Charlatans in Den Haag

“Het Dienen van een Ander is de Huur die je betaalt voor een Kamer in de Hemel” (Mohammed Ali / Cassius Clay, de grootste sporter die ooit geleefd heeft.)

In het artikel “Nederland Corruptieland” uit 2020 werd duidelijk gemaakt dat in het fundament van de Parlementaire Democratie een onuitroeibare betonrot zich had ingevreten. Kort gezegd: de Trias Politica is door de handen van egocentrische bestuurders gestorven. Parlementaire democratie is niet meer dan een papieren term geworden zonder enige betekenis. Een lege huls, een losse flodder. Een bestuursmodel dat in Nederland alleen door de huidige generatie politici uitbundig en geestdriftig als iets goeds voor de Nederlandse samenleving wordt toegejuicht. Eigenlijk bedoelen ze dat het iets goeds is voor de top van de Nederlandse bevolking. Voor henzelf.

Een moreel gebroken land

Afb: Pexels

In Nederland heeft het politieke beleid onder de bezielende leiding van de huidige Minister-president zich verplaatst van Den Haag naar Brussel; van politici naar lobbyisten, activistische bewegingen en rechtbanken. Regeringsbeleid weerspiegelt zelden een verkiezingsresultaat en is verworden tot een bundel papier met wollige teksten om de bevolking de indruk te geven dat hun wensen op termijn gematerialiseerd wordt Niets is minder waar, zo heeft de Nederlandse samenleving moeten ervaren. Regeringsbeleid dat in achterkamertjes tot stand komt, is verworden tot een combinatie van een wensenlijstje van personen en partijen en instructies voor coalitiepartners hoe kritiek en commentaren op het overheidsnarratief de kop ingedrukt moet worden. Door cordons sanitaire, uitsluiten, monddood maken en belasteren. Steun wordt gezocht bij gedoogpartijen die gelokt worden met politieke geschenken en mooi beloftes. Alles is geoorloofd om de meerderheid in beide kamers van het Parlement te kunnen waarborgen en het zogenaamde regeringsbeleid door te kunnen drukken..

Het opsporingsinstrument, de politie, is  in een kraakpand veranderd. Graaiende bazen, verspilling van belastinggeld, personeel dat de ziektewet in wordt getreiterd, duizenden juridische procedures die zijn aangespannen tegen het eigen personeel. De Politie geeft de indruk dat het bij hen vooral lijkt te draaien om diversiteit en minder om het opsporen van criminelen of het opnemen van aangiftes (tenzij aangiftes tegen Geert Wilders of tegen ‘online discriminatie’). Corruptie binnen het nationale politieapparaat wordt als een prangend probleem erkend door de hoge bazen van het politieapparaat, maar een krachtige corruptiebestrijding is nog steeds niet van de grond gekomen,

Het kenmerkendste voorbeeld van een moreel gebroken land is het verschil in justitiële benadering van Wilders en Akwasi en de bemoeienissen van topambtenaren van het Ministerie van Justitie. De eerste roept iets over leden van een groep (en geen ras, want Marokkaan is de nationaliteit van een persoon die oorspronkelijk in een gebied woont of woonde met de naam Marokko) en die zich in ons land te buiten gaan aan criminele activiteiten; de tweede roept op tot haat en geweld tegen ‘witten’. De eerste krijgt een jaren durend proces aan zijn broek, waarbij het duidelijk wordt dat een kliek van topambtenaren van een ministerie, dat bij uitstek de hoeder zou moeten zijn van de rechtsstaat, zich heeft gemengd. in de procesgang. De tweede komt er na een goed gesprek van een uurtje met de behandelende Officier van Justitie, die ‘geheel toevallig’ zitting had in het bestuur van een activistisch anti –Zwarte Piet groep, met een berisping vanaf, omdat hij schuldbewust sorry heeft gezegd.

Politieke rechters

Bij een aantal rechtszaken is de rechter op de stoel van de wetgevende macht gaan zitten. Voorbeelden daarvan zijn: omgang met IS kinderen, de Urgenda zaak, stikstofuitspraak Hoge Raad, terugschroeven van de gaswinning, genderneutraliteit in het paspoort, geen rookruimte in de horeca. Vonnissen waarbij rechters zich beroepen op internationale verdragen of Europese richtlijnen waar Nederland zich kennelijk ooit aan heeft gecommitteerd. Daarmee rijden ze de dames en heren op het Binnenhof in de wielen. Overigens een situatie die door de politiek zelf is veroorzaakt door grootmoedig zijn handtekening te zetten onder internationale verdragen zonder eerst de gevolgen voor de Nederlandse samenleving te onderzoeken.

De Nederlandse uitvoering van het Europese sanctiebeleid tegen Poetin c.s. is een stuitend voorbeeld hoe onze verstikkende bureaucratie als herkenbaar signaal van die betonrot, snel en effectief ingrijpen verhinderd door op verschillende gebieden een tegendraads effect te generen. Wopke, de golden wonder boy van het CDA, zou dat varkentje eventjes wassen. Wopke blunderde meteen. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken, werd tijdens het debat over die sanctiemaatregelen als een schooljongen weggestuurd om zijn huiswerk over te doen. De Regering haalde snel een andere kneus binnen om die taak op zich te nemen.

Terugkijken is geldverspilling?

In 2019 blijkt de Eindhovense oud-burgemeester en oud-Tweede Kamerlid Rob van Gijzel een oproep gedaan te hebben aan de leden van Tweede Kamer om een parlementaire enquête te houden naar de tekortschietende bestrijding van de georganiseerde misdaad. Die oproep baseerde hij op zijn ervaringen als lid van een Task Force tegen de drugscriminaliteit in Brabant. In zijn oproep benadrukte hij de ‘incompetentie’ bij politie en justitie. Hij stelde vast dat de aanpak had gefaald, omdat de strafrechtsketen uitermate slecht functioneerde. Hij was ook van mening  dat extra investeringen die keten niet beter zou laten functioneren.

Hoewel de fractiewoordvoerders van de coalitie partijen in de Tweede Kamer  het met hem eens waren, zagen ze onder het motto “terugkijken is verspilling” aangevuld “met navelstaren schieten we niets op” en “zo’n enquête duurt veel te lang“ merkwaardig genoeg geen heil in een parlementaire enquête. Vermoedelijk bang om met eigen tekortkomingen, nalatigheid en onkunde geconfronteerd te worden. Bang dat er weer uitbundig excuses moeten worden uitgesproken. Gevoed door de gedachte dat het allemaal wel zou loslopen, werd er niets gedaan en verzandde de bestrijding van de harde misdaad door slechte  wetgeving en deugdromende politici. Geen wonder dat personen op straat geliquideerd worden en het buitenland Nederland als een narcostaat beschouwt.

Hoe ver de betonrot zich heeft ingevreten in het fundament van de parlementaire democratie en de pijlers waarop dat fundament rust, wordt beschreven door Paul Verburg in zijn 6 april 2022 column op de website ‘wyniasweek’.  In die column stelt hij aan de hand van een groot aantal voorbeelden vast dat die betonrot zich door “jaren wegkijken en ontkennen, doordrammen en draaien, bevoordelen en veroordelen in het politieke en maatschappelijke bestel heeft kunnen invreten. Nederland wordt bestuurd en beheerst door een minderheid die een uniforme, monolithische kijk op de wereld en onze samenleving heeft. Tegenspraak wordt afgedaan als populisme, tegenstanders worden getroffen door uitsluiting” Eigen fouten worden onder het uiten van “terugkijken is verspilling” met de mantel der liefde bedekt. Voorbeelden genoeg.

Dat besturende segment heeft volgens Verburg een opmerkelijke dubbele kijk op de “gewone man/vrouw”. Een dubbele kijk die een stinkende geur van discriminatie om zich heen heeft hangen en benoemd kan worden als een soort kwaal, een ongewenste hebbelijkheid, een blijvende ziekte: “de calculerende, ontevreden en ongemanierde gewone man/vrouw, meestal wit, rechts en racistisch. Daarnaast de miskende, gediscrimineerde en zielige gewone man/vrouw, meestal ‘van kleur’, goedwillend en hulpeloos in een zee van uitsluiting. De een moet worden bestreden, de ander blindelings geholpen. Tenzij natuurlijk moet worden aangenomen dat er onder de gewone man van de tweede categorie rotte appelen zitten, bijvoorbeeld als ze een fout maken bij de aanvraag voor een kinderopvangtoeslag of als ze een donatie aan een moskee overmaken. Dan is iedereen weer gelijk”. Zie de justitiële behandeling van Wilders aan de ene kant en Akwasi aan de andere kant.

Disfunctionerende politieke generatie

Tenslotte Verburg: “De politieke partijen die dit bestel dragen, de zogeheten gevestigde partijen, zijn verkiezingsvehikels voor hun leiders geworden. Ze zeggen te staan voor een eigen visie, maar ze zijn in feite niet veel anders dan de echo van de specifieke klasse die ze representeren. Groen, vrijheid, solidariteit zijn geursporen die deze klassen van elkaar scheiden, maar ze leven in hetzelfde reservaat, het patriciaat. Zolang dit patriciaat de touwtjes in handen heeft, verandert er niets. Daar kunnen verstandige oud-topambtenaren ook niets aan doen”.

Dominee en priester sluiten zo’n sermoen af met “Amen” Voor de generatie van incompetente, draaiende politieke excuus-Truusjes is dat een juiste afsluiting van weer een blunderdag. Dat werd op donderdag 7 april 2022 bevestigd. De dag dat een politieke charlatan opnieuw door het patriciaat in de steigers werd geholpen om op die manier te voorkomen dat hij van het parlementsgebouw zou vallen. Gezien zijn ontspannen houding tijdens het debat wist die politieke charlatan vooraf al dat zijn positie gered zou worden. Vermoedelijk was het resultaat – de minister moet een motie van wantrouwen overleven – al in het Torentje en diverse fractiekamers voorgekookt. En het Parlement? Daar hoeft de Nederlandse samenleving helemaal niets meer van te verwachten. Zelfs nieuwe partijen die zo hard riepen dat de menselijke maat en transparantie weer sturend moesten zijn, blijken binnen een jaar al besmet te zijn met het al jaren heersende politieke virus.

Mohammed Ali balt de vuisten en heeft de Poortwachter gevraagd de deur naar de aarde te openen om die politieke charlatan en zijn steigerbouwers te leren wat het dienen van een ander in de praktijk inhoudt.

Maar helaas…


Deel dit:
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er

1 Reactie
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Koddebeier
2 jaren geleden

Normaal gesproken noemen we dat dus Landverraders !!