten de Nationale Parken kunnen wel nieuwe windmolens worden gebouwd, mits daar voldoende draagvlak voor is. De plannen van de provincie om windmolens in natuurgebieden toe te staan, kwamen een paar weken geleden naar buiten, waarna het CDA meteen hun ongenoegen uitte. Ook van buiten de politiek kwamen kritische reacties. Gedeputeerde Lievers liet weten dat het om plannen gaat in onder meer de gemeente Hof van Twente en Enschede. Volgens Lievers lijkt er breed draagvlak voor deze initiatieven (waar is dat op gefundeerd?) en daarom wil de provincie eraan meewerken. Lievers: “Wat we echt anders gaan doen is dat we eigenlijk alleen nog windturbines in onze provincie willen toestaan, wanneer de inwoners van een gebied dat ook steunen. We gaan als provincie geen windturbines meer opdringen bij de bevolking” (dat zou dan voor het eerst zijn…). Eerder konden alleen windturbines geplaatst worden in de zoekgebieden, zoals bij Zwolle en Hardenberg. De verdere clichés van de betreffende gedeputeerde over ‘duurzaam’ en al die andere gebakken lucht zal ik u verder besparen.
Oost-Brabant: ‘Waait er over 3 jaar sociale wind in Someren’, die vraag wierp de groep op die in Someren-Eind windmolens wil plaatsen, berichtte Editie-NL. Honderd mensen kwamen dinsdagavond naar een infoavond met veel vragen en ook zorgen. De mensen van energiecoöperatie Zummere Power gaan in elk geval met hulp en geld van de provincie onderzoeken of er drie windmolens kunnen verrijzen op een strook grond tussen kanaal, Brugstraat en Steegstraat. Een investering van circa tien miljoen euro is benodigd om Someren in 2050 energieneutraal te kunnen laten zijn. Ans van der Velden van Zummere Power schetste dat er nog een lange weg te gaan is omdat nu nog slechts 1,33% van de benodigde behoefte duurzaam wordt geproduceerd. De windmolens zouden er moeten komen, door en voor de Somerense huishoudens. Zorgen waren er bij een aantal omwonenden over de geluidsoverlast; zij wilden vooral weten waar precies de molens komen te staan, maar dat is nog niet exact aan te geven. Ook werd er gewezen op het gevaar dat veel kleinere vogelsoorten zich te pletter zullen vliegen tegen de 100 meter hoge giganten. Enkele omwonenden willen niks van de windmolens weten, omdat die te dichtbij komen.
Prof. dr. Pieter Lukkes, emeritus hoogleraar economische en sociale geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft een bijzonder interessante studie verricht naar windenergie en is tot de conclusie gekomen dat windenergie nuttig, noch nodig is. Het rapport is op internet vrij toegankelijk en is getiteld ‘Nut en noodzaak van windenergie in het energieakkoord’. Het zou fijn zijn als dit rapport werd gelezen en dat er met de uitkomsten ervan iets zou worden gedaan.
In het kader van lastenverlichting, bijvoorbeeld. Het Rijk pompt jaarlijks miljarden aan subsidies in de windmolenindustrie. Dat geld komt ergens vandaan: het besteedbaar inkomen van de Nederlandse belastingbetaler wordt wel degelijk negatief beïnvloed door de instandhouding van het milieusprookje.