Het Ministerie van Defensie kampt al jaren met hardnekkige problemen. Zo is het vastgoed-, inkoop- en munitiebeheer ook dit jaar niet op orde. Dit kan uiteindelijk gevolgen hebben voor de inzetbaarheid van de krijgsmacht. Volgens de Algemene Rekenkamer blijft de minister van Defensie ook met extra budget genoodzaakt om keuzes maken, niet alleen om materieel wel of niet te vervangen en overtollig vastgoed af te stoten, maar ook om de personeelstekorten van ondersteunende diensten aan te pakken.
Achterstallig onderhoud vastgoed verder toegenomen
Voor de krijgsmacht is het essentieel dat gebouwen en terreinen van Defensie een veilige werk- en leefomgeving bieden. De Algemene Rekenkamer constateert echter al jaren grote problemen in het vastgoedbeheer. Het achterstallig onderhoud van het vastgoed van Defensie is afgelopen jaar verder opgelopen en de kwaliteit van het vastgoed daardoor verder afgenomen. Ook in 2021 was het budget om het vastgoed op orde te krijgen ontoereikend en de hiervoor beschikbare middelen nemen bovendien na 2023 ook nog eens drastisch af.
Deze problemen in het vastgoedbeheer en het ontbreken van een toekomstbestendig verbeterplan zorgen ervoor dat de Algemene Rekenkamer dit voor het tweede jaar op rij als een ernstige onvolkomenheid beoordeelt. Het afstoten van overtollig vastgoed maakt is een onontkoombaar onderdeel van de oplossing van de problemen met de vastgoedportefeuille van Defensie.
Administratie munitievoorraad al jarenlang niet op orde
Sinds 2017 constateert de Algemene Rekenkamer dat Defensie geen goed zicht heeft op de munitievoorraad. Dat kan leiden tot vermissing, diefstal of verspilling van munitie, met veiligheidsrisico’s tot gevolg. De opslag van mijnen, explosieven en munitie gebeurt in 7 centrale en 47 decentrale munitiebunkers. Goed toezicht op de voorraad vraagt om tellingen. Om dat correct te doen, moet de munitievoorraad worden ‘bevroren’. Maar het onderzoek laat zien dat er werd geteld, terwijl er tegelijkertijd munitie werd ingenomen en uitgegeven. Dat maakt het lastig om de juiste hoeveelheid munitie vast te stellen. Ook bleken er ‘grijze voorraden’ te bestaan op de kazernes, dus buiten de munitiebunkers, en was de administratie van munitie niet waterdicht.
Veelheid aan administratieve procedures bij munitieproces
Militairen ervaren het inleveren van overgebleven munitie na een oefening als een administratieve rompslomp. Sommigen trappen daarom overgebleven munitie in de grond of ze verschieten de patronen in plaats van die te retourneren. Het Ministerie van Defensie heeft afgelopen jaren en ook in 2021 stappen gezet om verbeteringen in het munitiebeheer aan te brengen. Desondanks zijn de problemen de afgelopen jaren niet opgelost. Dit komt vooral doordat niemand de regie voert over de verbeteringen die getroffen moeten worden. Er is geen eindverantwoordelijke en er is geen duidelijke taakverdeling. Ook constateert de Algemene Rekenkamer dat er onvoldoende personeel is om munitie te beheren waardoor taken niet volledig worden uitgevoerd en regels niet worden gevolgd.
Inkoopbeheer: sinds 2016 niet op orde
De Algemene Rekenkamer constateert in 2021 voor € 1,3 miljard aan fouten en onzekerheden bij zowel de uitgaven als de verplichtingen. De oorzaak is dat bij aanbestedingen veelvuldig gebruik wordt gemaakt van uitzonderingsprocedures, zonder aan de strenge voorwaarden daarvoor te voldoen en zonder die voldoende te motiveren. Vaak wordt maar één leverancier uitgenodigd om een offerte uit te brengen. Daardoor is het niet mogelijk om meerdere leveranciers te vergelijken en tegen een goede prijs-kwaliteitverhouding in te kopen. Ook wordt het regulerende karakter van de maatregelen om integriteitsschendingen te voorkomen buiten werking gesteld. Gezien de extra investeringen die het Ministerie van Defensie de komende jaren zal doen, vergt het inkoopbeheer volgens de Algemene Rekenkamer bijzondere aandacht.
.
Algemene Rekenkamer, Roel Geeraerds