De deadline van de Europese commissie om al dan niet akkoord te gaan met het veelbesproken ‘Comprehensive Economic and Trade Agreement’ (CETA, ofwel de Canadese versie van TTIP) is inmiddels verstreken. Nu al staat vast dat door het verzet van de Waalse regering, de Franse gemeenschapsregering en de Brusselse regering dat dit akkoord er voorlopig niet zal komen.
CETA is een verdrag dat w
erd uitgewerkt door technocraten op maar liefst 1.600 pagina’s nieuwe internationale wetgeving die onze nationale soevereiniteit op de proef stelt. De ruimte voor ons als Nederland om zelf democratisch te besluiten over sociale bescherming, consumentenrechten en het milieu worden ernstig beperkt. Europese landen worden ermee gedwongen de vaak slechtere wetgeving en lagere standaarden uit Canada en Amerika te accepteren op het vlak van consumentenbescherming, voedselveiligheid, milieu en sociale standaarden. Bedrijven kunnen staten zelfs aanklagen voor geheime arbitragehoven als zij democratische besluiten nemen die in de ogen van de bedrijven nadelig voor hen uitpakken. Met andere woorden: democratie opgeven voor de financiële belangen van enkelingen.
De verdragen richten een ‘Regulatory Cooperation Council’ op die de macht krijgt om, na het ingaan van CETA of TTIP, door te gaan met gelijkschakeling van Europese, Canadese en Amerikaanse wetgeving zonder dat parlementen of burgers daar iets over te zeggen hebben. Het is beslist geen overbodige luxe dergelijke, verstrekkende en ingrijpende wijzigingen eerst maar eens in een volksraadpleging te toetsen, waarvoor in ieder geval in ons land, Oostenrijk en Vlaanderen, sympathie lijkt te bestaan. Het hoeft geen betoog dat – indien hierover een maatschappelijk debat zou worden gevoerd – een meerderheid van de bevolking de nadelige gevolgen zal inzien. Omdat het onze soevereiniteit nóg verder uitholt.
Het is duidelijk dat zelfs na de Brexit, de ondubbelzinnige uitslagen van de EU-referenda in Frankrijk en Nederland en de eurocrisis, de EU in haar eigen waanzin volhardt. Gelukkig zijn er nog politici die hun rug rechthouden en opkomen voor de belangen van burgers-consumenten.