Artikel 1 herzien

Fortuyn heeft ooit gezegd dat “dat rare artikel dan misschien maar eens afgeschaft moet worden” en had het daarbij over artikel 1 van onze grondwet. De pers (vooral NPO) klopte dit verhaal enorm op en plaatste het (in opdracht?) in een geheel andere context, want ‘rechts-radicaal’. Maar dat was het niet: Fortuyn had er namelijk heel goed over nagedacht en kwam tot een heel valide conclusie.

Het artikel 1 van onze Grondwet luidde vanaf  1848 als volgt: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld’. De tekst wordt toegeschreven aan Thorbecke.  Dat is eigenlijk een prima wet waar niet meer aan geknutseld had moeten worden, maar dat is toch gebeurd. Na jaren van discussie werden amendementen van de toenmalige Communistische Partij Nederland (CPN, tegenwoordig vervat in GroenLinks) in 1983 gehonoreerd. Volgens Marcus Bakker en Joop Wolff, die samen de tweemansfractie van de CPN vormden, moest en zou er een regel over discriminatie in dat eerste artikel van de Grondwet komen. Inmiddels luidt het artikel 1 van onze Grondwet zo: ‘Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan’.

Het meest ergerlijke aan de inhoud van dat afschuwelijke artikel 1 is wel dat het politiek-bestuurlijke bedrijf zelf lak aan de inhoud heeft. In het bijzonder het discrimineren op grond van politieke gezindheid. Wie zoekt naar burgemeesters of commissarissen van de Koning met een PVV of FvD achtergrond, komt bedrogen uit; die partijen worden, evenals Fortuyn destijds, gemeden als de pest. PVV-kamerlid Bosma bijvoorbeeld, sinds jaar en dag de beste Kamervoorzitter die de Staten Generaal zich kan wensen, kan zich verkiesbaar stellen tot hij een ons weegt, maar tot Kamervoorzitter zal hij het niet schoppen. Links en rechts is men het erover eens dat hij met kop en schouders boven de grijze kartelkandidaten uitsteekt, maar ja: “hij is nu eenmaal lid van de PVV”. Men zegt het ook nog ronduit en schaamt zich zelfs niet.

Pim Fortuyn was hevig tegen de laatste regel van artikel 1 en de praktijk heeft hem inmiddels ook ruimschoots gelijk gegeven: de rechtszaken tegen Wilders maakten dat nog het meest duidelijk. De kern van onze succesvolle maatschappij is gelegen in artikel 7 van onze grondwet, en de communisten onder leiding van Bakker en Wolff hebben met succes een van onze kernwaarden ondermijnd. Waar artikel 7 ons nog enigszins in staat stelt om ons de overheid van het lijf te houden, daar stelt artikel 1 de belachelijke eis dat we o.a. religieuze mensen of andersdenkenden vrijwel niet tegen mogen spreken. Dat zou niet de grens moeten zijn; de grens is het oproepen tot of toepassen van geweld, wat religieuze (lees: moslims) mensen nog wel eens in praktijk willen brengen met Allahu-Akbar aanslagen, niet zelden met dodelijke afloop.

Als ik beweer dat negers veelal geweldige atleten zijn, dan is er niemand die mij beschuldigt van racisme. Als ik zeg dat negers in de VS onevenredig hoog in de misdaadlijsten staan genoteerd, dan is het doorgaans hommeles. In het laatste geval wordt de term ‘stigmatisering’ gebruikt om het bruggetje naar Artikel 1 te maken en klaar is Kees. Je mag alles zeggen over rassen en culturen, mits het positief is en anders dreigt Artikel 1 en de huidige generatie rechters is gaarne bereid om Artikel 7 terzijde te leggen.

Alle Nederlanders die deze dagen de mond vol hebben over hoe goed Pim Fortuyn wel niet was, moeten zich toch eens achter de oren krabben bij de verbanning van Zwarte Piet, de positionering van nationale helden De Ruyter en Van Oldenbarnevelt als slavenhandelaren of de discussies over de nationale feestdagen.

Artikel 1 van de Grondwet deugt niet en de tekst moet terug naar zijn oorspronkelijke vorm.


0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Bernadette de Wit
2 jaren geleden

Prima stuk.